Burgemeester Bas Verkerk (rechts) ontving van Lieke van Rossum, voorzitter van de onderzoekscommissie, het eerste exemplaar.
Burgemeester Bas Verkerk (rechts) ontving van Lieke van Rossum, voorzitter van de onderzoekscommissie, het eerste exemplaar.

Beschuldigende vinger wijst minder naar de crisis en meer naar de eigen organisatie

Politiek

DELFT – De gemeenteraad heeft laten onderzoeken hoe we afgelopen jaren toch zo in de financiële malaise zijn beland. Die vraag leidde tot vier rapporten met 305 pagina's tekst en zeven steeds weer terugkerende fouten.

Maandag werd dit pakket in het Stadhuis gepresenteerd. Pers, politici, oud-politici, bestuurders en oud-bestuurders waren erbij. In een volle raadszaal werd voor insiders niet iets heel nieuws of schokkends verteld. Wel staat het complete plaatje nu zwart op wit, officieel en in lijvige rapporten uitgebreid beschreven.

Lieke van Rossum, voorzitter van de onderzoekscommissie, gaf een soort samenvatting van de samenvatting van bergen werk, onderzoek, interviews en conclusies. En menig conclusie passeerde eerder al in Delft op Zondag de revue, onder meer in het artikel 'Hoe tunnelvisie, optimisme en de crisis Delft diep in de schulden brachten', in de editie van 10 augustus 2014.

Opvallend is wel dat Delft tot deze week vooral de crisis en andere externe factoren als hoofdschuldigen aanwees voor de financiële malaise. Nu de drie grote projecten waar veel mis ging - de Spoorzone, Harnaschpolder en Sebastiaansbrug – goed onder de loep zijn genomen, blijkt wel dat ook Delft zelf voor een groot deel het boetekleed aan mag trekken. Nergens worden schuldigen aangewezen, maar in de zeven terugkerende thema's wordt wel duidelijk dat niet alleen de crisis Delft de das om deed.
Zo staat, bij punt één, dat Delft bij geen van de drie grote projecten heeft getwijfeld of het die projecten op dat moment wel kon uitvoeren èn of het wel genoeg geld en capaciteit had om dit te doen. Dodelijk, zeker in combinatie met punt twee: alle drie de projecten werden te optimistisch gepland. En altijd was daar de vertraging. De nieuwe Sebastiaansbrug had er in 2007 al moeten liggen, de Spoorzone zou in 2019 helemaal afgerond moeten zijn en de Harnaschpolder had in 2011 helemaal volgebouwd moeten zijn. Het wordt helaas allemaal wat later.

Niet alleen de planning, maar ook over de financiële opbrengsten dacht Delft steeds weer te optimistisch. De kosten vielen steeds weer hoger uit, de risico's werden te laag ingeschat. Dan punt vier: de onderhandelingen. Daarin haalde Delft herhaaldelijk niet bepaald het onderste uit de kan. Integendeel. Omdat Delft niet wilde dat projecten stil kwamen te liggen, speelde het geen hard spel. Zo tastte Delft in de buidel om het contract met vastgoedontwikkelaars in de Spoorzone te ontbinden. Met het overmaken van vele euro's werd een lange juridische strijd, tijdverlies en imagoschade voorkomen. 'Een louter financiële afweging had misschien tot een andere keuze geleid', concluderen de onderzoekers. Bij punt vijf is daar dan de economische crisis, die inderdaad effect heeft gehad op de te verwachten inkomsten van woningbouw in de Spoorzone en Harnaschpolder. Maar, staat ook hier: 'Hoewel de crisis grote impact heeft gehad op de financiën van beide projecten, is de negatieve ontwikkeling niet volledig te wijten aan de crisis'. En zelfs 'zonder een crisis hadden zich wellicht – weliswaar lagere – financiële tegenvallers voorgedaan', luidt de conclusie.

Kon er nog meer misgaan? Ja. Want 'ondanks zijn inzet kreeg de raad onvoldoende grip op de projecten', lezen we. Bovendien werden raadsleden 'regelmatig onaangenaam verrast'. Bij de 'go-beslissing' waren ze dikwijls enthousiast. Daarna werden ook nog wel kritische vragen gesteld, onderzoeken uitgevoerd en moties ingediend. Maar meerdere keren kwam de raad voor negatieve verrassingen te staan. Verder stelde mededelingen van de Delftse Rekenkamer in 2012 en de accountantsrapportages van Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone (OBS) de raad gerust. Hun oordeel werd als leidend gezien voor de totale stand van zaken. Als die twee partijen zeiden dat het wel snor zat, kon er toch niet veel aan de hand zijn... Terecht wordt na dit alles bij punt zeven gevraagd hoe goed de projectorganisatie was – of niet - en in hoeverre Delft wel in staat is zulke projecten uit te voeren. 'Een goede projectorganisatie heeft een goed overzicht van de planning en de kosten, spoort risico's snel op, beheerst deze in een vroeg stadium en trekt tijdig aan de bel als zaken mis dreigen te lopen', vinden de onderzoekers. Maar uit de feitenrelazen blijkt nu dat wat deze aspecten betreft juist veel mis ging. De communicatie tussen gemeente en OBS verliep soms stroef. Het eigen vermogen is grotendeels door de drie projecten met 141 miljoen euro gedaald. Maar, wordt geconcludeerd: de kiem voor de huidige financiële situatie is al eerder gelegd. Want de afgelopen tien jaar hebben in financiële zin één ding gemeen: elk jaar werd begroot meer uit te geven dan dat er binnen zou komen. Dus is de al in 2005 gegeven aanbeveling om de financiële reserves te verhogen, niet opgevolgd. Ze zijn zelfs flink afgenomen.

De onderzoekscommissie adviseert om uiterlijk eind 2016 een 'regeling risicovolle projecten' te hebben, een instrument dat moet voorkomen dat het nog eens zover komt. Het rapport is namelijk uitgevoerd met één groot doel: voorkomen dat Delft zich niet vier keer aan dezelfde steen stoot. Dat er maandag raadsleden waren die tijdens de presentatie drukker met Facebook en hun telefoon in de weer waren, stelt in dat kader helaas nog niet helemaal gerust…