Aanpak studentenoverlast in de stad: 'Ik hoor alleen maar babbeldebabbel'

DELFT – "U snapt echt niet wat er aan de hand is! Studenten die komen studeren in Delft moeten zich aanpassen aan de bewoners van deze stad."

Door: Henk de Kat

Met die woorden maakte raadslid Bram Stoop van Stadsbelangen zich deze week boos op vertegenwoordigster Maria de Vries Robbé van de Vereniging voor Studie- en Studentenbelangen Delft. Die had kort daarvoor tegenover de raadscommissie voor woonzaken betoogd dat haar organisatie graag meedenkt over beteugeling van de overlast die burgerbewoners in toenemende mate ervaren van studentenhuizen in hun wijk. "Bouw van meer studentenwoningen in Delft is een goede oplossing, naast mediation. Een betere communicatie met bewoners, is van groot belang. Studenten kunnen bijvoorbeeld elk jaar een buurtevenement organiseren, en er moet een contactpersoon komen in elk studentenhuis", aldus de VVSD-woordvoerder.
Behalve raadslid Stoop vond ook Jacqueline van Leeuwen, een andere inspreker, dit te simpel gedacht. Deze bewoonster van de Aletta Jacobsstraat heeft naar eigen zeggen 'de hele zomer, tot half twee 's nachts' last gehad van luidruchtige studenten die barbecueden in de gemeenschappelijke tuin of op balkons. In dit wijkje tussen de Westlandseweg en de Prinses Beatrixlaan wordt bovendien gebouwd aan de komst van nog meer studentenhuisvesting, met 155 eenheden. Van Leeuwen: "Moet ik mijn verdere leven dan slijten met mediation, en elke keer weer een andere contactpersoon? Ik word gewoon weggejaagd. Ik heb geen vertrouwen in de ideeën van de VVSD."
Een rapport van wethouder Raimond de Prez (PvdA) bevestigt dat de laatste drie jaar steeds meer groepjes studenten tussen 'gewone huizen' in zijn komen te wonen. Deze zogenoemde 'verkamering' van inmiddels 1200 huizen - dat is 3 procent van het totaal in de stad - doet zich vooral voor in het historisch centrum, Hof van Delft, de Wippolder en Voorhof.
Joëlle Gooijer van de ChristenUnie stelde in de raadscommissie dat het tijd wordt om de daaruit voortvloeiende overlast 'echt aan te pakken'. CDA-raadslid Nick van Schaik vroeg om een quotum: "Studenten horen erbij, maar in sommige buurten is de verhouding scheef gegroeid, met overlast tot gevolg en zorgen over de brandveiligheid. In alle andere studentensteden geldt een rem op deze verkamering, via een maximumpercentage aan het aantal studentenhuizen in een straat of wijk. Waarom in Delft niet?" Wethouder De Prez betitelde zo'n quotum-regeling als een 'dure en moeilijk uitvoerbare oplossing'. Naast de bouw van duizend nieuwe studentenwoningen in Delft – 'en dan bij voorkeur in de TU-wijk' – wil hij liever het systeem van een 'omzettingsvergunning' invoeren. Voor een bestaande burgerwoning die wordt verkocht of verhuurd gaat worden aan studenten is dan een nieuwe gemeentelijke vergunning nodig. Het stadsbestuur kan zo toestemming onthouden aan 'verkamering' van een pand in een straat waar al teveel van dit soort studentenhuizen zijn. VVD-raadslid Bart Smals noemde deze opzet, gezien de situatie in de binnenstad, 'een goede eerste stap'.
Elwin van Beurden van STIP was er minder gelukkig mee. "Geluid is niet altijd te voorkomen, overlast wel, door goede communicatie. Laten we terughoudend zijn met een omzettingsvergunning. Liefst eerst overleg." Op 1 december beslist de raad, vermoedelijk neerkomend op instemming met de aanpak van De Prez. Wat mevrouw Van Leeuwen daarvan vond?, vroeg de raadscommissie-voorzitter haar. Die: "Ik ben voor het eerst bij een vergadering als deze, en ik hoor alleen maar babbeldebabbel. Het wordt toch gewoon doorgedrukt. Mijn besluit staat nu vast, ik ga verhuizen."