Felice Stalenburg en haar passies voor de zorg, de Oosterschelde, de inktvis en het duiken

Algemeen

DELFT – "Ik leid eigenlijk een heel eigenaardig leven". Felice Stalenburg valt maar gelijk en luid en duidelijk met de deur in huis. "Ik werk 's nachts, ik slaap overdag. Ik ben een beetje wereldvreemd, ik zie ook niet zo veel mensen".

Ze mag zich dan vrolijk 'een beetje wereldvreemd' noemen, op haar achterhoofd is ze beslist niet gevallen. En op haar mondje al helemáál niet. Passie. Gedrevenheid. Plichtsbetrachting. Het zijn een paar trefwoorden voor wat ze doet. En hoe. Als ze werkt, in de zorg. En als ze niet werkt, maar buitengewoon actief is ten bate van, bijvoorbeeld, het Sepiaproject, waarin zij en haar al even bevlogen echtgenoot hun hele ziel en zaligheid leggen. Felice Stalenburg, dus. Ze is 49 jaar geleden geboren in Den Haag. Om precies te zijn: in de Schilderswijk. Op haar achtste verkast ze naar Delft. Waar ze intussen dus alweer 41 jaar woont. "Ik ben half Delftse en half een Zeeuws meisje". Dat komt zo: "Ik werk steeds een week in Delft. En dan ben ik een week in Zierikzee. Daar hebben we een camper. Mijn man zit daar het hele jaar, ik zes maanden per jaar". Ze heeft twee zussen en een broer. Haar moeder omschrijft ze als 'huisvrouw, vriendin en vrijwilligster', haar vader was machinebankwerker, maar dan van het verfijndere type: "Hij maakte apparatuur voor ziekenhuizen, maar ook grote modeltreinen. Ik denk dat ik dat creatieve van hem heb, dat tekenen en schilderen, het maken van sculpturen van inktvisschelpen". 

Na de Lagere School en de HAVO kiest ze voor de zorg. Doet echter ook twee jaar de Lerarenopleiding Tekenen en Textiel. "Maar dat vond ik toch niks". Ze houdt er wèl haar echtgenoot aan over. "Ik leerde Joop kennen, in een kraakpand op het Bagijnehof. Daar wonen we nu nóg, maar wèl legaal. We zijn, destijds, in één dag gaan samenwonen. De eerste drie maanden wist ik z'n achternaam niet eens. Deze maand zijn we 29 jaar samen". 

-En hebben jullie het nog steeds leuk samen?
"Wat denk je? We zijn elkaars maatjes. Gepassioneerd van de natuur, gek van duiken. Het is dat zigeunerige, dat gipsy-achtige. Nee, ik ben totaal niet materialistisch. Ik geef absoluut niet om luxe. Ik doe drie jaar met dezelfde spijkerbroek. Ik heb een heel mooi, rijk leven. Nee, we hebben geen kinderen. Ik ben gek van beesten. Ik heb twee hondjes. Joop zegt ook: Ik hou meer van m'n beesten dan van mezelf". 

In de verzorging werken, het is al heel jong haar ding. "Ik ben als zeventienjarige begonnen in Die Buytenweye. Toen ik Joop leerde kennen, ben ik gestopt met de Lerarenopleiding. Ja, ik ben een echt zorgmens. Ik heb niet de ambitie om in een leidinggevende functie te werken. Ik ben echt een mens voor aan het bed". Ze behaalt in 1985 het diploma Bejaardenverzorgende. Ze moet, deelt ze monter mee, nu weer een jaar naar school om haar kennis up to date te houden. "Vind ik hartstikke leuk, al kan ik daardoor wel een dagje minder naar Zierikzee".
Ze doet, binnen de zorg, zo ongeveer elke vijf jaar iets anders. Werkt voor Maatzorg en (via uitzendbureaus) voor bijvoorbeeld het Joris en de Bieslandhof. "Ik heb eigenlijk alle zorginstellingen wel gehad, tot in het Westland toe. De laatste negen jaar werk ik voor Steffana. Heel leuk en afwisselend werk, maar ook wel stress. Maar daardoor wordt ook het beste in je naar boven gehaald. Je moet creatief zijn, zelf oplossingen bedenken". 

Ze is 'heel optimistisch', zegt ze heel optimistisch. "Al valt dat soms niet mee. Vooral de laatste maanden wordt de druk wel hoog. Is het soms heftig. Maar ja, die crisis, hè? Je moet het dan juist allemaal met elkaar doen".

'MAAR JE WENT ER NOOIT AAN'
Lief en leed, ze kan er onderhoudend over vertellen. Ze maakt wat mee, in die nachtelijke werkuren. "Je bent vooral vaak een luisterend oor voor de mensen die je verzorgt". Ze somt moeiteloos op wat zij en haar collega's zoal voor de kiezen krijgen. "Dan ligt er iemand op de grond. Of iemand moet naar het toilet. Iemand voelt zich niet lekker. Of iemand moet gedraaid worden. Of verschoond. Je kijkt om een hoekje als iemand onrustig is. Je hebt te maken met mensen die vergeetachtig zijn. Of een been hebben gebroken". Kortom: zo veel klanten, zo veel klachten. "Ja, de zorg wordt steeds zwaarder. Vroeger kwam je in een verzorgingshuis als je 65 was en eigenlijk niks mankeerde. En dan zat je er nog een flink aantal jaren. Tegenwoordig kom je er alleen in als je echt niet meer thuis kan blijven. Sommigen zijn wel héél slecht als ze hier komen. Daardoor is het verloop ook groot, omdat de mensen hier pas komen als ze op hun laatste benen lopen". 

-Je maakt dus regelmatig mee dat mensen die je verzorgt overlijden. Kan je daar goed mee omgaan?
'Je went er nooit aan, maar je leert er wel mee omgaan. Iedereen die je verzorgt wordt ook een stukje van jezelf, zeker als je ze lang hebt verzorgd. Maar je merkt ook vaak dat er een zekere rust over ze komt, dat de mensen er klaar voor zijn. Bij heel zieke mensen is het belangrijk dat ze geen pijn hebben. En het afscheid nemen van de familie, dat is ook heel belangrijk. Er is namelijk geen weg terug. De dood kan ook heel griezelig zijn. De dood is toch nog wel een soort taboe. Aan de andere kant: de dood kan ook een hele bevrijding zijn. Maar je went er nooit aan. Er zijn mensen die ik nóg mis". 

Ze heeft, denkt ze hardop, 'bijzonder werk'. Dat ze met volledige overgave doet. "De laatste tijd neem ik het ook wel mee naar huis". Dat komt: "Ik kan er niet tegen als dingen spaak lopen doordat er bijvoorbeeld te weinig personeel is". Ze is 'bijna nooit ziek' en ook nog 's 'heel gedreven'. Daarom: "Ik ga geen dag met tegenzin naar m'n werk". Werk dat ook fysiek de nodige eisen stelt. Gelukkig maar: "Ik ben in een heel goeie conditie. Ik ben ook een healthfreak. Ik hou van groenten en fruit. Ik ben veel in beweging. Ik wil er gewoon voor zorgen dat m'n lijf goed blijft. Ik ben ook nooit verkouden. Drie jaar terug heb ik een ongeluk gehad. Moest ik aan m'n knie geopereerd worden. En bij de Bedrijfshulpverlening heb ik een keer een verkeerde beweging gemaakt. Daardoor scheurde ik een spier in m'n nek. Ik schaamde me dood. Ik heb een hoop pijn gehad, maar ik ben maar één dag thuis gebleven. Ze zeggen wel 's: Als ik niet meer kan werken, kunnen ze me horizontaal weg laten dragen. Als je ziek bent en thuis moet blijven, dat vind ik heel erg. Maar ik ben dus eigenlijk nooit ziek". Ze klopt het onmiddellijk af. Lacht: "Een gezonde geest in een gezond lichaam, hè?" Ofwel: "Als je lekker in je vel zit, blijf je lichamelijk beter op de been". 

-Hoe lang denk je dit werk nog te kunnen doen?
"Ik ben heel vitaal, ik vind het leuk werk, dus ik moet het nog heel lang kunnen volhouden".

'WAT IK ZELF KAN DOEN, DOE IK ZELF'
"Wij werken met mensen", dat moeten we wel even goed beseffen, zegt ze. "En niet met auto's. Dat je die in het weekend laat repareren en dat je dan merkt dat de uitlaat er bij bungelt. Als wij een fout maken, maken wij een fout met de gezondheid van mensen. Een medische blunder wordt ons ongelooflijk zwaar aangerekend. Dat geeft extra werkdruk, ja. Ik heb nog nooit een medicijnfout gemaakt, maar ik zeg nièt dat het me nooit zal overkomen. Als iemand een paar uur op de grond gelegen blijkt te hebben, dan trek je je dat aan. Dat neem je ook mee naar huis. Fouten maken, het kan gebeuren. Maar maak het ook meteen weer goed". Ze zegt dat 'het team heel belangrijk' is. Niettemin: "Ik ben een solist. Ik heb een heel hoge drempel om een ander om hulp te vragen. Wat ik zelf kan doen, doe ik zelf". Ze herhaalt het nog maar eens: "Af en toe staat bij collega's het water toch wel aan de lippen. De vakantieperiode, te weinig personeel, de bezuinigingen, het valt niet mee. Maar ondanks die moeilijkheden werk ik graag". 

-Wat vind je nou zo mooi in jouw werk?
"Ik heb dat verzorgende nou eenmaal in me". Bovendien: "Ik ben een heel grappige zuster. Ik heb rare verhalen, niks is te gek voor mij. Ik hoop de mensen in de laatste fase van hun leven nog wat mee te geven van de buitenwereld. Maar ik ben ook een luisterend oor. Ik wil een band met de mensen, maar ik ga ze niet ook nog 's privé opzoeken. In die negen uur dat ik werk ben ik er voor ze. Ik ben een ontzettend gevoelsmens. Op het werk probeer ik 200, nee 300 procent uit mezelf te halen. Ik vind het ook leuk als ze zo blij zijn dat ik er voor ze ben. Er is iemand die op de laatste dag van de week dat ik werk heel lelijk tegen me doet. Omdat ik er dan een week niet ben. Tenminste, dat denk ik, hoor…" 

Ze werkt zeven nachten van negen uur achtereen. "Ik ga altijd laat naar bed. Om een uur of tien, half elf 's morgens. Slaap ik tot een uur of vier. Daarna ga ik knutselen, thuis. Schilderen. Tekenen. Sculpturen maken van inktvissenschelpen. Dolfijnen, walvissen, zeehondjes. Uit één schelp haal ik wel vijf, zes dolfijntjes. Helemaal natuurecht. Net als met schilderen en tekenen". Want, zegt ze, als schilderes is ze niet alleen autodidact, maar ze noemt zich ook natuurkunstenaar. Ze laat, als bewijzen, prachtige pentekeningen zien. Inderdaad, natuurecht. Tot in de kleinste details. "Ik teken de natuur zoals die is. En ik heb alles met de zee. Vooral met de Noordzee". Als ze zegt dat ze soms mee naar huis neemt wat haar tijdens haar werk heeft geraakt, zegt ze er gelijk achteraan: "Maar de zee is het goeie medicijn om dingen los te laten. Voor mij dan". Ze tekent en schildert niet om eraan te verdienen. "Ik doe het vooral voor mezelf. Ik verkoop wel, ik maak ook illustraties voor boeken, maar het tekenen en schilderen is voor mij het belangrijkste".
Praten met Felice Stalenburg is vooral luisteren naar een vrouw die het praten tot kunst heeft verheven. Lacht: "Ik praat zó veel, ik krijg een dooie nog tot leven". En, zo we dat nog niet wisten: "Ik heb altijd goeie zin". 

De zee, dus. Of beter: Zierikzee. Of nóg beter: de Oosterschelde. Door haar steevast 'het grootste nationale park van Nederland' genoemd. Waar niettemin grote gevaren op de loer liggen. Met name voor de Sepia. Ofwel: voor de zeekat. Ofwel: voor de tienarmige inktvis. Felice en Joop Stalenburg zijn de drijvende krachten achter het Sepiaproject. Ze wonnen er in 2007 de Paul Fentener van Vlissingen AD Natuurprijs mee. In 'Het Zeepaard'. het tijdschrift van 'De Strandwerkgemeenschap', lezen we wat duiker Joop Stalenburg, die ook prachtige onderwaterfoto's maakt, over de (bedreiging van de) Sepia's in de Oosterschelde schrijft: 'Wat je ziet, zijn onbegrijpelijke wezens met lichtdoorlatende, wapperende rokken die laag boven de kleibodem zweven'. (..) 'Minutenlang vindt plaats waar het de dieren en hun reis hier naartoe om ging: de paring. Links en rechts zie je Sepia's zwarte eitjes zorgvuldig aan de takken vastknopen. Ook hier hoef je niet lang over na te denken: de Sepia's zijn zich aan het voortplanten'. (..) 'Maar daar denk ik wel weer over als ik boven water gekomen ben. Als ik de vissers hun netten zie optrekken waarin Sepia's gevangen zitten. Er is niks mis met visserij, maar vissen op dieren in de paartijd is niet duurzaam. En dat is wat in ons grootste nationale park de Oosterschelde nog steeds gebeurt. Een oplossing is voorhanden: met korven werken of anderhalve maand later beginnen met het plaatsen van de fuiken". 

Felice Stalenburg is nauwelijks nog te stuiten als de boze plannen aan de orde komen die Rijkswaterstaat voor de Oosterschelde in petto heeft. Ze wrijft ons een pamflet onder de neus. We lezen: 'Als er nu niets gebeurt, dreigt het onderwaterleven van Nationaalpark de Oosterschelde ernstig in gevaar te komen als Rijkswaterstaat zijn plannen doorzet om grote hoeveelheden staalslakken (afval van de Hoogovens) te storten om de dijken onder water, de zogenoemde vooroevers, te verstevigen'. Dat is goedkoper dan als er fosforslakken voor gebruikt worden. Ze heeft met eigen ogen gezien waar dat toe leidt. "Wij zijn heel fanatieke duikers". Wat heet: "Ik maak meer dan 300 duiken per jaar, de meeste van langer dan een uur. Mijn recordduik staat op 152 minuten". Maar: "Dat Hoogovenafval hóórt niet in de Osterschelde, nu nog het schoonste water van Europa". Ze geniet onder water. Bestudeert de beesten. Hun gedrag, De broedzorg. "Ik duik altijd alleen. Hoef ik op niemand te letten. Als ik een half uur naar een heremietkreeft wil kijken, zou dat een ander misschien vervelen. Mij niet". 

-Dat jullie je zo druk maken voor die ondoordachte plannen van Rijkswaterstaat, heeft dat wel zin?
"Wat dacht jij? Straks moeten de Belgen de Zeeuwse mosselen gaan boycotten omdat ze niet meer te eten zijn…" 

-Wat is het mooie van duiken?
"Het bizarre van de onderwaterwereld is dat je er nooit kan blijven. Je moet altijd terug. Het is ook een bizarre leefgemeenschap, die zich niks van de mensen aantrekt". (PB)


Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12