Afbeelding

Dubbel Delft

vaste rubrieken

De Cornelis Trompstraat was heel wat jaren geleden het decor voor een groepsfoto van kinderen uit de wijk. Lekker ongedwongen, zoals alleen kinderen dat kunnen. Wie was eigenlijk de naamgever van de straat?

Overal in de wereld waar wat te halen viel, waaide wel ergens een Hollandse vlag, vaak op een schip. Een van de bevelvoerders van zo'n schip was Cornelis Tromp, door zijn hele familie tot aan zijn dood 'Keesje' genoemd. Keesje wilde naar zee. Op grond van de grote verdiensten van zijn vader, was de jonge Tromp niet onopgemerkt gebleven. Hij bleek zelf ook een persoonlijkheid en een kundig zeeofficier. Op 20-jarige leeftijd werd hij al kapitein. Hij streed mee in een aantal zeeslagen van de Eerste Engelse Oorlog: Elba in 1652 en Livorno in 1653. Tijdens deze laatste slag verloor hij zijn schip aan de Engelsen, maar wist zich zwemmend te redden. Hij onderscheidde zich door zijn weergaloze, aan doldriestheid grenzende, moed en strijdlust, streefde naar spectaculaire acties. Kortom: een ongemakkelijk, eigenzinnig, arrogant, ongedisciplineerd en zorgeloos man.

Toen Michiel de Ruyter in 1665 van zijn reis naar Afrika's westkust en het Caribische gebied met het schip 'de Hollandia' in Delfzijl terugkeerde, uitbundig werd binnen gehaald en benoemd werd tot Luitenant-Admirael-Generael, kwam Keesje onder bevel van Michiel te staan. Hij baalde daar enorm van en ging eigenmachtiger optreden: trok zich bijvoorbeeld niets aan van de discipline die De Ruyter juist zo hoog in zijn vaandel had staan en als ruggengraat van zijn vlootbeheersing beschouwde. Dit leidde in de Vierdaagse Zeeslag al tot conflicten, maar in de Tweedaagse zeeslag, die als gevolg van zijn ongehoorzaamheid aan De Ruyters bevelen door de Nederlanders verloren werd, was de maat vol. Cornelis werd ontslagen en het werd ruzie tussen de twee haantjes.

De eerste poging om het op te lossen ontaardde in totale ruzie, waarbij Tromp De Ruyter belachelijk probeerde te maken door te zeggen dat men zich met diens vrouw niet in fatsoenlijk gezelschap kon begeven zonder zich te generen. In april lukte het stadhouder Willem III om Tromp zich fatsoenlijk te laten gedragen door hem te beloven dat hij na de dood van De Ruyter opperbevelhebber van de vloot zou worden. Tromp overleed in 1691 en werd bijgezet in het familiegraf in de Oude Kerk.

Afbeelding