De gondelaffaire is als het aan Martin Stoelinga ligt nog verre van over

Algemeen

DELFT – Na de uitspraak van de Hoge Raad in de gondelaffaire, kondigde Martin Stoelinga aan een claim van rond de één miljoen euro in te dienen bij de Gemeente Delft. Vorige week lieten we fractievoorzitters van andere partijen aan het woord; nu is het de beurt aan Martin Stoelinga.

Opluchting regeert in huize Stoelinga, een kleine twee weken na de uitspraak van de Hoge Raad. “Want je moet weten dat het aan mij gevreten heeft, het hele proces. Ook in mijn gezinsleven heeft het hele gedoe er aardig ingehakt. Dat zal bij Baljé waarschijnlijk niet anders zijn. Daarom heb ik nog een soort van medelijden ook. Hij is namelijk gebruikt door de Gemeente Delft in de hoop mij een kopje kleiner te maken.” 

Vorige week bleek dat fractievoorzitters van andere partijen niet snapten wat de Gemeente Delft te maken had met een civielrechtelijke zaak tussen twee Delftenaren. Zo leek het ook, maar uit vertrouwelijke stukken bleek dit anders te zijn. “Baljé was namelijk wethouder toen hij de zaak tegen mij aanspande. De Gemeente Delft heeft bijgedragen in de proceskosten en in een vertrouwelijk schrijven van Bas Verkerk is terug te lezen dat de Gemeente Delft deze zaak heeft aangegrepen om mij voor eens en voor altijd het zwijgen op te leggen.” (zie kader).
Dat Stoelinga inzage heeft in deze stukken heeft te maken met de Wet op de Openbaarheid van Bestuur. Reinoud Plate, een burger die al jarenlang de Gondelaffaire heeft gevolgd, heeft de vertrouwelijke stukken aan het begin van de regeerperiode van het huidige College opgevraagd. “Zij moeten inzicht geven in deze stukken, tenzij dat voor hen onmogelijk is. Het huidige College andere wethouders kent, dus ging het balletje rollen. Omdat ik verwachtte dat wethouders als Vokurka, Bolten en De Prez alle oude lijken uit de kast wilden hebben, heb ik de stukken opgevraagd en ook gekregen”, vertelt Plate. “Zodoende hebben we een compleet overzicht in de zaak.”

Het grootste leed
Voor Martin Stoelinga is wel duidelijk wie de veroorzaker is van het grootste leed dat hij heeft moeten doorstaan: burgemeester Bas Verkerk. “Hij had naar me moeten luisteren toen ik mijn plicht deed. Ik heb namelijk ooit een eed af moeten leggen dat ik bestuurlijk dwalen aan de kaak moest stellen. Ik heb hem verteld over het filmpje, maar hij zei dat hij er niets mee te maken wilde hebben. Vervolgens ben ik naar Niek van Doeveren, voorzitter van het Presidium en Herman Weijers, voorzitter van de VVD Delft gegaan. Deze heeft toenmalig VVD-fractievoorzitter Roland Vuijk ingelicht. Toen er geen actie ondernomen werd, heb ik de zaak naar buiten gebracht.” 

Stoelinga was niet de enige die iets met het filmpje deed. CDA-fractielid Aad van Tongeren, die samen met ‘de Snor’ en Jan Peter de Wit werd uitgenodigd door Salvatore Daga om het filmpje te bekijken, deed aangifte bij de Rijksrecherche. Vervolgens leidde burgemeester Bas Verkerk een intern onderzoek naar het gedrag van Baljé, wat volgens Reinoud Plate niet adequaat was. 

Plate stelt in een schriftelijke verklaring dat het onderzoek niet deugde; ten eerste omdat er geen besprekingsverslagen gemaakt werden. Daarnaast werd een cruciaal uitvoerend ambtenaar niet gehoord. Ten slotte had Verkerk bij het onderzoek een totaal verkeerde definitie van corruptie gegeven. Volgens Plate deed Verkerk dit om zijn vriend Baljé de hand boven het hoofd te houden. Bovendien was Verkerk rechter over zijn eigen zaak, omdat hij zelf als voorzitter van het College van Burgemeester en Wethouders medeverantwoordelijk was voor de subsidieverlening aan Daga. “Wat ook niet klopte”, vindt Stoelinga, “is dat het onderzoek welgeteld drie dagen geduurd heeft, wat natuurlijk absurd is voor zo’n omvangrijke zaak.” 

Al deze feiten bij elkaar opgeteld zorgden ervoor dat het CDA, de SP, Onafhankelijk Delft en Stadsbelangen een motie van afkeuren tegen Verkerk indienden. De coalitiepartijen D66, VVD, GroenLinks, PvdA en STIP gingen hier niet in mee.

Niet de schoonheidsprijs
Volgens Stoelinga is het al tijden duidelijk dat deze zaak van alle kanten niet klopt. Hij heeft dan wel van verschillende van zijn collega’s te horen gekregen dat het handelen van de gemeenteraad ‘niet de schoonheidsprijs’ verdient. “Maar ik zou zo graag zien dat ze schoon schip maken. Als het kerels zijn, zeggen ze, net als Jeroen van Oort, sorry en dan is voor mij de kous af.” 

De claim van Stoelinga blijft echter gewoon staan. “Vanaf dag één van het proces heeft er een beslag van 1,4 miljoen euro op mijn bezittingen gelegen. Wat denk je dat dat met mijn gezin doet? Ik ben blijven vechten om mijn gelijk te krijgen. Lange tijd zag het er niet naar uit dat dat zou lukken, totdat mijn advocaat Hoogleraar Staatsrecht Elzinga vroeg om naar de zaak te kijken. Hij is de expert op het gebied van het duale stelsel in de politiek. Na zijn inmenging is de zaak compleet gekanteld. Op het vermoeden van Aad Meuleman dat ik voor dit onderzoek betaald zou hebben, ga ik niet eens in. Net alsof zo’n autoriteit zich hiervoor zou laten betalen.”

Corrupt
Ten slotte wil Stoelinga het vonnis van de Rechter en daarna de Hoge Raad nog eenmaal verduidelijken. “Blijkbaar heerst de opvatting dat ik alleen mag zeggen dat Baljé corrupt gehandeld heeft en dat het niet bewezen is. De Rechter stelde dat ik het mocht zeggen omdat er voldoende gronden waren voor deze uitspraken. Ik heb namelijk niets over de persoon Baljé gezegd, maar alleen over zijn handelen als wethouder, iets wat als raadslid mijn taak is.” Over zijn eis wil ‘de Snor’ het volgende nog kwijt. “Ik heb nooit om een zaak gevraagd. De Gemeente heeft Baljé gebruikt om me een lesje te leren en ik ben daardoor op kosten gedreven die ik vergoed wil zien. Hier bovenop wil ik nog een vergoeding voor de schade die ik heb geleden. Dit deel zal ik storten in een fonds voor klokkenluiders dat ik samen met de heer Elzenbach op wil zetten. Ik ben blij dat het recht uiteindelijk heeft gezegevierd en bedank de Delftse burgers die mij zijn blijven steunen.” (AdW)


Stoelinga’s reden om de Gemeente Delft aan te klagen
Burgemeester Verkerk legde met de volgende passage uit waarom de Gemeente de gewezen wethouder Baljé financieel ondersteunde in zijn zaak tegen Stoelinga:

“…De handelswijze van de heer Baljé (en ons) aanleiding heeft gegeven om tot juridische stappen over te gaan, past in een reeks van incidenten, waarbij het beschadigen van personen aan de orde is geweest. Ons College acht het nodig dat dit gedrag stopt. De voorbeeldwerking die kan uitgaan van een eventueel positief resultaat van de procedure van dhr. Baljé is daarmee tevens een gemeentelijk en maatschappelijk belang…”

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12