Een typisch Delfts beeld, met de Nieuwe Kerk, een groene gracht en vrachtwagens die de weg blokkeren. Vanaf komend jaar mogen vrachtwagens alleen nog tussen 07.00 uur en 11.00 uur de binnenstad in.
Een typisch Delfts beeld, met de Nieuwe Kerk, een groene gracht en vrachtwagens die de weg blokkeren. Vanaf komend jaar mogen vrachtwagens alleen nog tussen 07.00 uur en 11.00 uur de binnenstad in.

Transportsector in protest tegen invoering venstertijden binnenstad

Algemeen

DELFT – Vrachtwagens kunnen vanaf komend jaar in de binnenstad niet meer laden en lossen wanneer ze dat willen. Transport en Logistiek Nederland (TLN) ziet dit plan niet zitten.

Vrachtverkeer mag vanaf 1 januari 2017 alleen nog op maandag tot en met zaterdag tussen 07.00 uur en 11.00 uur de stad in. Op zon- en feestdagen geldt zo'n 'venstertijd' van 10.00 uur tot 12.00 uur. Dit was al jaren een grote wens van onder meer bewonersverenigingen in de binnenstad, waarvan sommigen bijna elk uur van de dag worden geconfronteerd met ronkende vrachtwagens voor hun deur.

Transport en Logistiek Nederland, een vereniging waar zo'n 5100 transporteurs en logistieke dienstverleners bij zijn aangesloten, gaf afgelopen week in een brief aan de Delftse politiek aan dat haar achterban niet gelukkig is met de invoering van venstertijden. De distributiespecialisten, schrijft hun voorzitter Arthur van Dijk, verwachten dat deze maatregel er juist toe leidt dat er extra voertuigen moeten worden ingezet om binnen die beperktere tijd dezelfde hoeveelheid goederen af te leveren. 'De invoering van venstertijden zorgt dus juist voor meer verkeer in de binnenstad in plaats van minder', verwacht Van Dijk. Zijn organisatie geeft de voorkeur aan venstertijden van 18.00 uur 's avonds tot 12.00 uur de volgende dag. "Een bezopen idee om vrachtwagens 's nachts in de stad te laten laden en lossen", reageert Floris le Conge Kleyn van Belangenvereniging Zuidpoort. Hans van Bodegom van Belangenvereniging Binnenstad Noord is het met hem eens. Van Bodegom zit namens de drie belangenverenigingen in de binnenstad met enige regelmaat om tafel met de verschillende betrokken partijen, zoals de Gemeente Delft en TLN. De vier kantjes tellende brief van TLN komt er volgens hem in het kort op neer dat de transportsector alles wil houden zoals het is. "Dat doen ze onder het motto dat het allemaal zo moeilijk is", reageert Van Bodegom. "Maar het is helemaal niet moeilijk. Het levert hen als transportsector hooguit meer werk op."

TLN pleit verder in haar schrijven voor meer een nulmeting waarmee 'overlast en effecten van het invoeren van venstertijden' in kaart worden gebracht. Volgens Van Bodegom zijn er genoeg cijfers. "Ik zie die brief als een vertragingstechniek. Het is een remmend soort achterhoedegevecht, maar ik vermoed dat het geen kans van slagen heeft." Eén aspect in de brief kan hem wèl bekoren. Transport en Logistiek Nederland kondigt namelijk aan graag mee te willen denken over het bevoorraden van de binnenstad zonder CO2-uitstoot. Zij geven aan onder haar achterban te willen kijken welke partijen nog meer gebruik kunnen maken van de diensten van Stadslogistiek Delft, die goederen momenteel met elektrische voertuigen in de binnenstad aflevert. "Hartstikke goed dat ze dat willen", zegt Van Bodedom. "Maar dan ben ik, en dat is heel flauw, wel geneigd te zeggen: waarom kwamen jullie daar niet eerder mee? Het is goed als transport efficiënter gaat. Dat niet tien keer een vrachtwagen één pallet goederen aflevert, maar één vrachtwagen die in één keer tien pallets aflevert. Transporteurs moeten dit beter regelen en hierin het voortouw nemen. Dán krijgen we innovatie en verbetering."