Interview Janneke van den Bos

Algemeen

Janneke van den Bos wil kinderen kennis laten maken met de gouden randjes van het leven

DELFT – Janneke van den Bos is directeur van ZON! Hoewel: voor haar hoeft dat 'directeur' niet zo. Liever noemt ze zich ondernemer.

Haar onderneming is dus ZON! Dat is 'een onafhankelijke organisatie die duurzame kinderopvang aanbiedt. Duurzaam wil zeggen dat de leiding altijd aandacht besteedt aan natuur, cultuur en sport. ZON! kiest bewust voor locaties met veel natuurlijke ruimte en mogelijkheden'. Dat wil weer zeggen: ZON! Sport Delft, bij SV Wippolder; ZON! Groen Delfgauw; ZON! Sport, bij SV Den Hoorn en ZON! Delftse Hout. ZON! vangt nu in totaal zo'n 110 kinderen op. Er is plaats voor rond de 130. 

"Alles wat ik tot nu toe doe heeft met de natuur te maken", zegt Janneke van den Bos (34). Ze werd een grote meid in de polder van Delfgauw. "Daar heb ik tot m'n veertiende gewoond. En daar is de basis gelegd". Ze vertelt in geuren en kleuren hoe haar daar de liefde voor de natuur met de paplepel is ingegoten. "Nu ik erop terugkijk, denk ik: Jeetje, wát een rijkdom". 

Ze was als meisje, weet ze nog wel, iemand 'met een duidelijk eigen wil'. "Tot ergernis van m'n ouders, zo nu en dan". Veel veranderd is ze wat dat betreft niet. "Als ik iets in m'n kop heb, heb ik het niet in m'n kont". Ze lacht. "Nee, ik vind mezelf geen lastig wijf. Ik kan inmiddels enorm relativeren. Ik kan nu wel met m'n ongeduld omgaan". Toch zegt ze ook: "Je kracht is ook je valkuil'. Kan zó op een tegeltje…
Van haar Jenaplanschooltijd herinnert ze zich vooral meester John. "Ik kan echt zeggen dat hij een aantal bouwstenen in mij heeft gelegd. Hij was zó'n veelzijdige man. Hij nam ons mee op heemwandelingen. Vertelde ons over plantjes. Gaf ons Tai Chi. Nam een opgezette vogelspin mee naar school. Leerde ons tekenen en toneelspelen. Maar we hebben ook gebarentaal van hem geleerd. Hij was altijd bezig ons vanuit een verrassende invalshoek dingen te leren. Mede daardoor ben ik altijd heel nieuwsgierig gebleven naar mensen en dingen om me heen". 

Na de Lagere School ging ze 'een beetje dwalen', zoals ze dat nu omschrijft. "Ik wist wel wat ik wilde, maar doordat het thuis een beetje een zootje was, is het bij mij pas veel later de serieuze kant opgegaan". Ze belandde op het Haagse Montessorilyceum. "Had ik voor geen goud willen missen. Maar ik ben er wèl na drie jaar weggegaan. Zonder diploma. Daarna ben ik van school naar school naar school gegaan. Totdat ik het Horecadiploma had. Daarna ben ik de kinderopvang ingegaan". 

"Vanaf m'n achtste wist ik dat ik ooit voor mezelf wilde beginnen. Ik dacht toen aan een grand café. Als zingende gastvrouw. Het is dus later de kinderopvang geworden. Ik vond de contacten met mensen in de horeca te vluchtig. Ik wilde de mensen beter leren kennen. En kinderen heb ik altijd leuke schepsels gevonden". 

Ze heeft intussen zeventien jaar kinderopvang achter de kiezen. "Sinds vorig jaar januari echt voor mezelf. Al die jaren heb ik goed kunnen overdenken: Wat vind ik leuk? Wat kan ik goed?" Nu heeft ze ZON! Kinderopvang voor kinderen tot 12 jaar, maar wèl een tikkeltje anders. "Back to basic. De kinderen lekker laten sporten. Met ze naar buiten. Ze kennis laten maken met de gouden randjes van het leven. Met name dat met ze naar buiten gaan zeg ik vanuit m'n eigen hart. Ik ben ervan overtuigd dat kinderen daar beter van worden. Als je wilt dat je kinderen zich ontwikkelen, is dagelijks uren achter een beeldscherm zitten wel erg beperkt". 

-Nooit spijt gehad dat je in je jongere jaren niet wat serieuzer hebt doorgeleerd?
"Ik heb later, bijvoorbeeld, wel de avondopleiding Management gedaan. Ach, de praktijk is toch de beste leermeester, durf ik achteraf wel te zeggen. Mensen die er vanuit de theorie instappen, die missen toch echt wat. Die begrijpen niet hoe kinderen echt in elkaar zitten. Dat het ene kind voor drie kan tellen en dat andere kinderen zó lief zijn dat je er wel negen kan hebben. Als je kinderen zó begrijpt, is het machtig om met ze te kunnen werken. Maar dan moet je ze wèl kennent". Want: "Het gaat niet om een product, het gaat om kinderen". Kan óók zo op een tegeltje…

'WAAR IS DE COMPUTER? WAAR IS DE TV?'
-Zijn de kinderen in de jaren dat jij in de kinderopvang actief bent erg veranderd?
"Ik denk wel dat het digitaliseren, ik heb geen idee of dat een goed Nederlands woord is, de afgelopen tien jaar sterker is geworden". Ze bedoelt: "Bij de kinderen is de hang naar TV, naar computerspelletjes, sterker geworden. Dan voel ik me soms best wel ouder dan 34. Denk ik: Jeetje, wat is er ten opzichte van mijn jeugd veel veranderd. Toen ik zeven, acht was, was ik veel buiten. Mijn vriendinnetjes en klasgenootjes ook. Ik heb echt het idee dat dat nu anders is". 

-Hoe zit dat met de ouders? Zijn die ook veranderd?
"Ik heb het idee dat kinderopvang er echt toe bijdraagt dat de emancipatie in ons land goed vorm heeft gekregen. Ik geloof dat het voor de gelijkwaardigheid van man en vrouw heel goed is dat beiden werken. En dat beiden verantwoordelijkheid hebben voor hun kinderen. Ik heb in die zeventien jaar misschien twee keer meegemaakt dat ouders hun kind op de kinderopvang dumpten, om het zo maar 's te zeggen. Ik heb inmiddels honderden kinderen voorbij zien komen, dus dat kun je onmogelijk zorgwekkend noemen. De ouders die voor mijn organisatie kiezen, zijn de meer bewuste ouders. Die zijn enthousiast over ons concept. Die staan met hun opvoeding en met hun hart achter het naar buiten gaan, achter het sporten. Het zijn ook geen ouders waarvan de kinderen vragen: Waar is de computer? Waar is de TV? Die hebben wij gewoon niet". 

"Misschien is het jou opgevallen", zegt ze dan. Ze doelt op wat ze 'stempeldrift' noemt. "Ik durf de stelling wel aan dat het basisonderwijs is ingericht voor meisjes. Lekker in de kring, kletsen, tutten, zingen, aan tafel werkjes doen. Ik ben zelf de trotse moeder van twee knullen. Jongens hebben veel meer lichamelijke energie dan meisjes. Jongens hebben behoefte aan klimmen, aan rennen. Ik zou graag zien dat het basisonderwijs zich meer richt op jongens". 

-Bij de leerkrachten in het basisonderwijs zijn de vrouwen ook veruit in de meerderheid. Hoe is dat in jouw organisatie?
"Op de zestien medewerkers hebben we zes mannen. Die voetballen met de jongens. Doen allerlei sporten met ze. Stoeien met ze. Dat is zó anders. Opvallend is wèl dat we in onze locatie Den Hoorn meer jongens dan meiden hebben. In de andere locaties is dat fifty-fifty. Ik ben ervan overtuigd dat onze aanpak voor alle kinderen goed is. Voor jongens en meisjes. ADHD of niet. Buiten zijn is voor iedereen goed. Daar worden we relaxt van. Is goed voor onze bloeddruk. Het heeft direct effect op ons lichamelijk gestel. Er wordt onderzoek gedaan naar de effecten van buiten spelen op kinderen met ADHD. Daar ben ik heel benieuwd naar".

'WIJ HEBBEN NOG EEN ECHTE PARTTIMECULTUUR'
"We zijn een ambitieus stelletje", zegt ze. Maar net zo makkelijk: "We zijn erg idealistisch. We hebben geen enkel winstoogmerk. Het leuke vind ik dat ik veel gelijkgestemden vind. We weten allemaal dat we ons best zorgen mogen maken om het klimaat. Dat we niet zo argeloos moeten omgaan met de natuur. Wat is er dan belangrijker dan de nieuwe generatie liefde voor de natuur bijbrengen? En wat is er mis met een beetje ras-idealisme? Wist jij, bijvoorbeeld, dat we in Delft een kleine beestjesparadijs hebben? Achter De Papaver? Gewoon voor iedereen toegankelijk? In de Delftse Hout zijn we voor onze locatie daar een samenwerking aangegaan met de Natuurwacht. Daar zijn mensen al decennia lang bezig jonge kinderen wat bij te brengen over de natuur. Daar kunnen wij als gewone kinderopvangers nog erg veel van leren". 

Over leren gesproken: "Vorig jaar ben ik op studiereis geweest, naar Engeland. Ben ik op bezoek geweest bij Forest Schools. In een soort verliefdheid ben ik terug gekomen. En ik heb een stichting opgericht: Groen Cement. Inmiddels zijn er al twaalf mensen die zich geheel belangeloos voor die stichting inzetten. Met ons allen onderzoeken we of we projecten kunnen ontwikkelen om kinderen meer naar buiten te krijgen. Het eerste project gaat om het op de beursvloer samenbrengen van kinderopvang-, natuur- en milieu-organisaties, zodat we directe kruisbestuiving krijgen". 

Op de vraag of ze nog een droom heeft, antwoordt ze dan ook, niet geheel verrassend: "Ik zou het heel gaaf vinden als we in Nederland een aantal Forest Schools zouden hebben. Stel je voor: middenin het bos mooie gebouwen, voor mensen van nul tot honderd jaar. Waar je kan genieten, leren, spelen, elkaar ontmoeten". Maar ook: "Dat het in Nederland over tien jaar gewoon is dat kinderen drie uur per dag buiten spelen in plaats van dat ze drie uur per dag achter een beeldscherm zitten". 

Zo ver is het nog (lang) niet. Dit is namelijk de harde realiteit: "Ik denk dat kinderopvang nu in het algemeen voor autochtone tweeverdieners is. Dat vind ik wel jammer. Wat dat betreft is Delft wel goed bezig met de VVE-trajecten (VVE staat dan voor Vroegtijdig Voorschoolse Educatie). Dat is bedoeld voor allochtone kinderen, om die zo vroeg mogelijk in peuterspeelzalen en in de kinderopvang kennis te laten maken met de Nederlandse taal. En om zo de achterstand op de basisschool zo veel mogelijk te beperken". 

-Is kinderopvang in ons land eigenlijk al wel een algemeen aanvaard fenomeen?
"Ja, maar… In landen als Italië en Zweden is het al jarenlang normaal dat beide ouders fulltime werken. Kinderen gaan daar vijf dagen per week naar de opvang. Punt. Wij hebben nog een echte parttimecultuur. Het is hier nu wel geaccepteerd dat ouders hun kinderen twee, drie dagen in de week naar de kinderopvang brengen. Gaan de kinderen hier vijf dagen per week naar de opvang, dan roepen mensen nog steeds: Ach, wat zielig. Dat Calvinisme leeft nog steeds". 

-Wat maakt kinderopvang tot goede kinderopvang?
"Goede kinderopvang, dat is waar de mensen echt met liefde luisteren en kijken naar de kinderen. Dat is het belangrijkst. Dus niet denken of praten vóór de kinderen, maar mèt de kinderen". Kan weer zó op een tegeltje. "Kinderen zijn van kleins af al heel goed in staat om aan te geven wat ze wel en wat ze niet leuk vinden. Wat belangrijk voor ze is. Daar zouden we veel meer op moeten inzoomen om de kwaliteit van ons werk omhoog te brengen". 

"Wat kinderen veel beter kunnen dan wij, volwassenen, is leven in het hier en nu. Genieten van het moment. Wij vergaderen veel met de kinderen. Wat op dat moment in hun hoofd speelt, is voor hun belangrijk. Dat beïnvloedt het gesprek dat je met ze hebt. Dat is ook goed voor je eigen kijken en denken. We leren dat ook vanuit hun perspectief te doen".

'IK BEN ER DAG EN NACHT MEE BEZIG'
-Is alle kinderopvang vandaag de dag ook goede kinderopvang?
"Nee. We zijn zó hard gegroeid, de afgelopen jaren, en dan vooral in de breedte, dus qua capaciteit en qua locaties, dat we op het gebied van de pedagogische inhoud nog een slag hebben te slaan. We hebben dan wel een systeem, waarin de GGD voor de Gemeente controleert hoe de kwaliteit van de kinderopvang is, maar ik vind dat het daarbij tot nu toe te veel gaat om zaken eromheen en te weinig om de pedagogisch-inhoudelijke kant. Daar zou veel strenger op gecontroleerd moeten worden. Door bijvoorbeeld pedagogen". Maar ook als het gaat om 'de basis' van wie in de kinderopvang gaan werken, valt er nog wel wat te winnen. "In Italië, bijvoorbeeld, moet je Pedagogie gestudeerd hebben. SPW 3 is een MBO-opleiding. Daarmee ben je hier al voldoende geschoold om met kinderen te mogen werken. Wij besteden in onze organisatie veel aandacht aan groene kinderopvang. We willen niet een organisatie zijn die roept: Bij ons staat het kind centraal en blablabla, en in de praktijk is dat niet zo. Niet lullen, maar poetsen, dat is ons devies. Talentgericht werken, de medewerkers de dingen laten doen die ze goed kunnen en die ze leuk vinden. Zo proberen we ieders talent optimaal te benutten". 

Janneke van den Bos wil niet 'de drijvende kracht' achter haar organisatie genoemd worden. "We doen het met z'n allen. We zijn ook absoluut geen hiërarchische organisatie". Maar ze zegt ook: "Ik ben er dag en nacht mee bezig. Ik zie het als m'n derde kind. Al heb ik door de liefde en door m'n kinderen wel geleerd dat je ook wel 's nièt kan werken". Maar het valt niet mee: "Werken is voor mij ook plezier". 

Wat haar terdege ontspant, is de muziek. "Zingen is een onderdeel van mij. Daarin kan ik spanning, vreugde, verdriet kwijt. Jazz, blues. Ik heb ook liedjes geschreven, maar ik kan geen noot lezen. En ik ben als de dood voor optreden. Dat heb ik niet als ik een zaal met 200 mensen moet toespreken over m'n vak. Maar van optreden heb ik alleen maar de zenuwen, ik beleef er geen plezier aan. Ik heb mezelf beloofd dat ik er ooit overheen kom. Misschien word ik op m'n vijfenzestigste nog wel een oude jazzzangeres…" (PB)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12