Bezuinigingen bij Pieter van Foreest gaan wel degelijk ten koste van de zorg, vrezen de verzorgers

Algemeen

Ook bij De Bieslandhof, één van de 24 zorginstellingen van Pieter van Foreest, moet worden bezuinigd.

DELFT – Bij de zorginstelling Pieter van Foreest moet flink worden bezuinigd: zo’n 30 miljoen euro in totaal. Volgens de Raad van Bestuur zullen die bezuinigingen niet ten koste gaan van de zorg voor de cliënten. Maar daar denken de verzorgers, die voor Pieter van Foreest werken, toch heel anders over.

Ze doen maar wat graag hun verhaal. Hoewel, graag? Ze kunnen niet anders. “Het is nodig om de noodklok te luiden, omdat de bewoners en cliënten zowel lichamelijk als geestelijk verwaarloosd dreigen te worden”, geven ze hun beweegredenen om hun verhaal naar buiten te brengen. Ze doen dit anoniem, vanwege 'de heksenjacht’ die de directie volgens hen voert op werknemers die contact hebben met de pers.
Pieter van Foreest heeft zo'n twintig zorginstellingen in Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en het Westland onder haar hoede. 

De verzorgers die de noodklok luiden benadrukken dat de cliënten hier nog altijd goed worden verzorgd door hun niet aflatende inzet. Toch komen de bewoners van de zorginstellingen wel degelijk iets tekort. “Ze hebben bijvoorbeeld recht op een zinvolle daginvulling”, vertelt een verzorger, die zich ‘John Doe’ noemt, aan deze krant. 

“Dat is momenteel op een laag pitje komen te staan”, vervolgt ze. Tijd en geld voor iets extra's is er niet meer. Er wordt kritisch gekeken naar de uitgaven voor voedingsmiddelen.” Vanwege het gebrek aan personeel verdwijnt er volgens haar vaak ook toezicht. “Om de bewoners en cliënten toch enigszins te beschermen tegen zichzelf of hun omgeving worden ze steeds vaker vastgezet”, weet John Doe. “Niemand wil dit, maar ook niemand wil dat ze zichzelf verwonden.” 

Hoewel het nieuws over de bezuinigingen bij Pieter van Foreest pas vorige maand naar buiten kwam, weten de werknemers dat daar al veel langer sprake van is. “De laatste drie jaar neemt de kwaliteit van de zorg af”, vertelt John Doe. “Er zijn minder mensen, dus is er minder zorg.” Bovendien zijn er volgens haar minder nieuwe leerlingen die in de verzorging willen werken. “Wij merken dat, als collega's ziek zijn, hier nauwelijks tot geen vervanging voor komt”, vervolgt John Doe. “Zorg leveren is dan helemaal onmogelijk.”

Frustrerend en demotiverend
Het maakt het werk er voor hen niet aangenamer op. De verzorgers zeggen het ‘frustrerend’ en ‘demotiverend’ te vinden om nog voor Pieter van Foreest te werken. “We willen het beste voor onze bewoners en cliënten”, zegt John Doe. “Maar we krijgen te weinig handvatten om hier goed mee aan de slag te gaan. Of we worden door de bezuinigingen afgeremd.” Bovendien is er de dreiging van ontslagen, al ontkent de Raad van Bestuur dat er verzorgend personeel het veld moet ruimen. Ondanks alles willen ze toch 'gewoon' voor Pieter van Foreest blijven werken. “Het is niet onze schuld dat er gesaneerd moet worden. Het is de schuld van de managers die wanbeleid hebben gevoerd”, vindt John Doe. 

Met hun toekomstverwachtingen, en dan doelen ze vooral op de werkdruk, is het volgens hen somber gesteld. Het gebrek aan nieuwe collega’s en aan inval- en uitzendkrachten verhoogt die werkdruk alleen maar, voorspelt John Doe. Liever heeft ze dat er flink wat management-lagen verdwijnen. “En de overgebleven lagen moeten geen vette salarissen en bonussen meer krijgen”. John Doe heeft nog wel meer tips aan de Raad van Bestuur: “Ze moeten duidelijk aangeven welke zorg we willen leveren en vertellen wat dat kost. Er moet een duidelijke en transparante boekhouding komen, zodat iedereen kan zien waar het geld blijft.” Afspraken moeten volgens haar in alle openheid worden gemaakt, er moet een eenduidig inkoopbeleid komen. Verder wil ze minder ‘investeringen in dure prestige-projecten waar nauwelijks rendement mee wordt behaald’. Gebeurt dit niet, dan voorziet ze een niet al te rooskleurige toekomst. “Wellicht wonen onze bewoners en cliënten straks weer in bij hun familieleden”, ziet ze de bui al hangen. “Net als vroeger. We denken dat het van groot belang is dat de maatschappij gaat zien wat de problemen zijn en wat er zich afspeelt. Vaak denkt men dat je recht hebt op de zorg en dat vinden wij ook deels. Maar wij zijn niet straks niet meer in staat om die te geven.” 

Hans van Holten, de voorzitter van de Raad van Bestuur van Pieter van Foreest, benadrukt dat de bezuinigingen niet bepaald hún idee waren. “De overheid wil dat we bezuinigen”, zegt hij. “Om een beeld te geven: We krijgen vanaf volgend jaar in totaal tien procent minder geld.” Hij vindt het jammer dat de werknemers in het artikel zeggen dat het ‘frustrerend en demotiverend’ is om voor de zorginstellingen van Pieter van Foreest te werken. Er zitten volgens hem namelijk nog genoeg uitdagingen in het werk. “We moeten alleen wel de organisatie aanpassen aan de eisen die de overheid ons stelt.” De bezuinigingen die hier uit voortkomen, gaan volgens hem vooral op het gebied van ‘management en ondersteuning’ plaatsvinden. “Het is niet de bedoeling om mensen te gaan ontslaan, zij moeten juist de zorg verlenen.” 

Op het gebied van management kan het volgens Van Holten een stuk efficiënter. Omdat Pieter van Foreest de afgelopen zes jaar zeven fusies heeft gehad, valt er op dit vlak nog veel te verbeteren, vindt ook Van Holten. “De integratie van al die verschillende directies van de gefuseerde organisaties moeten zich gaan integreren met elkaar.” Dat moet volgens Van Holten leiden tot een effectievere bedrijfsvoering. Maar of dat genoeg is om 30 miljoen euro mee te besparen? Hans van Holten kan daar niet bevestigend op antwoorden. “We zullen ook de processen anders moeten doen, zoals die rond de maaltijdvoorziening. En in plaats van in elk verzorgingshuis een technische dienst te hebben, kunnen we beter werken met één Helpdesk. Als we alles wat effectiever en efficiënter aanpakken, in al onze 24 verpleeg- en verzorgingshuizen, dan zijn die bezuinigingen te bereiken”, besluit hij. (JN)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12