Vitesse Delft heeft slechte start. En het voetbalt ook nog 's niet best

Algemeen

Typerend beeld uit de wedstrijd tussen Vitesse Delft en Young Boys: Wouter van der Kolk bokst hier op tegen een overmacht aan tegenstanders. Op de achtergrond z'n ploegmakkers Steven de Jong (links) en Jeffrey Schenk. (foto: Koos Bommelé)

DELFT – De start van zaterdag-hoofdklasser Vitesse Delft kan niet bepaald flitsend heten. De eerste twee competitiewedstrijden, uit tegen Excelsior Maassluis en thuis tegen Young Boys, resulteerden in even zo vele nederlagen. Maar wat erger is: er werd ook niet goed gevoetbald.

Aanvoerder Wouter van der Kolk kan dat alleen maar beamen. "De resultaten vallen tegen, ja. Op zich maakt dat nog niet zo veel uit. We zijn nog maar net bezig. Maar we voetballen gewoon slecht op dit moment. Je kan natuurlijk wedstrijden verliezen, maar tot nu toe is het ook elke keer verdiend. Dat is vervelend. Het loopt niet zoals het moet lopen. En zoals het kan lopen'. 

-Verbaast dat je?
"Aan de ene kant wel, aan de andere kant niet. Natuurlijk, we hebben een nieuwe trainer en we hebben nieuwe spelers. Maar als je kijkt naar de eerste zestien van vorig seizoen, dan zijn daar voor dit seizoen twaalf van gebleven. Aan de andere kant: vorig seizoen liep het de tweede helft van het seizoen ook niet lekker. Eigenlijk trekken we die lijn door, tot nu toe". 

Het valt overigens, vindt van der Kolk, wel mee met die vele nieuwelingen en met de aanpassings- en gewenningsproblemen die dat toch met zich meebrengt. Maar Vitesse Delft speelde tegen Young Boys, de Haarlemse amateurclub waar geld niet echt een rol speelt, wèl met vijf nieuwelingen. En dat is toch bijna een half elftal. "Wat ik wel opvallend vind", is Van der Kolk niet onder de indruk, "is dat we veel geblesseerde spelers hebben. Vorig seizoen hebben we ook zo'n periode gehad. Het heeft er, denk ik, ook mee te maken dat we op een hoger niveau spelen en trainen. Dat is toch wel wennen voor een paar jongens". Dat neemt allemaal niet weg: "De eerste twee wedstrijden speelden we wel slecht, maar we kregen ook kansen om gelijk te maken". 

-Maar vind je het toch niet vervelend dat je dit seizoen met een nieuwe trainer en nieuwe spelers voor een deel opnieuw moet beginnen?
"Nee, vind ik niet vervelend. Dat er nieuwe spelers bij komen is een beetje inherent aan het niveau waarop we spelen. Dat zie je bij zowat alle hoofdklassers. Nee, ook dat we nu een andere trainer hebben, vind ik niet vervelend. Met deze trainer gaat het prima. En we spelen ook hetzelfde systeem als vorig seizoen. Maar tegen Excelsior Maassluis, waar we ook vorig seizoen tegen speelden, hebben we ons niet van onze beste kant laten zien. En Young Boys heeft een heel goeie ploeg". 

Het maakt hem, zegt Van der Kolk, niet zo veel uit wie z'n trainer is. "Als de trainingen zelf maar leuk zijn. En als trainer en spelers maar normaal met elkaar omgaan. Natuurlijk zijn er verschillen. Iedere trainer heeft weer andere oefenstof, bijvoorbeeld. In die zin moet je aan elkaar wennen. Maar op dit niveau doen we een hoop samen, de trainer en de spelers. En die samenwerking is prima. Ik vind dat wel leuk, die samenwerking. Ik denk ook wel na over wat de trainer wil en doet. En als de trainer iets aangeeft en ik denk dat het beter op een andere manier kan, dan breng ik dat wel ter sprake. Ik ben nu voor het derde seizoen aanvoerder. Dat spelers ook een mening hebben, dat moet kunnen. We zijn volwassen mensen, dat moet geen problemen opleveren".

'VERTROUWEN KRIJG JE DOOR TE WINNEN'
Zoals het Vitesse Delft tot nu toe vergaat, verrast Van der Kolk wel een beetje. "Als ik kijk naar onze spelersgroep had ik wel tamelijk hoge verwachtingen". Maar hij beseft ook dat de hoofdklasse waarin Vitesse Delft dit seizoen is ingedeeld bepaald geen kattedinges is. Ploegen als Noordwijk, Quick Boys, Young Boys, Scheveningen, Ter Leede, FC Lisse, het kán makkelijker. "Ik weet dat maar al te goed, ik heb zelf vier jaar bij Noordwijk gespeeld. Toch heb ik wel gezegd dat het een reële doelstelling voor ons moet zijn in het linkerrijtje te eindigen. Of dat haalbaar is, blijkt pas als we alle tegenstanders een keer hebben gehad". 

Afgelopen zaterdag, tegen Young Boys, kon Van der Kolk bepaald niet z'n stempel op het spel van Vitesse Delft drukken. Integendeel, eigenlijk. Hij had het, zo leek het, vooral druk met wijzen en aanwijzingen geven. "Ik heb sowieso betere wedstrijden gespeeld dan zaterdag. Ik ben niet echt aan voetballen toegekomen. Ik sta op een positie, we spelen met twee spitsen en ik daar kort achter, dat ik redelijk afhankelijk ben van de ballen die ik krijg. We speelden veel te veel de lange bal. Iemand die langs de kant staat, weet de afspraken niet. Dan kan ik me indenken dat mensen denken dat ik er weinig van terecht heb gebracht. En het is zo: in vergelijking met vorig seizoen kan ik nu nog niet aanvallend het verschil maken. Maar dat heeft dus niet alleen met mij te maken. Ik kom gewoon niet aan voetballen toe". Dat heel Vitesse Delft nog niet aan voetballen toekomt, heeft ook en misschien wel vooral te maken met 'het huiswerk' dat de tegenstanders aan een wedstrijd vooraf laten gaan. En, vanzelfsprekend, met hun kwaliteiten. "Young Boys zette steeds druk op mij. Tegenstanders weten dat ik graag de bal in de voeten krijg aangespeeld. Daar zoeken ze dan oplossingen voor, met één speler voor mij en één achter mij. Na de wedstrijd tegen Excelsior Maassluis had ik het er ook over met een paar van hun spelers. Die zeiden dat ze onze laatste man onder druk hadden gezet en dat de voorstopper mocht opkomen. En mij hadden ze vastgezet. Vooral door dat druk zetten worden we gedwongen de bal lang te spelen. En als we ergens niet goed in zijn, dan is het daarin. We hebben het er al met de trainer en de groep over gehad. Dat het spelen met lange ballen en dan maar zien waar het schip strandt niet onze manier van spelen is". 

-Hoe draai je dat dan om?
"Sinds januari gaat het eigenlijk al niet geweldig. Naar mijn idee heeft het met een stukje vertrouwen te maken bij een paar jongens. Vertrouwen krijg je door te winnen. Aan de andere kant: ik vind dat we altijd van onze eigen kracht moeten uitgaan. Niet alleen van: dat zijn bij hun de gevaarlijke spelers, wat doen we daartegen? In principe moeten we de intentie hebben altijd hetzelfde te spelen. Waarbij het logisch is dat je afspraken maakt over standaardsituaties en zo. Maar we moeten het als team doen. We kunnen niet iemand opofferen om een tegenstander uit te schakelen". 

-Ben jij goed ziek na een nederlaag?
"Ja. Vroeger was ik dan ook vervelend voor m'n omgeving. Nu is dat veel minder. Als ik na een verloren wedstrijd eenmaal in de kantine ben of we gaan terug in de bus, dan ben ik het wel kwijt. Maar als we op maandag zo'n wedstrijd analyseren, moeten er wel dingen aangegeven kunnen worden die niet goed gingen. Maar vervelend? Nee, niet meer".



Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12