Inval-trainer Martin de Graaf is bang dat onnodig verlies van vijf punten Vitesse Delft nog wel ’s kan opbreken

Algemeen

DELFT – Vier wedstrijden inmiddels is Martin de Graaf nu eerste trainer van Vitesse Delft, als (tijdelijke) vervanger van de voortijdig weggestuurde, nogal merkwaardige Pieter de Jongh.

Om nou te zeggen dat De Graaf een daverend schokeffect teweeg heeft weten te brengen, dat gaat wat ver. Zelf kijkt hij zó terug: “De eerste wedstrijd, tegen FC Rijnvogels, was heel goed. We kregen complimenten voor de manier waarop we voetbalden en voor onze strijdlust. Ook de wedstrijd tegen Jodan Boys was heel goed. Tegen Naaldwijk uit gaven we een 3-1 voorsprong weg, door persoonlijke fouten en omdat we een stukje instelling en scherpte misten. Het werd nog 3-3. Tegen ’s-Gravendeel misten we in de eerste helft wéér scherpte. In de tweede helft ging het wèl goed, kregen we heel veel kansen, maar maakten we de goals niet. We verloren met 0-2. Na de wedstrijd tegen Naaldwijk was ik al teleurgesteld, na het verlies tegen ’s-Gravendeel helemáál. We laten binnen twee weken vijf punten liggen en missen zo de aansluiting naar de vierde plek”. 

- Verwijt je dat ook jezelf?
“Ik kan daar niks aan doen. We trainen wèl scherp. Kijk, op zondag speel ik de wedstrijd van zaterdag voor mezelf nóg wel twee, drie keer. Vraag ik me af: Wat had ik als trainer anders kunnen en moeten doen? Maar aan persoonlijke fouten kun je niks doen. En aan een stukje mentale weerbaarheid ook niet. Als je eerste klas zaterdag speelt, dan hoef je spelers toch niet te moeten motiveren dat ze scherp het veld ingaan? Ik ben een trainer die z’n spelers er graag met de volle honderd procent ziet invliegen. Bij Vitesse Delft willen ze wel de duels ingaan, maar het vooruit verdedigen, het op bepaalde momenten druk zetten, dat lukt niet. Dit seizoen heeft Vitesse Delft het tegen fysiek sterke tegenstanders altijd moeilijk. We hebben een goeie ploeg, maar dat stukje extra fysieke en duelkracht ontbreekt”. 

De Graaf wás bij Vitesse Delft trainer van het tweede en assistent bij één. “Om de week zat ik bij Pieter de Jongh op de bank, de andere week analyseerde ik de tegenstander waarbij ik een week later op de bank zat. Nu doe ik het eerste en Gerard Gronsveld het tweede. In principe doe ik het eerste alleen, maar op zaterdag zit Peter van der Zwan naast me op de bank. Dat vind ik prettig, ik heb graag iemand naast me voor de feedback”. 

- Wat heb jij veranderd?
“Ik heb bepaalde spelers teruggehaald naar het eerste. Zoals Michael Righarts en Maxime Dalmeijer. Omdat ik vind dat dat soort jongens een toegevoegde waarde hebben voor de eerste groep. Dat zijn spelers op cruciale posities waar het eerste behoefte aan heeft. Righarts heeft altijd in het eerste gespeeld, Dalmeijer is de enige linkspoot die het niveau van het eerste aankan. Verder heb ik binnen het elftal wat spelers op andere posities gezet en heb ik Tony Bregman, een A1-speler, laten debuteren”. 

- Heb je ook de speelwijze veranderd?
“Ik heb inderdaad wel bepaalde gedachten bij het 4-4-2-systeem. Afhankelijk van hoe de tegenstander speelt, moeten wij 4-4-2 of 3-5-2 kunnen spelen. Daar heb ik het met de groep over gehad. En over hoe ik vind dat het moet qua opbouw en omschakelmomenten en zo. Bij het tweede heb ik erin gebracht hoe het elftal moet staan als de tegenstander opbouwt, wat ze moeten doen bij standaardsituaties. Dat probeer ik nu door te zetten bij het eerste”.

‘HELEMAAL OP ÉÉN LIJN’
Op de vraag waar Vitesse Delft dit seizoen, menselijkerwijs gesproken, zou moeten kunnen uitkomen, antwoordt De Graaf: “Ik denk zo rond de vierde plek. En we hebben de derde periode nog. Er zijn nog zes wedstrijden te spelen, dat zijn achttien punten”. Maar, is hij ook realistisch en enigszins bedroefd: “Misschien komen we aan het eind wel die vijf punten tekort die we de afgelopen twee weken verspeeld hebben”.
Kijken we nog iets verder vooruit, dan is Martin de Graaf volgend seizoen ‘gewoon’ weer trainer van het tweede elftal en assistent van nieuwe hoofdtrainer Chris Treling. Wie mocht denken dat hij daarmee zit of ertegen aanhikt, slaat de plank deerlijk mis. “Ik heb honderd procent vertrouwen in Chris. En qua gedachten over het voetbal zitten we ook helemaal op één lijn”. 

- Maar nu je weer even de technische baas bent bij een eerste elftal, gaat het dan toch niet weer kriebelen?
“Vergis je nou niet: het tweede van Vitesse Delft speelt wèl Reserve Hoofdklas. Dat is, met al die mooie tegenstanders, gewoon supergaaf. En qua voetbalniveau zeker vergelijkbaar met de tweede en derde klas bij de standaardelftallen”. 

- Nog even wat anders. Waarom hield jij het bij sv Den Hoorn twee seizoenen als hoofdtrainer vol en moet de huidige trainer van die toch succesvolle club, Manuel Vissers, alweer na één seizoen weg?
“Dat zou ik niet weten. Wat ik wèl weet: in mijn eerste jaar bij sv Den Hoorn heb ik de zaak op poten gezet. Met een heel smalle selectie kwamen we één punt tekort voor het kampioenschap. In het tweede jaar promoveerde het tweede elftal en haalde het eerste de nacompetitie. Waarom ik toen wegmoest, ik weet het niet. Ik had graag nog een derde jaar volgemaakt bij sv Den Hoorn. Zeker als je ziet dat Aldo Carta, Koos Berkhout en Dave de Bie erbij kwamen. Maar goed, dat heb ik van me afgezet. Wat ik wèl tekenend vind: als je bij sv Den Hoorn goeie resultaten haalt, maar je past op de één of andere manier niet in het pulletje, dan moet je weg. Dat zie je nu ook weer met Manuel Vissers. Al moet ik er wèl bijzeggen dat hij nu de vruchten plukt van de basis die ik heb gelegd”. (PB)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12