Wiesje Gort-Droog zondag 9 maart

Algemeen

De column van Wiesje Gort-Droog van zondag 9 maart 2008.

Ik weet niet wat dat is, maar af en toe breekt mijn klomp. Dan denk
ik: Waar zijn ze nou toch mee bezig? Nu weer dat gedoe met die speelplekken die ze op de Markt voor de jeugd willen. Hoe krijgt een mens het verzonnen? De Markt. Ik weet niet beter of die heet niet voor niks zo. Daar moet dus een markt gehouden worden. En dat gebeurt gelukkig ook. Maar als je dan hoort en leest wie daar nog allemaal meer terecht willen kunnen, daar is dat plein toch niet ooit voor bedacht? En nou willen ze, dat is helemaal the limit, zo nodig jongeren, die kennelijk niks beters te doen hebben, daar door hun veel te ruime vrije tijd heen helpen. Belachelijk, het is zonde dat ik het zeg. Maar het kan natuurlijk óók zijn dat ik inmiddels te oud ben om dit allemaal nog te vatten. Dat kou het enige is wat ik nog kan vatten. Hoewel ik toch nog aardig bij de pinken denk te zijn, al zeg ik het zelf. Wat dat betreft moet ik nog wel ’s terugdenken aan m’n vader. Een goede man, maar hij werd al wel rond z’n vijftigste behoorlijk vergeetachtig. Dat werd langzamerhand zó erg dat hij een broodtrommeltje met een doorzichtig deksel gebruikte. Dan kon hij zien of hij naar z’n werk ging of naar huis. Nee, dan is oud worden geen pretje. Dat is het trouwens, eerlijk gezegd, óók niet als je een man hebt als dat exemplaar van mij. Af en toe moet hij, waarom moet u mij niet vragen, even bij mij heel venijnig z’n gram halen. Veel meer is ook niet mogelijk, want ik ben nog net geen vel over been, maar dit terzijde. Gisteren weer. Ik breng ‘m, tegen beter weten, z’n bakkie koffie. Een ‘dankjewel’ kon er natuurlijk niet af. Wel kreeg ik naar m’n hoofd geslingerd: ‘Jij bent net als die koffie die ik altijd van je krijg: oud en slap’. Nou, ik kan u op een briefje geven dat dat me door mergpijp en schaambeen gaat. Aan de andere kant heb ik weer geen klagen, als ik tenminste hoor wat andere mensen zoal voor hun kiezen krijgen. Zo hoorde ik van een vrouwtje. Leuk tiep, drie schattige kindjes. Zat in zak en as. Vanwege haar man. Die vuilnisman was. Wás, ja, want hij was ontslagen. En hoe dat nou verder moest. Ze noemde hem ‘een luie lapzwans’. Want het enige wat hij als vuilnisman ophaalde, waren z’n schouders. En dat pikte z’n baas natuurlijk niet langer. Als ik zóiets hoor, denk ik: Dan mag ik nog niet mopperen. Maar ja, dan kom ik weer op dat gedoe met die jongelui op de Markt en dan denk ik: Waar beginnen ze aan? Ik zie die opgeschoten jongens en meiden namelijk niet dat Vermeercentrum induiken…

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12