Wiesje Gort-Droog zondag 17 februari

Algemeen

De column van Wiesje Gort-Droog van zondag 17 februari

Het is Valentijnsdag als ik probeer dit stukje te schrijven. Dat valt gewoonlijk al niet mee, omdat ik niet meer zo snel kan schrijven als vroeger. Ik word onmiskenbaar een beetje langzamerhand. Maar op deze Speciale Dag vlot het al helemáál niet. Natuurlijk, ik kan wel de hele dag achter de voordeur kan gaan zitten wachten of er misschien aangebeld wordt en dat er dan een jongmens breed smilend mij een gigantisch boeket of een bijna niet te torsen doos met lekkernijen overhandigt. Maar ik weet ook dat dat met die man van mij van z’n lang zal ze leven niet zal gebeuren. Maar niet alleen daarom ben ik vandaag toch wat somberder dan anders. Ik maak me sowieso al een beetje zorgen, de laatste tijd. En nu hoorde ik ook nog ‘s dat één of andere commissie, en daar hebben we er gelukkig zat van in dit land, heeft uitgevogeld dat het met ons onderwijs een behoorlijke puinhoop is. En dat dat de schuld is van die bijdehante politici. Ik moet toegeven, het is zonde dat ik het zo zeg, dat ik er ook de ballen verstand van heb, maar ik heb er vanzelfsprekend wèl een mening over. Als je namelijk zo ’s om je heen luistert, op straat, in de winkels, in de bus, in het verpleeghuis, en je hoort wat de mensen zoal menen te moeten uitkramen, nou, daar word je inderdaad niet vrolijk van. En dan heb ik gelijk zo’n armoedige mode-uitdrukking te pakken. Zal ik nog een paar van die verschrikkelijke volzinnen noemen? Daar gaan we. Is goed, doeg. Het zit tussen de oren. Zo loop je achter de feiten aan. Dan heb ik zoiets van… Irriteert het u niet hoe stuitend vaak mensen Oké zeggen? En dat gaat zo maar door. Geen wonder ook dat die onderzoekers en andere betweters bij herhaling roepen dat zelfs jongelui die bepaald niet op hun achterhoofd zijn gevallen en terdege en terecht gaan doorleren kennisvaardigheden als taal en rekenen bij lange na niet onder de knie blijken te hebben. Dat is toch niet te geloven? Begrijp me goed, ik was vroeger bepaald geen hoogvlieger. Maar mijn vader zocht, in het verre Limburg, wèl met zorg de beste school voor me uit. Zo kwam ik terecht op het Mondriaan College. Moet wel goed zijn, zei mijn vader, want Mondriaan was beroemd om zijn vakken. Studierichtingen heetten op die school dan ook Vakulteiten. De leraren noemden ze vakkenvullers en dat beschouwden ze als een eretitel. Het motto van dat College was ‘Goed Taalonderwijs? Reken maar!’ en zo vingen ze twee vliegen in één klap. Het was ook een moordschool. Je wilde er met alle geweld heen, want alle opleidingen werden afgemaakt. Kom daar vandaag de dag ’s om.

Wiesje Gort-Droog

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12