Zijkant...

Algemeen

Ik geef het grif toe: er zijn weinig dierenliefhebbers in het algemeen en vogelliefhebbers in het bijzonder die zo fanatiek zijn als ik. Maar ik heb nièt meegedaan aan de tuinvogeltelling, het is zonde dat ik het moet zeggen.

De reden is overigens vrij simpel: ik heb geen tuin. En om nou bij een wildvreemde in de tuin te gaan zitten koekeloeren tot er een vogeltje wil neerstrijken, dat is ook weer zo wat. Bovendien vindt mijn man dat ik sprekend, maar ook niet sprekend, op een vogelverschrikker lijk en dan ben je natuurlijk gauw uitgeteld. Mijn man had vanzelfsprekend wèl een mening over de uitslag van die telling. Dat de huismus de grote winnaar is geworden, verbaasde hem niks. 'En dan hebben ze mij nog geeneens meegeteld', zei hij alsof hij hoogstpersoonlijk zelf had gewonnen. Dat het al een hele tijd zo verrekte koud is, maar dat er tóch verdacht weinig ijsvogels zijn gesignaleerd, dat verbaast mij nou weer. Overigens zet ik wel m'n vraagtekens bij zulke tellingen. Hoe weet je nou dat je niet achtentwintig keer hetzelfde stomme vogeltje zit te tellen? En op een gegeven moment word je toch tureluurs van dat gestaar in de ruimte? Nou, tureluurs stonden al helemáál niet op de lijst. Ik bedoel maar. Intussen mag de aandacht voor onze gevleugelde vriendjes er niet toe leiden dat de andere dieren in het vergeetboek raken. Zo vraag ik mij al tijden in gemoede af of runderen nou wel zouden beseffen dat er ook half-om-half-gehakt is. Ik weet het niet, maar ik vind die beesten altijd zo treurig uit hun ogen kijken, dat doen ze vast en zeker niet voor niks. Nu we het er tóch over hebben: ik hoorde onderlaatst iemand die beslist niet van gisteren is, want hij is al éénentachtig, zeggen dat wie kroketten eet best een vegetariër kan wezen, zó weinig vlees zit er in die dingen. En wat ik ook hoorde, is dat ondanks felle protesten van de Partij voor de Dieren het kleiduivenschieten nièt wordt verboden. Omdat het wel degelijk nuttig is en zelfs noodzakelijk in verband met het evenwicht in de natuur. Nou weet ik eindelijk wat ze met balansopruiming bedoelen. Intussen blijft het maar koud. Ik kom nog steeds de deur niet uit. Gelukkig heb die schat van een buurvrouwtje. En ook één van mijn halfbroers komt regelmatig langs. Dat is die van wie ik onderlaatst die ondeugende limerick openbaar heb gemaakt. Was hij niet blij mee. Maar ja, ik heb altijd al iets met poëzie gehad. Zelf kan ik nog geen twee woorden laten rijmen. Het blijft bij een illusie. Ik heb ermee leren leven. En ik zet af en toe 'Kon ik maar dichter bij je zijn' op, dat helpt ook bij de verwerking. Voor de rest is mijn halfbroer een schat van een man. Hij heeft zó'n open karakter, hij is constant verkouden. Maar het enige wat hij zegt: 'Ach, ik zit er toch altijd voor Piet Snot bij. Nou èn?' Zó lief.

Wiesje Gort-Droog

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12