Groen licht voor aanleg kelder Nieuwe Kerk

DELFT – De aanleg van een nieuwe kelder bij de Nieuwe Kerk kan binnen afzienbare tijd beginnen. De rechter heeft bepaald dat de vergunningen hiervoor in orde zijn.

Hierover was veel discussie ontstaan. Dit ging vooral over de 2100 eeuwenoude skeletten die rond de kerk, die momenteel wordt gerestaureerd, begraven liggen. Als hier een nieuwe kelder wordt aangelegd, zullen honderden graven moeten worden geruimd. Archeologen willen dat gedegen onderzoek wordt gedaan naar die skeletten, voordat ze een nieuwe bestemming krijgen. De kosten hiervoor zijn – volgens de archeologen veel hoger dan het budget dat hiervoor nu beschikbaar is.

In het verweer
De Oudheidkundige Werkgemeenschap Delft en de Archeologische Werkgemeenschap Nederland kwamen daarom in het verweer. De verenigingen tekenden bezwaar aan tegen de bouwvergunning die Delft had verstrekt. De discussie heeft tot nu toe al voor zeker één tot twee jaar vertraging gezorgd. Nu de Haagse rechtbank heeft geoordeeld dat er niks mis is met de verleende vergunning, kan de aanleg van de kelder waarschijnlijk binnen afzienbare tijd beginnen.
"We zijn uiteraard blij dat de rechter heeft geoordeeld dat de Gemeente Delft bij een bouwvergunning een afweging mag maken tussen verschillende belangen", reageert Arco Valkenburg, voorzitter van het College van Kerkrentmeesters Beheer Oude en Nieuwe Kerk. Daarbij heeft de rechter enerzijds oog gehad voor het archeologisch belang en anderzijds had hij aandacht voor het belang van de kerk om deze plek nu en in de toekomst goed te kunnen gebruiken, merkt Valkenburg op. "Een gebruik dat gericht is op het kerkelijk gebruik en op een breder gebruik van de Nieuwe Kerk doordeweeks."

'Behoorlijk
teleurstellend'
Bram van den Band laat namens het kamp van de archeologen weten de uitspraak 'behoorlijk teleurstellend' te vinden. "Het probleem is dat de Gemeente Delft en de Protestantse Gemeente Delft gelijk hebben gekregen. Ze stellen maximaal 3 ton beschikbaar voor opgravingen. Daar kun je misschien 10 tot 20 procent van opgraven", reageert Van den Band. Zo gaat volgens hem en z'n collega's een schat aan informatie verloren. Daarbij komt dat - volgens het Verdrag van Malta - de partij die wil graven, het archeologisch onderzoek moet betalen. "Dat wordt nu onderuit gehaald. Ik kan me voorstellen dat ze, met deze uitspraak in de hand, ook elders in het land gaan zeggen: 'Als het onderzoek een miljoen moest kosten maar het kan ook voor een ton, dan doen we het toch voor een ton'."
Volgens Arco Valkenburg is voor het gehele archeologische onderzoek geen 3, maar 7 ton beschikbaar, laat hij weten. Valkenburg kan nog niet vertellen wanneer de graafwerkzaamheden kunnen beginnen. De kerk wacht eerst de beroepstermijn van zes weken af. De archeologen zijn zich nog aan het beraden of ze nog in conclaaf willen tegen het oordeel van de rechter. "We kunnen nu in elk geval een goede afweging maken op welke wijze we verder gaan", vervolgt Valkenburg. "Het hebben van de vergunning is daarvoor belangrijk, maar nog niet de enige voorwaarde om tot realisatie van onze plannen over te gaan. De uitspraak is in elk geval een opsteker."