Mensen het naar de zin maken, daar kan Wendy Vaderloos, van De Brasserij, knap gelukkig van worden

Algemeen

DELFT – Wendy Vaderloos, ze maakt nadrukkelijk deel uit van het familiebedrijf dat Partycentrum De Brasserij is, zegt het in alle bescheidenheid: "Ja, ik ben gelukkig. Dat mag toch als je er hard voor werkt?"

Toegegeven, het is even verleidelijk als voor de hand liggend erover te beginnen, maar die achternaam, Vaderloos, waar komt die nou vandaan? Wendy Vaderloos, de achternaam is die van haar man John, van haar schoonvader Chris en van haar zwager Michel, zou het ook niet precies weten. "Volgens mij komt die nog wel voor in Friesland". Nu we het er toch over hebben: "Mijn schoonvader heeft twee zonen. Mijn man en ik hebben drie dochters. Mijn zwager heeft een stamhouder van bijna één jaar, dus de naam Vaderloos blijft wel bestaan". Gevraagd naar de beste grap over haar huidige achternaam, naamgrappen behoren immers tot de gemakzuchtige vormen van lollig zijn, komt ze toch niet verder dan de wel erg voorspelbare vraag of ze echt geen vader heeft. Wat ze wèl met een zekere regelmaat meemaakt: "Dat ik de naam moet spellen". En die naam zorgt ook wel 's ongewild voor verwarring. "We hadden een keer een last minute geboekt. Stonden we op Schiphol, konden ze onze tickets niet vinden. Die stonden op Van der Loos". Toeval of niet: "De oude eigenaar van De Brasserij was boer Loos. Hij had ook het Techniekmuseum. Z'n vrouw was in verwachting van een tweeling, hij wilde van De Brasserij af. Een paar maanden voordat ik zou bevallen van onze oudste dochter hebben we de zaak gekocht. Was in drie dagen beklonken". Die 'we' waren Chris Vaderloos, z'n zoons John en Michel en Wendy, die van zichzelf Kleinee heet. Een Haagse naam. En Haagse wás ze. "Mijn vader was glazenwasser, mijn moeder kapster. Haagser kan het niet". Ze raakte, drie-en-twintig jaar geleden, verslingerd aan haar man John. "Mijn schoonouders hadden toen een cafetaria op de Rotterdamseweg. Later hadden m'n schoonvader en m'n man een lunchroom op de Brabantse Turfmarkt. Ik was zeventien toen de vlam met John oversloeg. Van het één kwam het ander. Nu zijn we 23 jaar en drie dochters verder". Ja, weet ze nog wel, veel mensen dachten: die gaan nog wel voor een knul. "Maar ik vond het eigenlijk wel stoer, drie dochters". Ze wil er maar mee gezeggen: "Zo ben ik dus in Delft terecht gekomen". Waar haar man, ze vindt het best een vermeldenswaardig detail, in wijlen BEC voetbalde. "We hebben op de Rotterdamseweg gewoond, naast de cafetaria. En op de Julianalaan, boven de slijterij. Daarna hebben we zeven jaar in oud-Delfgauw gewoond. En nu wonen we alweer bijna zeven jaar in Oude Leede. Héérlijk rustig". 

-Wat voel je je nou het meest: Delftse, Haagse, Oude Leedese?
"De meeste jaren heb ik toch in Delft gewoond en gewerkt. Ik kan wel van Delft genieten. Van de mooie panden en de oude geveltjes. Als ik over de Markt loopt, denk ik wel: Zo hé, dat is toch wel mooi. Helemaal zoals nu, met het zonnetje erop".
Ze is zeventien als ze van de HAVO komt. Gediplomeerd en wel. "Nee, ik wist helemaal niet wat ik wilde worden, later". Ze heeft wel iets met exacte vakken. Ze krijgt het welgemeende advies door te gaan met studeren. Maar ja: "Ik had zoiets van: dan zit ik al die jaren op school en dan word ik moeder. Dat vond ik zonde van de tijd". Een geluk bij een ongeluk: "Toentertijd kwamen de computers om de hoek kijken. Dat klinkt nu heel suf, maar dat was toen heel hip. Ben ik daarin een opleiding gaan volgen. In Delft. Klonk ook nog een beetje interessant". Na die opleiding gaat ze werken. Bij Nutricia. In Zoetermeer. "Bij het transportbedrijf van Nutricia. Vrachtwagens plannen, uren van de chauffeurs bijhouden, dat werk. En in de weekends hielp ik bij m'n man in de zaak. Zo ben ik langzaam de horeca ingerold. En fulltime in de lunchroom gaan werken". Lacht: "Ik werd verliefd en ik kreeg een schort om. Dat ging vanzelf".

'ZE MOETEN ZICH OP HUN GEMAK VOELEN'
Sinds 2006 zijn het echtpaar John en Wendy Vaderloos en Michel Vaderloos de eigenaars van en drijvende krachten achter De Brasserij. Maar, verzekert Wendy, "vlak ook m'n schoonouders niet uit". Aardige bijkomstigheid: het is deze zondag op de kop af zestien jaar geleden dat de firma Vaderloos met De Brasserij begon. Geen officiële mijlpaal, nee, maar wat Wendy betreft zeer wel het memoreren waard. "Ik denk wel 's: Wow, nu we zo ver zijn gekomen, toch wel knap dat we het met de familie zó ver hebben gebracht. Maar voor de rest: we zijn wie we zijn. Gewoon. Normaal. Vriendelijk. Mensen zeggen wel 's: Het lijkt wel of we bij jullie op visite zijn. Als ik wel 's in het Gastenboek kijk, dan krijg ik wel 's rooie wangen. Dat mensen zó tevreden zijn. Dát is de kunst, dat je probeert het iedereen naar de zin te maken. Ja, we weten ondertussen wel hoe dat moet'. 

Werken in de horeca, dat weet ze intussen maar al te goed, heeft vooral te maken met je gasten aandacht geven. "Ze moeten zich op hun gemak voelen. Natuurlijk, ook het eten moet goed en lekker zijn. Maar het gaat om die aandacht. Al heb je er natuurlijk altijd mensen bij die wat te zeuren hebben. Dat hoort er ook bij". 

-Jullie runnen nu zestien jaar deze zaak. Is er in die tijd veel veranderd qua smaak en wensen van de gasten?
"Je hebt nu hightea, walking dinner, amusehapjes. Het moet nu allemaal gevarieerder. We hebben het interieur van de zaak veranderd. We hebben nu een prachtig terras. En we hebben nu ook het trouwen op locatie. Maar we hebben niet alleen de bruidjes, de verse bruidjes noemen wij dat, maar ook de stellen die veertig, vijftig jaar getrouwd zijn". Wel grappig, vindt ze: "Dan hebben we stellen die twaalf-en-een-half jaar geleden getrouwd zijn en bij ons hun feest hadden. Die komen nu bij ons terug om hun twaalf-en-een-half-jarig huwelijk te vieren. Die zien dan ook hoe onze winkel veranderd is". Lacht. "Dan zeg ik wel 's: Dat hebben we van jullie centen gedaan…" Een opmerking met meer dan een kern van waarheid. "We investeren wèl in de zaak, maar verantwoord. Vier jaar geleden hebben we het terras aan laten leggen. Dat hadden we er binnen anderhalf jaar terugverdiend. Maar het was wel even schrikken toen we bijvoorbeeld de rekening van de hovenier kregen. We verdienen het eerst en dan geven we het uit. Dat hebben we van mijn schoonvader meegekregen: je moet het eerst verdiend hebben. Daarom kunnen we ook zeggen: alles is van ons". 

-Wie neemt de beslissingen of er iets moet gebeuren en hoe dat moet gebeuren?
"Vaak ben ik dat toch wel. Maar ik ben dus nièt de baas. Dat zijn we met z'n drieën". Maar: "Toen het, bijvoorbeeld, over de kleur van het terras ging, was het oranje of turquoise. Ik was voor turquoise. En dan wordt het toch wel turquoise. Vrouwen zijn toch meer doordouwers, niet? Maar nogmaals: ik ben nièt de baas". 

"We zijn, zestien jaar geleden, samen met m'n schoonouders, begonnen. In 2006 zijn we met z'n drieën verder gegaan. Nu beslist de jongere generatie. Die neemt toch andere beslissingen. Het loopt nu ook niet meer over zo veel schijven. Een voorbeeldje. Als het ging over de kleur van de sloven, van de schorten, dan dachten we daar heel lang over na. Daar hebben we nu geen tijd meer voor. Je moet ook steeds vooruit denken. Dat is leuk. Kijk, een winkel kan er wel mooi uitzien, maar het is de kunst om 'm vol te krijgen. En het is ook de kunst om aan een feestje weer twee andere feestjes over te houden". 

Ze heeft, benadrukt ze, het zaken doen geleerd van haar schoonvader. "En van Riet van der Gaag, van Vanouds Het Raadhuis, in Pijnacker, heb ik het gastvrouwschap meegekregen. Zij was een goeie leermeesteres". Want, weet ze nu: "Horeca, dat is meer dan een broodje klaarmaken en bitterballen bakken. Je moet je gevoel leggen in wat je doet. En dat moet je wèl in je hebben".

'EEN FEEST MOET TÓCH EEN KEER STOPPEN'
Gevraagd naar hoe dat is, ondernemen in Delft, zegt Wendy Vaderloos dat ze daar in het algemeen weinig over te klagen weet. Hoewel: "Met de ambtenarij gaat het soms toch wel moeizaam". Ze heeft ook voorbeelden paraat. Die, dat zal geen verbazing wekken, vooral gaan over trouwen en wat daarbij komt kijken. Trouwen op locatie, ze kan er bijna een boek over schrijven. "Daar ben ik twee jaar mee bezig geweest. Twee jaar! Met een uitroepteken". Ze was zes jaar voorzitter van de afdeling Zalen van de Delftse afdeling van Horeca Nederland. "In die functie heb ik best wel wat voor elkaar gekregen. Voor de horeca in heel Delft, dus niet alleen voor onze eigen zaak. Maar dat overleg over het trouwen op locatie, dat was zó suf. Nu, ik ben wat ouder geworden, denk ik: Ach, laat maar. Zoek 't maar uit. Maar toen was ik nog strijdlustig. Ik kon het niet uitstaan dat bruidsparen niet langer dan over een jaar het Stadhuis in Delft konden reserveren voor de huwelijksvoltrekking. Wat was namelijk het gevolg? Bruidsparen uit de omgeving van Delft konden dat in hun gemeente wèl. En die pikten dan bij ons alle vrijdagen in voor hun bruiloftsfeesten. Ik ging daar dus niet voor onszelf tegenin. Onze zaak zat tóch al vol. Maar ik deed het voor die bruidsparen". Waar ze zich ook danig over opwond (en nog steeds over opwindt) is dat bruidsparen die niet op vrijdag terecht kunnen en, bijvoorbeeld bij ons, naar de zaterdag uitwijken bovenop de daarmee gemoeide extra kosten nog eens 148 euro legeskosten moeten betalen. "Daar kan ik me nog steeds boos over maken. De ambtenaar en de bode moeten dan met de taxi van het Stadhuis naar de locatie komen. Nou, er woont zo'n ambtenaar bij onze zaak om de hoek. Die fietst eerst naar het Stadhuis, gaat dan met de taxi naar onze locatie, gaat daarna weer met de taxi naar het Stadhuis en dan op de fiets naar huis. Hoe moeilijk kan je het maken? Het is te gek voor woorden. Daarom rekenen wij geen extra kosten, het is bij ons gewoon service'. Maar, zegt ze ook: "Ook dat heb ik van m'n schoonvader meegekregen, dat je het maar beter kan laten gaan. Al vind ik wèl dat ze die 148 euro moeten schrappen. Daar kan ik me dan nog wèl druk over maken, maar voor de rest ben ik er een beetje klaar mee". 

Liever geniet ze van hoeveel genoegen het zaken doen haar verschaft. Dat scheelt ook: "Wij hebben geen rare horeca. We sluiten om één uur. Een feest moet toch een keer stoppen. Stop je om twee uur, dan zijn er ook mensen die willen doorgaan. Heb je een kroeg, dan krijg je te maken met overlast en zo. Dat hebben wij niet. Wij hebben luxe horeca. Het zijn bij ons besloten feesten. Je kan bij ons ook niet terecht voor een kop koffie, een broodje kroket of een biertje. Natuurlijk heeft bij ons ook wel 's iemand een bakkie te veel op, maar ze slaan bij ons niet de boel in tienen. We hebben gelukkig niet met criminaliteit en de Politie te maken". 

Ze was, herinnert ze zich, als kind 'wel lief'. En: "Ik was wel makkelijk. Maar ik was vroeger ook wel een beetje onzeker. Dat is er nu wel vanaf. Ik moet nu ook wel een beetje zelfverzekerd zijn, anders kan je niet zo'n bedrijf sturen". Ze heeft, vindt ze, 'best wel een druk leven'. Dat is mooi, want het geeft aan dat de zaak floreert. Maar het heeft ook nadelen. "Het is, bijvoorbeeld, best wel lastig om je sociale contacten bij te houden. Als mensen in het weekend vrij zijn, moeten wij werken. Afgelopen weekend was er in Pijnacker weer die 12 Inch-race. Vind ik iets bijzonders, wil ik graag heen. Maar ik ben er nog nooit geweest". Ze is, weet ze ook, zakelijker geworden, in de loop der jaren. "Dat moet ook wel. De mannen hebben niks met cijfertjes en geld, dat zakelijke laten ze aan mij over". 

-Met je eigen man werken, is dat niet bijna een garantie voor gekissebis en misschien wel knallende ruzies?
"We werken wel samen, maar niet met elkaar. Hij werkt achter de schermen, ik ervoor. Hij wil, bijvoorbeeld, nog wel 's gebak gaan rond delen, maar dan zeg ik: Nee, blijf in je wijk. Iedereen heeft z'n eigen ding". Nee, ze krijgen 'eigenlijk nooit' klachten. "Het klopt allemaal. daar doen we ook onze stinkende best voor". 

-Ben je gelukkig?
"Héél. Ik kan soms echt niet beseffen hoe goed we het hebben. Dat we trots mogen zijn op wat we hebben opgebouwd. Ik heb geen zorgen. Als alles op rolletjes loopt, dan mag je best gelukkig zijn, vind ik. Als je zo van ondernemers om je heen hoort hoe zwaar die het hebben, dat ze niet weten welke rekening ze het eerst moeten betalen, dat is toch wel zwaar. Ik vind het heerlijk dat ik elke dag normaal wakker kan worden, dat ik geen slapeloze nachten hoef te hebben". (PB)




Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12