Stoelinga, De Wit en Van Oort hebben volgens presidium de gedragscode voor raadsleden geschonden

Algemeen

Geert Engels, Jeroen van Oort, Christ van Oers, Jan Peter de Wit, Martin Stoelinga en Jos van Koppen (v.l.n.r.) kwamen begin november bij elkaar om de rechtszaak over het referendum voor te bereiden, maar tijdens de hoorzitting traden ze volgens de drie r

DELFT – De raadsleden Martin Stoelinga (Onafhankelijk Delft), Jan Peter de Wit (Leefbaar Delft) en Jeroen van Oort (Fractie Van Oort) hebben volgens het presidium de gedragscode voor raadsleden overtreden. Maandag gaan de fractievoorzitters van alle partijen hierover in overleg.

De drie raadsleden wordt verweten dat ze onlangs aanwezig waren bij de hoorzitting van het bezwaarschrift over het referendum over het nieuwe Stadskantoor. Volgens artikel 10.1 van de gedragscode voor raadsleden treedt een raadslid niet op ‘ten behoeve van een beroep- of bezwaarmaker in de Commissie voor Beroep- Bezwaarschriften’. Dat heeft Jan Peter de Wit ook niet gedaan, schrijft hij op zijn website. “Ik was uit belangstelling naar de openbare hoorzitting gegaan om te horen wat daar allemaal gezegd zou worden. Gewoon als publiek. Ik trad daar helemaal niet op namens iemand en ik was daar ook niet als adviseur van de indieners van het inleidend referendumverzoek. Ik heb tijdens de zitting geen woord met ze gewisseld. Sterker nog, ik heb alleen maar geluisterd. Ik heb niets gezegd. Het moet niet gekker worden. Het is absurd dat Ron Witsenboer (voorzitter van het presidium, red.) mij op deze manier in een kwaad daglicht wil stellen. Ik zou zelfs de gemeentewet hebben overtreden en er wordt voorgesteld om een extern bureau in te huren of het ministerie om advies te vragen over mijn aanwezigheid”, aldus De Wit. 

Martin Stoelinga noemt het een zoveelste poging om hem het leven zuur te maken. Hij heeft al aangekondigd maandag niet bij het fractievoorzittersoverleg aanwezig te zijn. “Want ik ga hier eerst met twee hoogleraren over praten”, reageert hij. “Daarna zeg ik pas iets.” Ook Stoelinga zegt dat hij zich tijdens de hoorzitting over het referendum afzijdig heeft gehouden. “Ik begrijp hier niks van, ik heb tijdens die hoorzitting totaal niets gezegd. De Gemeente Delft heeft de aanval op ons geopend met klinkklare onzin. Ze willen in Delft alleen maar processen. Je komt niet eens aan je werk toe. Ook nu moeten we ons weer bezighouden met randzaken. Wat zijn we voor stad aan het worden?” 

Jeroen van Oort geeft op zijn website toe dat hij wèl heeft gesproken tijdens de hoorzitting. “De vraag zou kunnen rijzen of ik nu tegen de gedragscode heb gezondigd. Dat is niet zo. Immers, er was geen zaak die ten behoeve van een persoon was, maar een zaak die, natuurlijk wel door personen aangekaart, van immaterieel en algemeen belang is. Bovendien zat ik daar niet om het bezwaar van bezwaarmaker te verdedigen, maar in de overtuiging dat de gemeenteraad - waar ik zelf onderdeel van uitmaak - met het verwerpen van de referendumaanvraag een onrechtmatige daad heeft begaan”, legt Van Oort zijn handelen uit. Bovendien, zo schrijft Van Oort: “In een democratische rechtstaat is niet alleen van belang hoe een meerderheid van een volksvertegenwoordigend lichaam oordeelt, maar ook of dat volgens de vastgelegde wetten en regels gebeurt. Ik ben daarom van oordeel dat ik niet ten behoeve van een beroep- of bezwaarmaker heb opgetreden, maar ten behoeve van het algemeen belang.” Wordt aanstaande maandag, op het Stadhuis, vervolgd…

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12