Chris Treling vond het leuk dat hij bij FC Den Haag Delftenaren als Bram en Leo Rontberg tegenkwam.
Chris Treling vond het leuk dat hij bij FC Den Haag Delftenaren als Bram en Leo Rontberg tegenkwam. "We werden echt een beetje een Delftse clan." (foto: Roel van Dorsten)

Hoe gaat het met Chris Treling?

advertenties

DELFT - Chris Treling (57) speelde al op 14-jarige leeftijd zijn eerste wedstrijd voor BEC 1 en schopte het tot ruim driehonderd wedstrijden in het betaalde voetbal.

Treling woonde aan de Anna Boogerd. "Daar leefde je de hele dag op straat. Je was aan het voetballen óf je haalde kattenkwaad uit. Mijn vader had bij Delft gespeeld en wilde graag dat ik daar ook ging voetballen, maar ik ging bij mijn vrienden uit de buurt, bij BEC spelen."

- En je had talent...
"Ja, ik liep gelijk op met René den Os, die uiteindelijk de stap naar FC Den Haag een jaar eerder maakte. Op mijn veertiende kwam hoofdtrainer Piet de Vries me van school halen en gingen we één-tegen-één spelen in de Delftse Hout. Ik deed zelfs al met een oefenwedstrijd van het eerste mee. Een jaar later, onder Peter Hoet, zat ik vast bij de selectie."
- Was dat een goed elftal?
"Absoluut. We speelden met onder anderen Jan Olsthoorn, Theo Bosman, André Cinjee, Ton van der Hoeven en Frans van Velzen. Dat elftal zou nu makkelijk in de eerste klasse meekunnen. Op mijn zeventiende maakte ik de stap naar Den Haag."

- Hoe ging dat?
"Het eerste halfjaar speelde ik in het derde, totdat trainer Piet de Visser zei dat ik met een oefenwedstrijd van het eerste mee ging spelen. Dat was het elftal met Aad Mansveld, Dick Advocaat, Lex Schoenmaker, Henk van Leeuwen en Hans Galjé. Toen ik ze in de warming-up strak zag passen werd ik zenuwachtig. Schoenmaker had het door en zei me dat ik mijn eigen wedstrijd moest spelen. Dat lukte, want bij rust stond het 0-2 door twee goals van mij. Het jaar erna zat ik bij de selectie."

- Heb je meer clubs gehad?
"Ja, ik heb in mijn Den Haag-tijd tussendoor nog een half jaar bij Germinal Ekeren gespeeld en heb nog drie jaar bij SVV gespeeld. Daarna heb ik een jaar bij Wippolder gevoetbald, waarna ik via RVC als trainer/speler naar Delfia ben gegaan."

- Wat maakte het meeste indruk?
"Die jaren bij Den Haag in de eredivisie. Ik heb heel wat spelers voorbij zien komen, maar vond Jan van Dijk en Frans Thijssen de lastigste tegenstanders. Verder was er natuurlijk de kleedkamerhumor. Bij SVV moest ik naar het toilet, ving ik de grote boodschap op en liep ik naar een aantal medespelers. Ik liet die drol zien en zei: 'We gaan een quizzie doen, wat heeft Chrissie gisteren gegeten?' Die gasten liepen kotsend weg."

- Hoe bevalt het trainerschap?
"Ik heb in achtentwintig jaar heel wat clubs gehad en zit sinds dit seizoen bij Naaldwijk. Ik geniet er nog elke dag van om met die gasten op het veld te staan."