Delft heeft al een klein stukje tunnel en Spoorzone Delft laat dit graag zien

Algemeen

DELFT – Iedereen die de afgelopen twee jaar in Delft is geweest kan het niet zijn ontgaan dat er een Spoortunnel wordt gebouwd. Afgelopen woensdag mocht de pers voor het eerst een kijkje nemen in die veelbesproken tunnel. Het eerste deel van de tunnel is namelijk al af. Daarbij wordt bij het beginpunt van vandaag, informatiecentrum Delft Bouwt, even stilgestaan. Spoorzone-omgevingsmanager Ada Haasnoot voert het woord. Hij vindt het ‘hartstikke leuk’ dat we er zijn. Spoorzone Delft is trots op de verrichtingen tot nu.

Haasnoot hoopt die trots met ons te kunnen delen. “We liggen op planning”, vertelt hij het eerste goede nieuws. “Vanaf 2015 rijden de eerste treinen door de tunnel.” Het afgelopen jaar is volgens Haasnoot een aantal belangrijke stappen gezet. “De zuidelijke tunnelmond is het eerste deel van de tunnel. Dat is nu gereed.” Haasnoot stond ook nog even stil bij de overlast, die niemand kan zijn ontgaan. “We zijn ons daarvan bewust en proberen die overlast tot een minimum te beperken en de situatie beheersbaar te houden.” Volgens Haasnoot is er onder tachtig procent van de Delftenaren draagvlak voor het Spoorzone-project. “Dat stemt ons tevreden.”

‘ALS WE RECHTS KIJKEN, ZIEN WE DE VLOER VAN HET NIEUWE STADSKANTOOR’
We lopen naar waar vroeger het Stationsplein was en stoppen recht voor het stationsgebouw. Peter Gossink, de directeur van Aannemerscombinatie CrommeLijn, pakt de microfoon van de draagbare speakerbox. Als een volleerd reisleider voert hij het woord. “Als we rechts kijken, zien we de vloer van het nieuwe Stadskantoor”, horen we. Spannender wordt het als we de trambaan oversteken, richting de Prinses Irenetunnel, en er plots een tram de hoek omkomt. Aat Snaterse van Stadsradio Delft kan nog net op tijd de overkant bereiken. De rest van het gezelschap wacht nog even. 

Nadat iedereen de Westlandseweg is overgestoken, mogen we naar beneden. Een trap af, de tunnel in. We gaan tien meter de diepte in. Beneden aangekomen zien we lange, hoge wanden, een betonnen grijze vloer, tientallen overhangende buizen, gevlochten staal, ongevlochten staal en restjes gevlochten staal. Rechts groeit op 5 meter hoogte een klein plantje uit een gaatje in een damwand. Dat valt op, want verder is alles hier grijs, roestig en fluoriserend geel van de hesjes. Rechts, waar een opgemaakte tunnelkist staat, overheerst rood. Vanuit alle hoeken en gaten worden foto’s genomen. Op de achtergrond klinkt geboor en gezaag, want er moet hier ook worden gewerkt. 

We stappen, tussen het omgebogen staaldraad door, een andere tunnelbuis uit. Gossink pakt de microfoon weer. “We staan nu op de vloer van de toekomstige oostbuis”, legt hij uit. “Elke week bouwen we met de tunnelkist 25 meter tunnel erbij.” Als de tunnel klaar is, wordt de tunnelkist weer uit elkaar gehaald”, vertelt hij verder. “Dan is het oud ijzer.” We leren verder dat er in de Spoorzone ‘nogal eens’ wordt overgewerkt. “Want we hebben negen van dit soort locaties en doen er alles aan om de tunnel op tijd af te krijgen. Zijn er nog vragen?” Die zijn er niet. We mogen naar boven.

‘JULLIE KUNNEN ZELF RONDLOPEN. DAT IS OOK LEUK’
Daar gebeurt overigens niet veel, maar het geeft een mooi overzicht op de vier tunnelbuizen. “Jullie kunnen zelf rondlopen. Dat is ook leuk”, vindt een Spoorzone-woordvoerster. Haar opmerking is niet aan dovemans oren gericht. Fotografen leven zich uit en laten dit eerste persmoment in de tunnel niet zomaar voorbij gaan. “Heeft iedereen gezien wat ‘ie wil zien? En zijn jullie al boven op het dak geweest? Dat is ook mooi”, zegt de woordvoerster. Gossink vertelt een geïnteresseerde journalist over de tunnelkist. “Daar zit veel meer staal in dan noodzakelijk, want er wordt aan getrokken en gelierd”, legt hij hem uit. 

Wie zin heeft, kan nog even mee naar een ander deel van de Spoortunnel, ter hoogte van Abtswoude. Daar gaat de tunnel de grond in. We kijken vanaf het tunneldak naar de plek waar de vier sporen straks in de grond verdwijnen. “Dit stuk blijft open”, kan Gossink alvast verklappen. Als afsluiter dalen we weer een trap af, naar beneden, de tunnel in. Daar bevinden zich grote vierkante gaten in de wanden. “Daar komen de vluchtdeuren”, weet Gossink. “Die komen hier om de 75 meter. Bij calamiteiten wordt iedereen gedwongen een bepaalde richting op te gaan.” Zover is het echter nog niet, want de eerste trein rijdt pas in 2015 door de tunnel. Kijk hier voor meer foto's. (JN)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12