Rob van den Bulk zegt het maar zo: je moet in het leven keihard werken en keihard genieten

Algemeen

DELFT – Rob van den Bulk is een vlotte babbelaar. Niet zó vreemd dus dat hij wel wat heeft met reclame. Maar nièt met het reclamewereldje. Niet zó vreemd ook dat hij nu, met z'n vriendin, de aparte interieurzaak 7 Days More Living runt.

"Het heeft er bij mij altijd wel ingezeten", weet de in een Delfts ziekenhuis geboren, maar in Pijnacker groot gegroeide Van den Bulk. "Een klein voorbeeldje. We woonden vlakbij de Veiling, in Pijnacker. Elke week gingen we daar doorgedraaide komkommers op de markt verkopen. Deden we in een lege kraam, tot de Politie kwam. Bij de groenteman op de markt kostten de komkommers 15 cent, bij ons 10 cent. Hadden we er vijf verkocht, of tien, dan konden we weer voetbalplaatjes kopen". Hij weet ook: "Ik heb altijd wel het idee gehad dat ik iets met mensen wilde doen. En dingen verkopen vond ik erg leuk". Nee, dat heeft hij zeker niet van thuis meegekregen. "Mijn ouders waren hard werkende mensen. Die hadden zeker geen ondernemersgeest. Lekker hard werken en tevreden zijn met wat je hebt, zo waren mijn ouders". 

Leren was niet z'n grootste hobby, al kon hij het wèl. "Ik moest het vooral naar m'n zin hebben". Hij begon met twee jaar Kleuterschool. Zó lief: "Die heette Het Prinsesje". De Lagere School herinnert hij zich als "een ontzettend leuke tijd". En dat gold ook voor zijn MAVO-jaren, in Voorburg. Daarna volgde hij, in Den Haag, wat toen nog Ondernemersonderwijs heette en later de Middelbare Detailhandelsschool werd. "Daar haalde ik m'n vakdiploma en het Middenstandsdiploma. Tegenwoordig mag iedereen een winkel beginnen, dat was vroeger een heel ander verhaal". Hij weet nog dat zijn conrector destijds zei: "Realiseer je dat dit niet zo maar een diploma is. Toen ben ik bij de Makro gaan werken. Liep ik binnen twee, drie dagen vakken te vullen. Ik hoor het m'n ouders nog zeggen: Nou Rob, dat is niet zo maar een diploma wat je hebt gehaald, hè…" 

Tóch omschrijft Van den Bulk zijn twee Makro-jaren als "leuk en leerzaam". Maar: "Of het financieel zo handig is geweest, dat weet ik niet. Ik maakte heel wat overuren. Dat waren er op een gegeven moment 120. Ik dacht: ik laat er 100 uitbetalen, de rest in vrije tijd. Kreeg ik 212 gulden netto. Ja, dat had ik goed gedaan…" Niettemin: "Ik heb er veel geleerd. Ook van die vervelende klanten, die zelf een winkel hadden, maar als ze bij de Makro waren er een bende van maakten". 

Er was voor Van den Bulk gelukkig leven na de Makro. "Ik werd benaderd om stukjes te gaan schrijven voor de Telstar, het huis-aan-huis-blad in Pijnacker en Nootdorp. Zat ik drie, vier keer in de week op het Gemeentehuis. bij al die Commissievergaderingen en zo. Maar ook bij de Oranjefeesten en bij de Missverkiezing. Zat ik natuurlijk in de jury. Of ik zo veel verstand heb van vrouwen? Verstand, dat wil ik niet zeggen, maar ik heb er wel een mening over". 

-Kon jij eigenlijk een beetje schrijven?
"Ik had er wel gevoel voor, ja. Ik vond het leuk om met mensen te praten en ze vragen te stellen. Ik ben altijd wel geïnteresseerd geweest in de beweegredenen waarom mensen dingen doen". Hij hield het vier jaar vol. "Elk jaar was het zo'n beetje hetzelfde. De regio was ook niet zo groot, dan heb je het na een aantal jaren wel gehad".

Van den Bulk, als u dit op zondag leest is hij op de kop af zes dagen 48 jaar jong, verzette de bakens. Met dank aan zijn oom, die eigenaar was van de Pijnackerse drukkerij Raket. Een flinke drukkerij, "er werkte toch wel een mannetje of veertig, vijftig'. Die oom haalde hem niet zo maar binnen. "Hij had het idee dat ik op termijn een belangrijke rol in zijn bedrijf zou kunnen spelen. Ik ben er gaan werken. En ik ben blij dat ik van hem de kans heb gekregen die ontwikkeling door te maken. Hij wilde mij klaarstomen om op termijn zijn positie over te nemen. Hoewel ik zelf niet wist of dat wel mijn ambitie was". 

Een niet onbelangrijk onderdeel van de drukkerij was de afdeling die stalenboeken maakte. En dan ging het om stalen behang. "Degene die daarover de leiding had, begon een horecatent op Mallorca. Toen moest ik die afdeling gaan draaien. Als jonge jongen leiding geven aan mensen die in de productie werken, dat is best lastig. Die mensen kunnen toch wat minder doordenken dan mensen die wat meer bagage hebben. Toch heb ik daar met veel plezier gewerkt. Tót mijn oom zijn zaak verkocht. Er kwamen mensen die het bedrijf puur als investering zagen. De band met het personeel werd anders. De sfeer ook. En de motivatie werd minder. Een biertje drinken met z'n allen, op vrijdagmiddag, dat soort dingen mocht niet meer". 

De lol was eraf. En dus was het wegwezen geblazen. "Met vier mensen die bij de drukkerij werkten, hebben we in Zoetermeer een stalenboekbedrijf opgezet. Books Holland, het bestaat nog steeds. Dat was een moeilijke periode, alleen al door zaken als concurrentiebeding en zo. Maar uiteindelijk werd het toch een groot bedrijf, waar toentertijd toch wel dertig, veertig mensen werkten. En ik had de twijfelachtige eer algemeen directeur te zijn". Twijfelachtig, ja, want: "Dingen waar je goed in bent, die doe je niet als algemeen directeur. Heel frustrerend was dat". 

Acht jaar geleden trok hij ook die deur achter zich dicht. "Omdat ik het niet meer naar m'n zin had. Geld interesseert me dan helemaal niks. Ik had er een luizenbaan, ik verdien nu nog geen vierde van wat ik daar toen verdiende. Maar ik was ook behoorlijk gefrustreerd dat ik zo afhankelijk was van opdrachtgevers. Eijffinger Behang was een grote klant van ons. Die kwam met vijf behangcollecties per jaar. Als zo'n opdrachtgever veel verkoopt, maakt de prijs niet uit. Maar loopt het minder, dan krijg je maar de helft van de prijs. Dat ging wereldwijd om heel veel geld. Je had geen rechtstreekse invloed op de markt". 

Hij wist het zeker: "Ik wilde van een groot bedrijf naar iets heel kleins. Daarbij kwam dat ik mijn relatie ook niet meer zo spannend vond. Dan is één plus één twee", want aardig tellen heeft hij altijd al gekund. "Ik ben bij het bedrijf en bij m'n ex-vrouw weggegaan. Was een heel vervelende periode. met twee kinderen die daar niet om hadden gevraagd".

En dan nu iets heel anders. Het is het overbekende 'bruggetje" waarmee presentatoren actualiteiten- en andere (praat)programma's de nodige soepelheid proberen te verschaffen. Van den Bulk en zijn
vriendin begonnen een interieurzaak in Delft. Op de Beestenmarkt. Onder de naam 7 Days More Living. "In april wordt het alweer zeven jaar". 

-Nog niet één moment spijt van gekregen?
"Ik heb überhaupt nooit spijt van beslissingen. Je neemt beslissingen. De ene is goed, de andere minder. Ik zeg altijd: Kijk vooruit. Wees positief". Daarbij komt: "Delft bevalt heel goed, als woon- en als werkstad. Het is gruwelijk gezellig in Delft. Zeker 's zomers. Dan komen we uit ons werk. Zien we al die mensen op de terrassen zitten. Zeg ik: Zullen we een drankje doen? Dat worden er dan natuurlijk méér. Dan gaan we nog wat eten. Ik zeg maar zo: Je moet in het leven keihard werken en keihard genieten". Al zorgt hij er ook wel voor dat hij fysiek nog een beetje bij de pinken blijft. "Ik heb járen gevoetbald, in het eerste van Oliveo. Ik heb getennist. Ik probeer ook twee, drie keer in de week hard te lopen. Ik geef nog steeds spinning, in De Viergang, in Pijnacker. Dat doe ik puur voor de ontspanning. Als je de hele week met je winkel bezig bent, met hoe we het voor de klant leuker en aantrekkelijker kunnen maken, dan is het fijn als je af en toe je hoofd vrij kan maken" En o ja: "Ik ga ook met m'n jongste dochter naar Sparta". 

Zijn vriendin, geeft hij de verhoudingen even aan, heeft een passie voor interieurs. Hijzelf is meer van de reclame en de marketing. En van de bezorging. Wat soms helemaal niet meevalt, als je met een bank vier trappen op moet. "Ik vind het leuk om dingen uit te werken en in de markt te zetten". 


Ondernemen, maakt hij het niet gecompliceerder dan het is, is niet zó moeilijk. "Als je kwalitatief goeie producten levert en je bouwt er een leuk concept omheen, dan moet het lukken. Maar tegenwoordig is het al heel wat als ondernemers hun afspraken nakomen. Ik vind dat heel wat bedrijven er wat dat betreft een zootje van maken. Ze bellen niet terug. Ze komen niet op de afgesproken tijd of helemaal niet. Je moet je afspraken nakomen, een goed product leveren tegen een faire prijs, dan kan je in elke branche succesvol zijn. Daar blijf ik van overtuigd. Ook in deze moeilijke tijden. Je ziet nu dat de wildgroei er een beetje uitgaat. Te grote en te dure auto's, dat soort dingen. Het kon allemaal niet op. Je krijgt nu een soort nivellering. De mensen die normaal doen en een eerlijk product leveren tegen een normale prijs, die redden het. En je moet als ondernemer ook met initiatieven en ideeën komen. Je kan er als ondernemer zelf heel veel aan doen. Veel ondernemers draaien op routine. Als het met mij zo ver zou komen, moeten ze me waarschuwen. Dan moet ik wat anders gaan doen. Elke dag moet je weer frisse initiatieven nemen. Moet je op de barricaden staan". 

-Dat je voor Delft koos, was dat gebaseerd op gedegen marktonderzoek?
"Ik heb op straat tien, misschien twintig mensen aangesproken. Wat vindt u van het winkelaanbod in Delft? Wat mist u daarin? Dat soort vragen. Ik heb niks met al die dure rapporten. Je moet uitgaan van je eigen kracht. Ik heb overigens wèl bewust gekozen voor de oude binnenstad. We verkopen moderne vormgeving, maar wèl gezellig. We hebben strakke houten tafels en kasten en noem maar op, maar het ziet er wèl gezellig uit. Die stijl hebben we door de jaren heen ontwikkeld. En het is alleen maar fijn dat dat succesvol blijkt te zijn". 

Hij zei het al: Van den Bulk is eigenlijk meer een reclameman. Maar: "Ik vind de reclamewereld niet leuk. Met uitzondering dan van 'Waanzinnig', uit Delft. Die jongens zijn back to basic. Die luisteren naar de klant. Samen maak je er dan een mooi verhaal van". 

-Merk je dat het nu mindere tijden zijn?
"Ja, dat wèl. De mensen zijn nu, merk ik, selectiever in wat ze wel of niet uitgeven. We zien, in het algemeen, dat mensen de aanschaf van kasten en tafels uitstellen. Maar een bank die kapot gaat of slijt, die vervangen ze wèl. Ik moet zeggen dat de crisis tot nu toe voor ons alleen nog maar positieve effecten heeft gehad. In die zin: wij verkopen alleen Nederlandse producten, maar dan voor heel andere prijzen dan bijvoorbeeld Leolux. Onze producten zijn goed en mooi, ze gaan net zo lang mee, alleen kan je niet zeggen: Ik heb dat en dat merk".

Maar, dat is Van den Bulk natuurlijk ook niet ontgaan, heel wat ondernemers hebben het niet makkelijk. "Met name in Delft speelt dat heel veel panden eigendom zijn van huisbazen. Dat die niet meedenken en meewerken door hun huurders bijvoorbeeld tien procent huurverlaging te geven, om ze zo te helpen te overleven, dat vind ik jammer. Daardoor krijg je leegstand. En wie is daar nou mee gebaat? Helaas, zaken doen draait heel veel om geld. Maar ik zeg ook: als je wat je doet met plezier doet en gemotiveerd, dan moet het lukken. Vaak zie je dat ondernemers de verkeerde keuzes maken qua prioriteiten. Het begint met passie voor wat je doet". 

-Hoe is Delft als stad voor ondernemers?
"Elke stad biedt kansen. Maar je hoopt natuurlijk dat de randvoorwaarden zó zijn dat je als ondernemers je creativiteit kwijt kunt. Ik vind het wel 's jammer dat Delft niet echt een ondernemersvisie heeft. Neem maar de bereikbaarheid van de binnenstad. Als je daar je onderneming hebt, moet je er maar zien te komen. Dat geldt ook voor de consument. Dan gaan de mensen naar de grote winkelcentra in Zoetermeer en Rijswijk, hoewel die toch minder gezellig zijn dan de binnenstad van Delft".
De Delftse consument springt er niet echt uit als het om smaak gaat, vindt hij. "Het is geen publiek dat per se moderne trends volgt. Ze kopen liever tijdloze spullen". 

-Moet je wat je verkoopt ook zelf mooi vinden?
"Ja. De winkel is echt een weerspiegeling van onze eigen smaak. Toen we begonnen, hadden we dit concept in ons hoofd. Daar kun je superenthousiast over zijn, maar je bent wèl afhankelijk van wie je zaak binnenkomt. Die mensen moeten het leuk vinden. En dan graag ook nog kopen. Maar ik ben daarin heel conservatief. Als ik iets niet mooi vind, kan ik niet zeggen dat jij dat moet kopen". 

-Zie jij je wat je nu doet tot je pensioen volhouden?
"Nee. Vooropgesteld: ik blijf dit nog een hele tijd doen. Maar voor de verre toekomst heb ik nog heel wat ideeën. Ik heb een heel leuk concept voor een horeca-onderneming. Ik heb ook ideeën in de richting van bed and breakfast, maar dan anders. Wat ik me wèl realiseer, is dat het allemaal erg hard gaat. Voordat je het weet heb je een houten jas aan. Maar voorlopig vinden we dit nog erg leuk. En vinden we Delft erg leuk". (PB)




Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12