De column van Wiesje Gort-Droog

Algemeen

De column van Wiesje Gort-Droog van zondag 28 september.

Ik weet niet wat dat is, de laatste tijd. Of ze ons dat nou willen aanpraten en of daar een bedoeling achter zit. Maar het schijnt knap beroerd te gaan met de economie en de toekomst en zo. We kunnen maar beter de hand op de knip houden. En al helemaal geen dure spullen kopen. Ik hoorde zelfs in het winkelcentrum mensen zeggen dat het zó slecht gaat dat de winkeliers de wekelijkse koopavond willen verplaatsen naar de zaterdagmiddag. Daar keek ik wel van op, moet ik zeggen. Vooral omdat ik voor het eerst sinds jaren weer eens naar Prinsjesdag en de Troonrede had gekeken en geluisterd. En toen hoorde ik dat mijn man en ik er juist drie euro per maand op vooruit gaan. Drie euro! Nou, u begrijpt dat we dat gevierd hebben. Ook dát was trouwens een tijd geleden, dat wij iets gevierd hebben. Maar ja, dan is het toch een domper als je te pas en te onpas hoort dat er banken omvallen. Je durft bijna niet meer te gaan zitten. Ik heb het nog aan m'n buurman gevraagd, die vroeger heel behoorlijk gestudeerd zegt te hebben. Ik zeg: Hoe zit dat eigenlijk, met die banken? Best lekker, zei hij, dus daar schoot ik ook niet veel mee op. Aan de andere kant heb je dan weer van die mensen die het zó goed hebben dat het ze helemaal niks kan bommen als het slecht gaat met de economie. Daar hoor je ook de gekste verhalen over. Zo was er zo'n patjepeeër die met vakantie was gegaan en zonder was teruggekomen. Nou, hij miste 'm niet eens. Dat zijn van die types die alleen een bankstel van echt leder willen. Is het van echt leer, dan sturen ze het terug. Walgelijk. Nou zeg ik dat allemaal wel, maar mijn man kan er ook wat van. Die noemt zijn literfles jonge jenever met een stalen gezicht een gezinsfles. En wat één van mijn halfbroers onderlaatst meemaakte. Hij was gevallen en hij had een gat in z'n hoofd. Hij belde de dokter en toen werd hij verbonden met een antwoordapparaat. Trouwens, vlak ook mijn ene schoonzusje niet uit. Zag er altijd vreselijk opgedirkt uit. Dat mocht ook wat kosten. Ze bedolf zichzelf altijd onder een dikke stuclaag, het is zonde dat ik het zeg. Maar de tijden worden kennelijk toch minder, want ik zag haar vorige week en ze zag er niet uit. 'Het enige wat ik nog opmaak is m'n bed', zei ze mistroostig. 'Meer kan Bruintje niet trekken'. Dat komt ook doordat ze weinig aan haar man heeft. Zegt ze tenminste. Die is kok en als hij na een hele dag werken thuiskomt, is hij gaar. Tja, het zijn dus toch best moeilijke tijden. Hoewel: als ik dan weer lees dat kunstbloemen bloeiende handel is, dat kan dan weer wèl. Ik weet niet wat dat is…

Wiesje Gort-Droog

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12