Oilveo wint van Concordia, vooral dankzij meer beleving en strijd

Algemeen

Tim van Rheenen scoort hier stijlvol tijdens het duel Concordia – Oliveo (1-3). Peter Schildmeijer (rugnummertje 6) en Jochem van der Brugge zijn slechts toeschouwers. (foto: Roel van Dorsten)

DELFT - Concordia verloor, afgelopen zondag, thuis van Oliveo. Met 1-3. Dat was, misschien, toch wel tamelijk verrassend. Zowel van Concordia als van Oliveo.

Sander Overgaag (28) is nu een seizoen of zes een tamelijk vaste kracht in Concordia 1. Hij voelt zich ook wel basisspeler. "Tenminste, als ik iets beter blijf spelen dan zondag. Dat was schandalig slecht". Tim van Rheenen (24) is wéér niet weg bij Oliveo. "Ik heb er wel over getwijfeld. Er was meer één club concreet. FC Boshuizen, uit Leiden. Maar", weet hij nog van vorig seizoen, "daar wil je niet dood gevonden worden. Als het regende, regende het ook in de kleedkamer. En als je de kantine binnenkwam, leek het wel een cafetaria". 

Overgaag, hij voetbalde tot en met de A1 in DHC, over die 'schandalig slechte' wedstrijd tegen Oliveo: "Ja, hoe komt dat? De week ervoor speelden we goed. Nu was niemand scherp. En tegenstanders als Oliveo, en vorig seizoen Wippolder, die liggen ons niet. Dat zijn fysiek sterke tegenstanders. Oliveo, dat gooit de ballen hoog voor de pot, daar deden we weinig tegen. Dat zullen we toch moeten proberen anders aan te pakken, want ik ben bang dat er in onze poule nog wel meer van zulke ploegen rondlopen". 

-Jullie konden het tijdens de wedstrijd ook niet meer omdraaien?
Overgaag: "We waren redelijk machteloos. In de tweede helft zijn we één op één gaan spelen, maar zij wonnen gewoon meer duels. Ze creëerden meer kansen. Het is dat Marc Schouten zo goed stond te keepen…" 

Van Rheenen vindt niet dat Oliveo zo fysiek speelt. "We hebben ook niet echt van die grote gasten meer. Het gaat om beleving en strijd. Dan kan je wel aardig voetballen, maar ze werden afgetroefd op strijd. We waren in alles een stap eerder. En daarbij bleek dat we ook nog best aardig kunnen voetballen". 

Er is bij Oliveo wel het één en ander veranderd ten opzichte van vorig seizoen. De routiniers Björn Raven en Paul Janssen haakten al tijdens het vorige seizoen af. "Vind ik heel jammer", zegt Van Rheenen. "Het zijn goeie voetballers en gezellige gasten. Ze hadden in de derde klas best nog wat kunnen toevoegen. De manier waarop ze zijn weggegaan, dat is jammer. Daar doe je verder niks aan". Oliveo raakte nog meer spelers kwijt. Die vertrokken of zijn lager gaan spelen. Maar er streken ook wat nieuwelingen neer. De Duitse TU-student Peter Haffinger, bijvoorbeeld. En de in deze contreien welbekende broertjes Khalid en Mohammed Ouled-Haddou. Die zo maar bij Oliveo aanwaaiden. Van Rheenen weet het: "Ze hebben het hart op de tong. En als je ze een bal geeft, zijn het net kinderen in een snoepwinkel". Maar lastig? Vervelend? "Ze krijgen bij ons best wel tegengas als ze raar gaan doen. Ze hebben bij ons natuurlijk wel met dertig lompe boeren te maken, heel makkelijk gezegd. Oliveo is ook een andere club dan Delfia". Maar voetballen kunnen ze. "Ik heb nog zelden een voetballer gezien die zó tweebenig is als Khalid". 

-Wat is er bij jullie anders ten opzichte van vorig seizoen?
Overgaag: "We hebben er wel wat nieuwe spelers bij gekregen. In de breedte zijn we zeker sterker geworden. En Michael Wilson en Vincent Krul zijn echte versterkingen".
Van Rheenen: "We hebben afgesproken dat we niks over ons systeem in de krant willen hebben. Daarmee zouden we de tegenstanders alleen maar wijzer maken. Laat ik het zo zeggen: we spelen wat meer naar voren dan vorig seizoen". Van Rheenen heeft ook een wat andere rol dan vorig seizoen. "Toen stond ik op tien, achter de spitsen. Nu sta ik echt op het middenveld. Iets meer naar achteren. Qua positie maakt het me niet zo veel uit. Met mijn loopvermogen is het toch de bedoeling dat ik dichter achter de spitsen ga komen. En scoren doe ik nu ook wel. Ik heb er nu drie gemaakt. Niet zó gek, voor een middenvelder, vind ik".

'HET WAS VOOR MIJ ZEKER GEEN WEGGEGOOID SEIZOEN'
Overgaag zou zich niet snel 'een spectaculaire voetballer' willen noemen. "Ik zal er niet gauw tien in een seizoen inschoppen". De verdedigende middenvelder, die ook nog 's docent Management en Organisatie op het Stanislascollege is, leidt in het algemeen vrij weinig balverlies, vindt hij. "Ik ben zo'n speler die voor de balans in het elftal moet zorgen. Ik heb wel een redelijke techniek, vind ik. Als ik het voor het zeggen had zou ik mezelf wat sneller en een betere kopper hebben gemaakt. Ik had vroeger een hekel aan koppen, maar nu niet meer zo. Het gaat de laatste jaren wel beter". 

Van Rheenen, ook in het onderwijs werkzaam, maar dan op een Pijnackerse basisschool, beleefde met Oliveo niet bepaald een florissant vorig seizoen. Afgetekende degradatie uit de tweede klas was het logische gevolg. Al zegt hij toch: "We hadden er ook nog wel in kunnen blijven, met wat geluk. Maar ja, als je aan het eind van het seizoen onderaan staat, dan ben je natuurlijk wel de terechte degradant". 

-Was het vorige seizoen voor jou dus een weggegooid voetbaljaar?
Van Rheenen: "Vorig seizoen heb ik twaalf keer gescoord. Van de in totaal 26 doelpunten die we hebben gemaakt. Het was voor mij zeker geen weggegooid seizoen. Al was ik natuurlijk liever in de tweede klas gebleven".
-Wat zijn de grootste verschillen tussen de tweede en de derde klas?
Van Rheenen: "Het niveau natuurlijk. De kampioenskandidaten van nu en die van vorig seizoen, dat is een groot verschil. FC Boshuizen, vorig seizoen, had zó veel meer dan de ploegen die nu bovenin zullen gaan meedraaien. Het tempo en de handelingssnelheid lagen vorig seizoen veel hoger, maar dat is eigenlijk een beetje een open deur. En maak je nu een fout, dan wordt dat niet altijd afgestraft. In de tweede klas wèl zo goed als altijd". 

Overgaag werd afgelopen zondag gewisseld. "Daar kan ik in het algemeen vrij slecht tegen. Als ik het onterecht vind, maar dat gebeurt niet zo vaak, ben ik wel een beetje klaar met Concordia. Dan ga ik ook snel na de wedstrijd naar huis. Maar ik ben niet iemand die constant bij de trainer op de stoep staat om uitleg te vragen. En in het algemeen doet hij wel logische dingen, de trainer. Ik kan slecht tegen m'n verlies, ja. Dat is ook met gezelschapsspelletjes een ramp. Net zoals zondag. Het is vooral een gevoel van machteloosheid. Zou ik elke week zo moeten voetballen, dan zou ik stoppen aan het eind van het seizoen. Al is dat misschien ook wel een beetje slap…" (PB)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12