Scoop-Hockeyster Jolien de Jager houdt van sporten, traienen en gezelligheid

Algemeen

Jolien de Jager: “We zijn heel fanatiek, maar we missen nog speelsters die doelpunten maken.”

DELFT – Jolien de Jager is de aanvoerster van Scoop, de jongste hockeyclub van Delft. Scoop werd zo’n twee-en-een-half jaar geleden opgericht en niet veel later meldde De Jager zich aan bij deze studentenhockeyvereniging.

De 21-jarige studente hockeyt al bijna haar hele leven. Eerst bij Were Di in haar voormalige woonplaats Tilburg, sinds ze in Delft woont en studeert komt ze uit voor Scoop. Ze twijfelde in eerste instantie of ze weer wilde hockeyen. “Ik wilde misschien gaan roeien, maar ik heb toch voor hockey gekozen.” Dat vindt ze namelijk een ‘onwijs leuk’ spelletje. “En het is meer een teamsport, meer dan roeien.” Bovendien: “Ik kon het al een beetje.” 

Delft kent twee andere studentenhockeyclubs: Dopie en DSHC, maar voor beide verenigingen moet je lid zijn van een studentencorps. Daar had De Jager geen trek in. Ze trainde een keer mee met Scoop en dat beviel meteen al goed. “Omdat het een kleine vereniging is leer je al snel veel mensen kennen. Ik vind het hier heel gezellig.”
Haar medespeelsters zijn, vertelt ze, best fanatiek. Ze willen, net als hun aanvoerster, dolgraag promoveren uit de vierde klasse. Dat is voor standaardteams namelijk de laagste afdeling, maar promoveren is makkelijker gezegd dan gedaan. “We hebben nu bijvoorbeeld vijf speelsters die voor hun studie een half jaar naar het buitenland gaan. Je hebt altijd te maken met een wisseling van mensen. Ik hoop echt dat we dit seizoen promoveren, maar dat hangt erg af van de nieuwe leden.” Zij moeten de – tijdelijk – vertrekkende speelsters vervangen, maar het is nog de vraag of ze hun posities moeiteloos overnemen. 

- Ben je als aanvoerster gekozen omdat je de beste bent, of komt dat door andere kwaliteiten?
De Jager: “Ik ga niet roepen dat ik de beste ben. Ik speel op de positie van laatste vrouw, dus ik heb in het veld overzicht. Ik hockey bovendien al vrij lang, dus ik ken de regels en het spelletje. Je moet ook mensen kunnen sturen, dat kan ik wel. De meesten waren vorig seizoen tevreden over mij als aanvoerster, dus ik mag het dit seizoen blijven.” 

- Ben je al vaker aanvoerster geweest?
“Ja, in de jeugd ben ik het ook wel eens geweest, maar dat was heel anders dan nu. Toen werd er nog veel door de coach en door ouders geregeld en hoefde ik alleen voor de wedstrijd een handje te geven. Nu moet ik veel meer aansturen. In de jeugd vertelden ze hoelaat je voor uitwedstrijd op de club moest verzamelen, daarna werd je door ouders gebracht. Nu moeten we regelmatig met het Openbaar Vervoer omdat we niet genoeg wagens hebben. Dat is niet altijd even leuk om op zondag met de trein, bus en metro naar uitwedstrijden te reizen. Het is vooral jammer dat het veel tijd kost.” 

- Waar merk in het veld aan dat je nu niet meer bij een ‘burgerclub’, maar bij een studentenhockeyvereniging speelt?
“De teams waar we tegen spelen, hockeyen vaak al heel lang samen. Omdat het vaak kleine clubs zijn hebben ze weinig talenten van buitenaf aangetrokken, waardoor ze al lang samenspelen. Ze kunnen bij wijze van spreken ruiken waar een teamgenoot staat. Ons teamspel is wat dat betreft wat minder, omdat we niet zo op elkaar ingespeeld zijn.” 

- Wat vind je leuk aan hockeyen bij een studentenclub?
“Ik vind het heerlijk om te sporten en te trainen. We trainen ook in de winter door. Daarnaast is het ook heel gezellig, we zijn een groep die veel met elkaar omgaat. Nieuwe mensen worden snel in de groep opgenomen en er is mee ruimte voor wat persoonlijks. We kopen bijvoorbeeld altijd een cadeau voor elkaars verjaardag. Dat zijn misschien maar kleine dingen, maar het is wel erg leuk.” (JN)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12