Wethouder Lennart Harpe op perron 2 van station Delft Centraal, met rechts het ‘tussenschot’ waarachter het nu nog loze  tunneldeel ligt waarin het nieuwe dubbelspoor met de perrons 3 en 4 komen. (foto: Henk de Kat)
Wethouder Lennart Harpe op perron 2 van station Delft Centraal, met rechts het ‘tussenschot’ waarachter het nu nog loze tunneldeel ligt waarin het nieuwe dubbelspoor met de perrons 3 en 4 komen. (foto: Henk de Kat)

Straks om haverklap een trein op Delftse stations

Algemeen

DELFT - Vanaf het jaar 2023 hoef je op de twee Delftse stations (Centraal en Zuid) hooguit tien minuten te wachten op een trein. Dat is te danken aan verdubbeling van het railspoor door de stad, waartoe de regering deze week heeft besloten.

Door: Henk de Kat

Het hele traject door Delft wordt uitgebreid van twee- naar viersporig. En dat geldt ook voor het stuk naar Rijswijk. Deze operatie moet over zes jaar zijn voltooid. De kosten worden pas volgende Prinsjesdag duidelijk, maar volgens de woordvoerder van staatssecretaris Sharon Dijksma zal het om 'enige honderden miljoenen euro's' gaan. "Dan hoef je nooit meer te kijken hoe laat je trein vertrekt", zo reageert een verheugde wethouder Lennart Harpe (VVD, verkeer). "Op Delft Zuid kun je dan om de tien minuten in een sprinter stappen – in allebei de richtingen. Op Delft Centraal zal zelfs veertien keer per uur een trein stoppen, naar beide kanten: zes sprinters, plus acht Intercity- en sneltreinen."

De spoorverdubbeling gebeurt in Delft grotendeels ondergrond, in de 2300 meter lange Willem van Oranje-tunnel. Daar rijden sinds februari vorig jaar al treinen, over twee sporen in één tunnelbuis. Met vooruitziende blik werd bij de start van het tunnelproject in 2009 echter ook besloten tot gelijktijdige aanleg van een tweede tunnelbuis. Dat gebeurde in 'ruwbouw', want voor de inrichting had het rijk destijds nog geen geld. Dankzij het deze week genomen regeringsbesluit kunnen nu ook in dat nog loze tunneldeel rails en leidingen worden aangelegd voor extra heen-en-weer treinverkeer, met daarbij nieuwe perrons 3 en 4 ter hoogte van station Delft Centraal.

Ook het bovengrondse stuk tussen Delft en Rijswijk wordt viersporig. De onbewaakte spoorwegovergang aan 't Haantje verdwijnt. Op dit punt komt een parkeer- en reparatieplaats voor treinmaterieel, plus een nieuwe, bredere spoorbrug over het water langs 't Haantje (Kerstanjewetering). Harpe heeft daarover goed nieuws voor bootbezitters, onder wie de Delftse Watersport Vereniging, die bang was voor een te lage brug: "Besloten is die brug 15 centimeter hoger te maken dan eerst het plan was, zodat de doorvaarthoogte 180 centimeter wordt."

Voor het verkeer tussen Prinses Beatrixlaan en Jaagpad , dat nu nog gebruikt maakt van de onbewaakte overgang, komt er onder het verdubbelde spoor een auto- en fietstunnel. Die ligt dan 250 meter verder van Delft, in het verlengde van de nu deels al aangelegde nieuwe weg achter tuincentrum Groenrijk 't Haantje.

Het besluit van de staatssecretaris tot spoorverdubbeling in Delft is één van de laatste fases van een eind vorige eeuw bedacht openbaar-vervoerplan voor westelijk Nederland: het hele stuk tussen Amsterdam en Rotterdam viersporig, met twee lijnen voor snelle treinen en daarnaast twee sporen voor sprinters die om de haverklap op elk station komen voorrijden. Reizen per trein verloopt dan veel vlotter in de Randstad, en dat maakt wonen en werken aantrekkelijker rond elk station, ook nabij de kleinere haltes.
Voor uitvoering van dit concept was het noodzakelijk om het viaduct in Delft af te breken. Dat stond in de weg als een onmogelijke flessenhals voor meer treinverkeer. Als de nu aangekondigde verdubbeling Rijswijk-Delft in 2023 af is, resteert nog één probleem: het traject tussen Delft Zuid en Schiedam. Ook dat is nog tweesporig. Het toenemend aantal stop- en snelle treinen moet zich daar dus straks overheen zien te wurmen, en daar komen de vrachttreinen nog bij. Maar geld voor spoorverdubbeling ook hier heeft staatssecretaris Dijksma niet.

"Met optimaliseren van het seinsysteem is dat daar ook niet nodig", aldus haar woordvoerder deze week tegen Delft op Zondag. Bij wethouder Harpe klinkt twijfel. "Er is mij gezegd dat dit moet kunnen, met hulp van slimme seinen en moderne wissels. Maar het lijkt mij duidelijk: voor verbreding van dit allerlaatste stuk tweesporigheid moet in de nabije toekomst toch ook nog rijksgeld beschikbaar komen."

Hoe dan ook, de wethouder verwacht dat de concrete aanleg van de spoorverdubbeling in Delft in 2018 gaat beginnen. Van het werk zal in de tunnel niet bar veel te merken zijn. Rond station Delft Zuid (Harpe: 'die naam willen we veranderen, we weten alleen nog niet waarin') staat echter het nodige te gebeuren. Het huidige stationnetje wordt eens zo breed, er komt een fiets- en voetgangerstunnel onder het spoor (met vier liften) voor makkelijker perron-entree vanaf twee kanten, er zijn plannen voor een snellere fietsroute naar de TU-wijk, en: de gemeente ziet dankzij het straks aantrekkelijke stap-maar-in dienstrooster van de NS nu brood in veel meer – en ook hoge – woningbouw rond dit vernieuwde station.