Op Camping De Delftse Hout merken ze weinig van afnemende interesse in kamperen

Algemeen

Bij Camping De Delftse Hout blijven de echte kampeerders komen. (foto: Martijn Linthorst)

DELFT – Steeds minder Nederlanders gaan ouderwets kamperen. Dat bleek deze week uit onderzoek door het Nederlands Research Instituut Toerisme. Het aandeel kampeervakanties daalde van 21,1 procent in 1988 naar 14,7 procent in 2009, zo liet RTL Nieuws weten. Nederlanders kiezen volgens het onderzoek eerder voor een meer luxe vakantie in een hotel, een Bed & Breakfast of een vaste staplek op een camping.

Pim Meijkamp, de campinghouder van Camping De Delftse Hout, merkt weinig van een afnemende interesse in een kampeervakantie. “In Delft zitten we dat betreft juist in de plus”, vertelt hij. “We draaien goed, we mogen niet klagen.” Kamperen in Delft verschilt dan ook van een kampeervakantie elders in het land. Culturele en historische vakanties zijn namelijk juist populair, en dat kan volgens Meijkmap wel een reden dat zijn camping wèl genoeg bezoekers blijft trekken. De historische binnenstad ligt immers om de hoek. 

De kampeervakanties die nog worden gehouden, duren volgens het onderzoek korter. In 1996 bleven Nederlanders 7,2 nachtjes op de camping, in 2009 waren dat er nog maar zes. “Daar merken we wèl iets van. Het zorgt voor extra werk en veel meer wisselingen”, aldus Meijkamp. 

Hij blijft net als andere Nederlandse campinghouders van alles bedenken om het publiek te verleiden tot een vakantie op z’n camping. “Dat blíjven we doen, want dat deden we al. Het moet spannender zijn dan gemiddeld. Mensen moeten worden getriggerd. We hebben bijvoorbeeld hutten met een grasdak en een breed scala aan verhuuraccommodaties. We hebben verschillende types stacaravan, van groot tot klein. We laten onze gasten de keuze, ook financieel.”

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12