Afbeelding

Dubbel Delft

vaste rubrieken

Parkeren is in Delft een zaak van belang. Vooral voor het huishoudboekje van de stad.

Parkeren is, zo valt op internet te achterhalen, 'het laten stilstaan van een voertuig, niet zijnde een (brom)fiets, langer dan nodig is voor het (onmiddellijk) laten in- en uitstappen van passagiers of voor het laden en lossen van goederen, is normaliter het sluitstuk van een rit, tocht of vlucht'. Dat u het maar weet. Het begon allemaal vrij eenvoudig op 14 januari 1964. In Delft hadden steeds meer bewoners een auto aangeschaft, en die wilden ze ergens kwijt. Nou je 'ergens': het liefst eigenlijk vlak voor de deur, terwijl de gemeente wilde voorkomen dat de binnenstad als permanente autostalling werd gebruikt. Daarvoor werden een aantal kleine gebieden aangewezen als 'blauwe zone'. Je mocht daar wel parkeren, maar niet de hele dag en je moest een parkeerschijf achter je voorruit leggen als je in zo'n blauwe zone je auto parkeerde. Simpel dus. Hoewel er overigens al snel handige winkeliers waren die onder de toonbank parkeerschijven verkochten met een klein, op batterijen werkend uurwerkje erachter. Je was dus nooit te laat bij je auto terug. Dat parkeren moest natuurlijk wel 'gehandhaafd' worden: op de Markt - ook zo'n blauwe zone - verscheen een heuse caravan met bijbehorende parkeerwachten. 'Wachten' dus, ambtenaren die eigenlijk op je auto pasten. Een goede winterjas, een tas om en klaar was Delft met de auto's. Dat viel wat tegen. Vooral voor de automobilisten. In de loop der jaren verschenen er, zich uitbreidend als gezonde konijnen, overal in de stad parkeermeters. Want bij de gemeente hadden ze al snel door dat de Heilige Koe goed uit te melken was: het aantal parkeermeters steeg bijna net zo snel als de tarieven. Het Ei van Colombus werd gelegd met de invoering van de parkeervergunning. Eerst werden een paar wijken vergunning gebied. Even leek het of bewoners van die wijken meer ruimte voor hun kregen. In tegenstelling overigens tot naastgelegen wijken, die de auto's kregen uit die vergunning-gebieden. Totdat ook daar de vergunning verplicht werd. Uiteindelijk is ongeveer alles bij het oude: bijna iedereen heeft een vergunning - tegen een riante vergoeding - en dus zijn we terug bij af. Zeker nadat ook uit de binnenstad de auto geweerd werd en nog meer auto's een plaats moesten krijgen. Gelukkig hebben we nog een goed alternatief: de fiets.