Leen den Breejen, de dominee van de Kerstnachtdienst, is toch nog steeds ook een beetje schoolmeester

Algemeen

DELFT – Op Kerstavond is het volgens goed en aloud gebruik dringen en inschikken in de Nieuwe Kerk. De Kerstnachtdienst trekt, weer of geen weer, zo'n tweeduizend mensen. Leen den Breejen, die de Kerstnachtdienst leidt, kijkt uit naar dit 'hoogtepunt van het jaar'.

De Kerstnachtdienst van woensdag a.s. is alweer nummer 62 in de inmiddels lange reeks. En voor Leen den Breejen de tiende waarin hij voorgaat. Hij weet het nog goed: "Ik was net een week predikant in Delft. Mocht ik al de Kerstnachtdienst doen. Eén van de hoogtepunten van het jaar". Het is, ook voor hem, een hele belevenis, zo'n stampvolle Nieuwe Kerk. "Als je dan op zo'n preekstoel staat en je kijkt zo rond, dan word je helemaal klein". 

Het is ook wel iets aparts, die Kerstnachtdienst. "Het gebeurt wel dat mensen ergens op de Markt zitten te eten. Dan horen ze die trompetters op de trans en dan zeggen ze: Zullen we ook maar naar binnen gaan?" Hij houdt daar in zijn meditatie ook rekening mee, dat het niet louter 'gewoon en trouw kerkvolk' is dat dan de Nieuwe Kerk tot de laatste plaats vult. "Ik hou absoluut geen dogmatisch verhaal. Dat doe ik trouwens in de gewone kerkdiensten ook niet. Ik probeer zo helder mogelijk de boodschap van de Bijbel over te brengen. Daar ben ik dan ook nog steeds wel een beetje de schoolmeester in. Ik probeer dingen uit te leggen. In tien minuten, langer doe ik het niet, moet het verhaal helder zijn. Ik hoop dat het de mensen ook pakt en raakt. Uit de reacties van de mensen merk ik ook wel dat dat lukt. Opvallend is trouwens dat de mensen me niet zo vaak opbellen, maar dat ze des te meer e-mailen. Dat is kennelijk toch laagdrempeliger dan de dominee bellen". 

-Is het geen afknapper als je na zo'n Kerstnachtdienst met 2000 mensen in de eerstvolgende gewone dienst weer voor 300 of 400 mensen staat te preken?
"Nee. Nou ja, het is wel wennen. Maar ik heb, bijvoorbeeld, in Rotterdam wel voor 60 mensen staan preken". Het valt eigenlijk ook allemaal best mee, vindt hij. "Dit jaar hebben we besloten om tijdens de kerkdiensten de deuren niet meer dicht te doen. Daar maken heel wat mensen gebruik van. Erg leuk. Het betekent dat je welkom bent. Ook al is het maar voor een paar minuten of voor een half uur. Daar zijn de achterste banken in de kerk voor gereserveerd. Ik denk dat we in de stad meer een open kerk moeten zijn. We zijn te lang besloten geweest. In de stad gebeurt het. De apostel Paulus trok ook van stad naar stad, die kwam niet in de kleine dorpjes. Dat ontdekken we nu, dat de stad enorme kansen biedt. Daar staan we ook voor open. De mensen moeten hun eigen verhalen kunnen inbrengen, moeten kritisch kunnen zijn. Dat moeten we als kerk nog een beetje leren". 

Dat poetst allemaal niet weg dat de kerken het moeilijk hebben. "De Hervormde Gemeente in Delft is in 38 jaar teruggelopen van 23.000 zielen, zoals we dat noemen, naar minder dan 6.000", heeft hij de onthullende cijfers paraat. Tegelijk zegt hij: "Wereldwijd gezien geloven verreweg de meeste mensen in iets. Het is maar een betrekkelijk kleine groep die principieel atheïstisch is. De houding ten opzichte van religie is veranderd. De mensen zijn niet zo afwijzend meer. De kerk is lang erg bevoogdend en bepalend geweest. Heeft niet altijd een positieve rol gespeeld. Dat heeft ook met macht te maken. Dat is niet goed. Dan vergeet je, ook als kerk, je core business. Daarom hebben veel mensen de kerk de rug toegekeerd. Het is niet dat ze niet meer geloven, ze zien het instituut kerk niet meer zitten".


Leen den Breejen zag 60 jaar geleden het levenslicht in Middelburg. Zijn vader, die overleed toen Leen een jongeman van zeventien was, werkte bij de Nederlandse Spoorwegen. Zijn moeder is een Zeeuwse. "Mijn vader deed nog wat zaken erbij, we verhuisden nogal eens". Den Breejen ging studeren. In Utrecht. Sociale Wetenschappen. "Heb ik een paar jaar gedaan. Toen ben ik Theologie gaan studeren. Maar ik heb tussendoor de PABO gedaan". Of, preciezer: "Toen ik daaraan begon, heette het Kweekschool voor het Onderwijs, toen ik eraf kwam PABO". Hij stond twaalf jaar voor de klas. "Twee jaar LBO, tien jaar MAVO, HAVO, VWO. Ik gaf Nederlands, Maatschappijleer en Godsdienst. Ja, ik was breed inzetbaar". Niet geheel zonder trots: "Ik was één van de eersten die de bevoegdheid Maatschappijleer kreeg. Was een nieuw vak". 

-Wat was jij voor een jongetje, vroeger?
"Ik denk dat ik veel fantasie had. Ik speelde en tekende graag. Hield van muziek. Maar ook van sport. Heb judo gedaan. En volleybal. In clubverband. En voetballen, maar ja, dat deed iedereen. Heb ik nooit in een club gedaan. Ik denk dat ik wel een beetje een wijsneus was. Als ik daar nog 's aan terugdenk: ik hield heel veel van Geschiedenis. Las het ene boek na het andere. Als je veel leest, weet je ook best wel wat. Misschien dat ik daardoor een beetje eigenwijs ben geworden". 

-Wist je wat je wilde worden?
"Ik had allerlei ideeën. Ik wilde schrijver worden. Rechercheur. Maar ook wel een beroemd zanger. En ik had ook wel belangstelling voor godsdienst. Maar niet in de zin van: daar ga ik m'n werk van maken". 

-Was je ook een vroom jongetje?
"Nou, nee, niet bijzonder, denk ik. Ik geloofde als kind wel in God, heb ik van jongsaf gedaan, maar ik was ook wel 's ondeugend. En nóg wel, natuurlijk. Ja, je bent een mens hè. Maar je leert ook, in de loop der tijd. Dat is één van de valkuilen van godsdienst: dat je in een soort kramp terecht komt. Dat lijkt me niet de bedoeling. Als het goed is, maakt geloven vrij. Het geloof legt geen dwang op van allerlei zaken die per se moeten". 

Den Breejen vertelt hoe hij van leraar dominee werd. Een heel verhaal over, zoals hij zegt, de keus tussen de klas en de pastorie. Een beslissing die hij bepaald niet zo maar nam. Maar hij koos er uiteindelijk tóch voor om dominee te worden. Hij kreeg, via zijn activiteiten voor de kerk en, uiteraard, dankzij zijn studie, 'de smaak te pakken'. "Ik vond het in het onderwijs heel leuk om met jongeren om te gaan, maar het was ook wel beperkt. Als ouderling kwam ik bij oude en jonge mensen en wat daar tussenin zit. Dat, plus het maken van preken, het vertellen van verhalen aan mensen, heeft mij over de streep getrokken. Het mooie van dit vak is dat je altijd met mensen bezig bent. Als ze het fijn hebben, als ze het moeilijk hebben, je staat in het hele palet van het menselijk leven". 

-Je beschouwt wat je doet dus als een vak?
"Het is een ambt, maar ik zie het ook als een vak. Ik voel me geroepen door God, maar ik wil het ook als een vak benaderen". 

Den Breejen begon als dominee in Kapelle (van 1983 tot 1991), verkaste daarna naar 's-Gravenzande (1991 tot 1999) en streek toen neer in Delft. "Financieel gezien zijn dat geen promoties, maar het zijn wel veranderingen, in die zin dat ik als enige predikant in een welvarend dorp als Kapelle overging naar 's-Gravenzande, waar ik in een team van predikanten kwam te werken". Overigens, en hier duikt de liefhebber van Geschiedenis weer even op: "Delft en 's-Gravenzande hebben in hetzelfde jaar stadsrechten gekregen en dat weten niet zo veel mensen". Delft, pakt hij de draad weer op, is natuurlijk wèl een stuk groter dan 's-Gravenzande, óók als Hervormde Gemeente. "We zijn hier met vijf wijkpredikanten". En, ander verschil: "Hier speelt het verschil in richtingen sterker. Dat gaat van orthodox tor vrijzinnig. Mijn wijkgemeente Binnenstad-Vrijenban, plus Rijswijk-Zuid dat er ook bijhoort, zit wat dat betreft in het midden. Laat ik het zo zeggen: wij zijn een beetje behoudend, maar er kan ook wel vrij veel".


Hij gaat nog even terug naar Kapelle, naar zijn eerste gemeente. "Daar was de vader van Annie M.G. Schmidt predikant. Schrik niet: dat is hij daar 36 jaar geweest. Hij was een hooggeleerde heer, las Ibsen en zo, en toch bleef hij daar maar in dat dorp op het Zeeuwse platteland. En ik heb nooit van iemand gehoord die hoopte dat hij 's een keer weg zou gaan. Annie was niet erg populair. Ze was niet echt sociaal. Ze was eigenwijs, ze shockeerde. Maar als iemand in moeilijkheden zat, daar had ze geen boodschap aan. Dat pikken ze niet in zo'n dorp. Maar ze was ook zó'n groot talent, ze moèst daar weg om tot ontplooiing te komen". 

Den Breejen houdt een slag om de arm, maar wat hem betreft is Delft z'n eindstation. "Maar in ons vak kun je niet zeggen dat je niet meer verhuist. Er kan altijd ergens een noodsituatie ontstaan waarbij een beroep op je wordt gedaan de helpende hand te bieden. Dan kun je niet zeggen: Ik doe dat niet. Ik heb het hier uitstekend naar m'n zin. Ik vind 't hier helemaal top. M'n vrouw ook. Ik geniet hier. Normaal gesproken wil ik dit werk hier tot m'n pensioen blijven doen. En dat doe ik dan met de nodige inzet en met veel plezier". 

-Maar loop je niet het risico dat trouwe kerkgangers zeggen: Ja, die verhalen van die Den Breejen, die kennen we nou wel?
"Dat is voor mij juist de uitdaging. Dat ik elke keer dingen aanpak die ik nog niet heb gedaan. We hebben, en dat is het mooie, een hele instroom van jongeren. Van studenten en jonge academici. Nou, die houden je goed bij de les, hoor". Hij kan het nog sterker vertellen: "Toen ik in Delft begon, was deze wijkgemeente meer vergrijsd dan nu. Er is een verjonging aan de gang. Die jongeren komen met nieuwe impulsen. Daar moet je als predikant ruimte aan geven, zodat ze zichzelf kunnen profileren. Nee, ik val hier niet in slaap, dat is onmogelijk". 

"Het moet klikken met de mensen in je gemeente. Ze moeten het gevoel hebben dat je één van hen bent. Dat ze iets van je kunnen leren, maar jij ook iets van hen. Je bent van elkaar afhankelijk. Als het niet klikt, kun je beter stoppen". 

-Als je aan het preken bent, kun je dan aan de mensen zien of je verhaal een beetje aanslaat?
"Gisteren had ik echt het gevoel: het komt over. Maar dat hangt niet van mij af, het hangt van de Heilige Geest af. Maar ik moet wèl m'n vak goed uitoefenen. Daar spelen ook andere factoren een rol in. Hoeveel tijd heb je om je voor te bereiden? Heb je, bijvoorbeeld, een paar begrafenissen gehad, dan heb je minder voorbereidingstijd. Dan heb je wel 's het gevoel: Die preek zou beter kunnen. Kijk, ik ben geen kanseltijger, zoals ze dat noemen. Ik denk dat ik een modale preker ben. Dat ik wel een verhaal kan overbrengen. Maar ik ben geen entertainer, ik ben een dominee die z'n werk zo goed mogelijk doet". 

"Muziek. Nog steeds", zegt Den Breejen over hoe hij zijn (weinige) vrije tijd besteedt. "Ik heb orgel gespeeld. Ik ben voorzitter van de Stichting Kerkconcerten Delft. Ik luister heel veel naar muziek. Lezen is ook nog steeds een hobby van me. En reizen organiseren naar Bijbelse landen. Egypte, Israël, Jordanië, Turkije, Griekenland, noem maar op. Daar leer ik zelf ook heel veel van. Als je er geweest bent, gaan de Bijbelteksten pas ècht voor je leven". 

-Kijk je, om maar 's een dwarsstraat te noemen, wel 's naar voetbal?
'"Zelden. Ik hou nog wel de standen bij, in binnen- en buitenland. En als ik 's een avondje vrij heb, kijk ik nog wel 's een wedstrijd. Maar het is niet meer zoals vroeger. Toen was ik daar veel fanatieker in. Nam ik wedstrijden op de video op en die ging ik dan 's avonds, als ik terug was van vergaderingen, zitten kijken. Ik geniet nu met volle teugen van m'n twee kinderen en vier kleinkinderen. En ik hou van vis. Elke vrijdag is het visdag. Zwemmen doe ik ook weer, sinds vorig jaar. Had ik járen niet gedaan, heb ik nu weer fanatiek opgepakt. Hartstikke leuk". 

Hij heeft, bekent hij, intussen wel iets met Delft. Sterker: dat heeft hij eigenlijk al heel lang. "Omdat ik van Geschiedenis hou, heb ik wel iets met Delft. Ik was een jaar of tien, elf. Gingen we met schoolreisje naar Delft. Heb ik foto's gekocht en in een schriftje geplakt. Dat heb ik nóg. Ik heb ook veel boeken over Delft. Ik ben lid van Delfia Batavorum. Ik vind het heerlijk om, als ik door Delft fiets, zó veel historie te zien. Ja, Delft heeft m'n hart wel gestolen". 

-Hoe wil je, later, herinnerd worden?
"Ik hoop dat de mensen mij zich zullen herinneren als iemand die heel veel belangstelling voor hen had. Als iemand die betrokken was bij hun levens en die ze in moeilijke tijden heeft mogen bemoedigen. Als iemand die jongeren de weg heeft mogen wijzen om kritisch met geloofsvragen bezig te zijn. En als iemand die het Evangelie op een blijmoedige wijze naar voren heeft gebracht". (PB)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12