KNNV trekt stampend over het natuurpad, langs perzikkruid, weidehommels en sabelsprinkhanen

Algemeen

DELFT – In het Abtswoudsebos is recent een natuurpad aangelegd als vlinderbiotoop. Omdat dit pad in korte al helemaal is dichtgegroeid, gingen de leden van de KNNV afdeling Delfland woensdagmorgen op pad om de begroeiing weer plat te stampen. Delft op Zondag stampte mee.

Rond de klok van tien uur staan vier KNNV-leden èn voorzitter Geert van Poelgeest op de verzamelplek aan het Vietnampad in Tanthof. “We zijn hartstikke blij met het natuurpad en de aangelegde poelen”, vertelt Ben Lemmers. “Mijn vrouw en ik liepen er vorige week toevallig langs en zagen toen dat het fout ging. We dachten: Wie beheert dit?”, vult Wim Eijkelhof aan. Zo te zien leek het niet beheert te worden, dus zijn Wim en zijn vrouw Elly vandaag van de partij. “We willen met zoveel mogelijk mensen over de vegatatie lopen, zodat dit platter wordt. Je moet er regelmatig overheen lopen, dán blijft het een natuurpad.” 

Het gezelschap vertrekt per fiets naar het natuurpad. Daar blijkt waarom in de oproep in de KNNV-nieuwsbrief werd verzocht om stevige schoenen of kaplaarzen aan te trekken. Het natuurpad is geen pad meer, maar een dichtgegroeide groenstrook. Het is in eerste instantie dan ook niet helemaal duidelijk of we wel goedzitten. “Ja, dít is het pad”, zegt Geert van Poelgeest dan, en hij stapt de begroeiing in. De anderen volgen zijn voorbeeld. Achteraan de stoet van vijf KNNV-leden en één journalist liggen de distels en ander onkruid omgeknakt tegen de grond. Een natuurpad is herboren. 

Dan treffen we rechts een poel aan. “Er staat mooi water in, hè?”, zegt Geert van Poelgeest, en hij hurkt bij het water. “Zou er al wat inzitten”, vraagt Jannie de Jong zich hardop af. Dan gaan ook de anderen zo dicht mogelijk bij het water zitten. Ze kijken en zien vooral kleine waterdiertjes. De poel is eerder dit jaar drooggevallen maar dat is juist goed, leggen Ben Lemmers en Geert van Poelgeest ons uit. Daardoor zijn de vissen namelijk gestorven en maken amfibiën ook een kans om zich voort te planten. 

Tijd om verder te lopen. “Daar lopen we even omheen, hè”, verzoekt Van Poelgeest als hij de moerasandoorn op zijn pad treft. “Ah, en de weidehommel is er ook!”, roept hij dan enthousiast, en hij wijst ‘m na met zijn hand. Het gezelschap treft nog veel meer diersoorten aan. “Je zou hier eigenlijk wekelijks een wandeling doorheen moeten laten gaan”, vindt Jannie de Jong dan ook. “Je moet weten dat het er is”, merkt Van Poelgeest daarbij op. Zelf weet hij als geen ander dat het Abtswoudsebos er is en hoe bijzonder dit stukje natuur aan de rand van de stad is. “Mijn vrouw heeft hier laatst 691 diersoorten geteld, dat waren vooral insecten.” 

Even lijkt Jannie de Jong de hoop verloren. “Dit staat morgen alweer rechtop, hoor. We zijn eigenlijk met te weinig mensen.” Daar denkt van Poelgeest anders over. Gras groeit misschien weer zo omhoog, maar omgeknakte distels blijven liggen waar ze liggen.” 

Dan stapt Ben Lemmers op ons af. “Kijk, dit is voor Delft op Zondag”, zegt hij. “Dit is watermunt. Dat groeit hier gewoon. Ruik maar.” We ruiken munt en concluderen dat het goed is. 

Geert van Poelgeest is vandaag druk met zijn camera. Als hij een groepsfoto van het stampende gezelschap wil maken, gaan zij even door de knieën waardoor het lijkt alsof de begroeiing minstens anderhalve meter hoog staat. Hilariteit alom. Minder leuk vinden de KNNV’ers het als ze perzikkruid op hun pad treffen. “Stáát er een mooi bosje perzikkruid, trappen wij het plat.” 

Het gezelschap wordt bij het aantreffen van elke nog niet gespotte diersoort enthousiaster. Totdat ook de steekvlieg zich meldt. “Au, dit zijn stekers!”, voelt Jannie de Jong. Elly Eijkelhof laat weten vandaag ook al gestoken te zijn. De natuur kan mooi maar ook hard zijn.” 

Het natuurpad, dat we vandaag platstampen, is aangelegd als vlinderbiotoop, maar na driekwartier hebben we nog geen fladderende vlinder gezien. “Dan moet je voorop gaan lopen, want wij jagen ze weg”, geeft Ben Lemmers ons een tip. Zelf heeft hij er al meerdere gezien, waaronder een atalanta. Van Poelgeest wijst ons meteen op een klein geaderd witje en zo is de eerste voor ons zichtbare vlinder een feit. 

“Hé, wat is dat voor een leuke bloem”, vraagt Jannie de Jong dan aan de anderen. “Dat is een reigersbek”, antwoordt Van Poelgeest. “Leuk hoor. Maar we gaan weer verder.” Lang duurt het lopen niet, want iemand ziet twee uit de kluiten gewassen sabelsprinkhanen. De aanwezigen stellen zich in een kring rondom de spinkhanen op en kijken vol verwondering naar dit tafereel. Als we verder lopen vertelt Geert van Poelgeest over die keer dat hij een tip binnen had gekregen over een veld vol sprinkhanen. Hij ging op zoek naar die plek, maar trof een homo-ontmoetingsplaats aan. “Wat zei je toen: ‘We komen niet voor jullie’?, grapt één van hen. En lachend stampen de KNNV’ers weer verder. Even later ontstaat voor de zoveelste keer vandaag twijfel over de vraag waar het natuurpad nou precies is. “Je loopt de hele tijd omlaag te kijken, dus je kunt je niet oriënteren”, verklaart Wim. De wandeling stopt echter weer als Jannie een vlinder ‘met een prachtig oranje vleugeltje’ ziet. De vlinder is echter ook zo weer verdwenen en wordt niet meer gevonden. Wel ziet Van Poelgeest op hetzelfde stukje groen een gamma-uiltje. Ook mooi. 

Na anderhalf uur is het mooi geweest. “Ik vond het heel geslaagd”, zegt Van Poelgeest als we weer bij de fietsen zijn. “Je zag duidelijk waar we hebben gelopen.

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12