Schilderachtige, kleurrijke schilderes Kerdy van Vuuren is een fan van de oude meesters

Algemeen

DELFT – Ze doet op het eerste gezicht, en eigenlijk ook wel op het tweede, een beetje denken aan 'een oude meester'. Dat vindt ze bepaald geen belediging, want ze heeft er zeker geen hekel aan in die stijl te schilderen. Toch: "In wezen ben ik eigenlijk portrettist'.

Ze maakt er geen geheim van. Kerdy van Vuuren mag er graag niet uitzien als een grijze muis. Ze heeft zich, zegt ze, voor dit gesprek nog aardig ingehouden. Maar als ze, bijvoorbeeld bij de opening van een expositie, moet opdraven haalt ze wel wat anders uit de kast. Opvallende kleding, niet mis te verstane make-up, het leven is al saai genoeg. Maar goed, eerst maar even de nieuwsgierigheid bevredigen naar de herkomst en, wellicht, de betekenis van haar voornaam. Die ook al niet alledaags mag heten. Ze is, zegt ze, vernoemd naar een Duitse tante. Het zou Gerda worden. "Maar dat vond mijn moeder vreselijk. Het werd Kerdy, omdat ik zo'n klein baby'tje was. En ik ben nu nog niet veel groter", lacht ze. "Ik ben 1 meter 53". 

-Ben je, vroeger, zeker wel behoorlijk mee gepest?
"Nee. Ik ben nooit ergens mee gepest. Ik was juist zelf een beetje een pestkop. Maar wèl goedmoedig. Ik hou wel van een beetje humor. Dat houdt je overeind". 

Kerdy van Vuuren werd 55 jaar geleden geboren. Op het Oosteinde. "Ik ben een rasechte Delftse". En daar is ze nog trots op ook. "Ja, alleen al gezien mijn beroep. Dat Vermeer hier heeft gewerkt, dat is mooi. Ik probeer met mijn schilderen ook in de trant van de oude meesters te werken. Die Delftse traditie heb ik hoog in het vaandel staan". Want, weet ze, Delft is een schildersstad. Sterker: Delft barst van de kunstenaars. "Ik vind Delft echt bruisend". 

Ze heeft het er dan wel over dat ze schilderes is, maar schilderen doet ze pas een jaar of twaalf. Tekenen doet ze al veel langer. Na de Lagere School kreeg ze als doorleeradvies HBS mee. "Maar dat mocht niet van thuis. Ze vonden dat een meisje haar handen moet kunnen gebruiken. Ik moest dus naar de Huishoudschool. Daar heb ik een opleiding gevolgd tot coupeuse". Ook niet verkeerd, want: "Ook daarin kon ik mijn creativiteit ontplooien". Toch hield ze het niet vol. En ging ze werken. "Twaalf ambachten, dertien ongelukken. Daarna ben ik bij zinnen gekomen en wèl het één en ander gaan leren. Ik heb twee jaar Psychologie gestudeerd, maar niet afgemaakt. Ik heb Assurantie B gedaan. En ik ben met mijn huidige echtgenoot een Assurantiekantoor begonnen. Daarna een Incassobureau. VIS, dat stond voor van Vuuren Incasso Service. Dat deed ik alleen. Heel bizar. Ik, als vrouwtje van 1 meter 53, moest heel grote mensen sommeren te betalen. Dat is altijd goed gegaan, gelukkig". 

Dat Assurantiekantoor liep 'in eerste instantie' hartstikke goed. "We hadden kantoor aan huis, het liep als een trein. Tot elf september. Toen stortte ook voor ons de markt in. Helaas. Mijn man werd ziek. Hij kon zich niet meer voor honderd procent inzetten. Ik kon het niet alleen aan. Dat werd de start van mijn carrière als schilderes".
 
Maar, zoals al gememoreerd, tekenen deed ze al veel langer. "Ik was dertien, jaar, toen won ik een wedstrijd portrettekenen. Ik zat altijd te tekenen. M'n moeder zei vaak: Denk je dat je daar je brood mee kan verdienen? Toch ben ik door de jaren heen blijven tekenen. Met schilderen ben ik pas een jaar of twaalf geleden begonnen".

'DAN VOEL IK ME ALS EEN VIS IN HET WATER'
Dat ging direct goed, is ze nóg enigszins verbaasd. "Het was gelijk bingo. Mijn man stond vaak op beurzen. Had hij ook een foto van een schilderij van mij bij zich. Dat vonden de mensen mooi. Ik kreeg opdrachten. En verzoeken om te exposeren. Ik vond het doodeng, ondanks dat ik het wel in m'n vingers had". 

Ze is dus 'in wezen' portrettist. "Dat is mijn specialiteit. Maar ik schilder ook mensen van nu een paar honderd jaar terug in de tijd, in de bijbehorende kostuums en zo. En ik beschilder grafkisten. Ook kinderkistjes. En urnen". Ze heeft, prijst ze haar kunstzinnige waar behendig aan, zelfs 'iets heel unieks'. "Houten kistjes, die ik door een timmerman laat maken, en die ik helemaal beschilder. In de vorm van kerkjes, maar dan als urn. In de Grote Kerk kun je een hele urn kwijt, in het kleine kerkje een haarlok of wat as. Dit bestaat nog niet in Nederland'. Dat neemt niet weg: "Ik ben toch hoofdzakelijk bezig mensen te portretteren. In opdracht. Dan voel ik me als een vis in het water. Dan zijn m'n twaalf ambachten en dertien ongelukken voorbij. Ben ik hopelijk met m'n laatste beroep bezig". 

Kerdy van Vuuren was, als ze eraan terugdenkt, als kind 'een denkertje'. Want: "Ik was altijd aan het nadenken over van alles en nog wat. Er moest altijd een andere kant aan zitten. Ik nam niets zoals het kwam. Daardoor was ik wel 's recalcitrant. Nee, echt lastig was ik niet. Thuis liep ik wel lekker in het gareel, maar als kind had ik wel dat dingen altijd anders moesten". 

"Dat kleine vrouwtje is wel gegroeid", stelt ze nu tevreden vast. "Ik heb geleerd om mensen te beoordelen, te accepteren en te respecteren zoals ze zijn. En ook om gewoon m'n eigen gang te gaan". Dat heeft ze eigenlijk altijd wel geweten, maar het kwam er niet van. "Ik wilde", herinnert ze zich, "een studie Medicijnen volgen. Op m'n negende las ik al een boek van Marie Curie, omdat ik wist dat ik die richting uit wilde. Maar ja, dat leer je niet op de Huishoudschool…" Ze heeft het daar een periode behoorlijk moeilijk mee gehad. "Maar ik leef in het hier en nu. Ik ben wat dat betreft heel nuchter en rationeel. Gelukkig wel, anders hou je het niet vol". 

Dat artistieke wat ze heeft komt niet uit de lucht vallen. Daarvan geeft ze graag haar ouders (een deel van) de schuld. Haar moeder, want "die was een fenomeen in alles wat met stoffen en draadjes te maken had". En haar vader, want "die was ook megacreatief". Toch kreeg ze, als 'veruit de jongste', voorgehouden dat met kunst geen droog brood te verdienen was. Ze vertelt en passant dat ze niet geheel vrij is van paranormale trekjes. We moeten het vooral niet overdrijven, "maar af en toe heb ik een tik van de mallemolen". Ze bedoelt: "Het komt meer in onze familie voor. Ik heb het niet met iedereen, ik stel me er ook niet op in, maar af en toe vliegt er wel 's wat bij me binnen. Dan heb ik, ik noem maar wat, dat er iemand binnenkomt en dat ik zeg: Rij jij in een grijze Opel? En dat ik ook nog wel wat van het kenteken weet. Nee, ik doe er niks aan. Dat kost me veel te veel tijd. En dan: wat moet ik ermee?"

'JE KAN NIET HAASTEN. DAT KAN NIET'
-Je bent dus portrettist. Wat is de essentie van een goed portret?
"Het moet de mensen raken. Dat geldt natuurlijk voor de geportretteerde, maar als het gaat om iemand die overleden is, dan geldt het vooral voor de familie, voor de nabestaanden. De ogen zijn belangrijk. Die zijn de spiegel van de ziel. Het is een cliché, maar o zo waar. Door de ogen kun je het karakter vastleggen in verf. Af en toe heb ik ook het idee dat ik met verf diep in iemand doordring. Het blijft bijzonder dat je met een paar tubetjes verf en een paar kleine kwastjes mensen, auto's, dingen, noem maar op, neer kunt zetten. Héérlijk". 

-Wat is het moeilijkst in een portret?
"Wat is moeilijk? Ik vind het niet moeilijk. Of laat ik het zo zeggen: ik heb er geen moeite mee. Het portret moet lijken. Goed lijken, niet maar een beetje. Je maakt een veredelde foto in verf, die moet goed zijn". 

-Begin je een portret altijd op dezelfde manier?
"Nee, dat is elke keer anders. Hoewel, je begint natuurlijk wèl altijd op dezelfde manier en dat is met het maken van een schets. Maar hoe ik daarna verder ga, dat wordt bepaald door de eerste indruk die ik van iemand heb. Dus ik kan bij de één beginnen met het haar en bij een ander met de achtergrond". 

Ze werkt vooral van foto's. Model staan, of zitten, het kán wel, "maar het is wel uit de tijd. Het kost ook te veel tijd, waardoor het voor de meeste mensen te kostbaar wordt". 

-Wat je doet, is in feite niks anders dan naschilderen?
"Je bent, wat je ook schildert, altijd aan het kopiëren. En dan: de mensen vragen erom. Ze komen niet, bij wijze van spreken, met een foto van een boot en zeggen dan: Maak er 's een auto van. Ze willen die boot geschilderd hebben". 

-Vind jij jezelf een goeie portrettist?
"Goed? Het kan altijd beter. Het hele leven is een leerproces. Heel veel oefenen en hard werken, elke dag met schilderen bezig zijn, daar leer je van. Om een voorbeeld te noemen: ik heb studie gedaan naar de oude meesters. Met name Rembrandt, maar ook Vermeer, Rubens, Italiaanse meesters. Niet dat ik hun schilderijen wil schilderen, maar het is heel bijzonder hoe die oude meesters de aanraking van het licht op het doek kregen. Daarom vind ik het belangrijk dat je in het begin van je schilderscarrière replica's maakt van werken van die oude meesters. Dan ondervind je zelf bewust hoe zij dat hebben gedaan. Heel leerzaam". 

-Is goed kunnen schilderen vooral een kwestie van talent of is het juist de oefening die kunst baart?
"Het één kan niet zonder het ander. Je moet oefenen om je talent te ontwikkelen en als je talent hebt moet je dat zeker en goed gebruiken. Ik ben een laatbloeier, dus ik moet opschieten. Dat doe ik ook. Ik heb hard gewerkt, al die jaren. En dat doe ik nóg". 

-Betekent hard werken ook snel werken?
"Je kan niet haasten. Dat kan niet. Mensen zeggen wel 's: Je hoeft je met dat portret niet te haasten, hoor. Maar dat kán ook niet. Alles heeft z'n tijd nodig. Maar voor schildersbegrippen ga ik wel snel, denk ik. Heb ik m'n handen vrij, dan heeft men binnen veertien dagen het portret in huis". 

-Mislukt er wel 's een portret. Dat je zegt: Dat lijkt nergens naar?
"Laat ik het afkloppen, maar dat heb ik nog niet meegemaakt. Ik heb het wel 's gehad dat men achteraf zei dat de verkeerde foto was gebruikt. Maar door het schilderen zelf? Nee. Daar zou ik ook echt heel erg van schrikken". 

Kerdy van Vuiuren baarde onlangs opzien met haar driekoppige portret van Michael Jackson. "Dat is via internet de hele wereld over gegaan. Ik heb er zó veel reacties op gekregen". Maar verkocht heeft ze het nog nièt. "De mensen, hoorde ik pas later, dachten dat ze het toch wel niet zouden kunnen betalen. Dat het 40.000, 50.000 euro zou moeten kosten. Dat vind ik jammer, want het is wèl te betalen". 

-Moet je een portret wat je schildert ook zelf wel een beetje mooi vinden?
"Nee, dat moet ik uitschakelen. Je krijgt wel 's iets te schilderen waarvan je denkt: Ojee! Hemel! Maar dat is niet aan mij om te oordelen. Als de klant maar tevreden is". 

-Ben jij een ijdeltuit?
"Ik ben wel ijdel, ja. Ik vind het belangrijk om verzorgd te zijn. Het is voor jou toch ook prettig om te kijken naar iemand die verzorgd is in plaats van naar een slons die stinkt? Ik vind het ook prima als mensen ijdel zijn". 

-Sta je graag in het middelpunt van de belangstelling?
"Ja, daar schep ik wel een bepaald genoegen in. Vroeger nièt. Toen was ik verlegen, durfde ik bijna niks. Zou je niet zeggen, hè? Is gekomen door het schilderen. Daar heb ik zó veel kracht uit kunnen putten. Door dat schilderen heb ik m'n verlegenheid en valse bescheidenheid overboord gegooid". 

-Heb je nog een droom?
"Die vraag stel je wel vaker, hè. Als ik er de tijd voor heb, zou ik wel een drieluik met allerlei religieuze afbeeldingen uit verschillende perioden willen maken. Samson en Delilah, de kruisiging van Christus, ik zie het al helemaal voor me. Dat is echt een megaplan". 

-Heb je iets met religie?
"Ja, op de één of andere manier wèl. Toch ben ik niet kerks. En vraag je: Bid je? Ook niet. Maar het boeit me wèl. Ik denk ook dat iemand als Christus er wel degelijk is geweest. De Messias, iemand die zich inzette voor anderen". 

-Je ziet er op z'n minst niet onopvallend uit.
"Heb ik altijd gehad. Ik was veertien, in opleiding voor coupeuse. Toen al maakte ik m'n eigen kleding. Kleding uit Italië, uit Marokko, dat vind ik mooi. Heeft dus niks met het schilderen te maken. Dat is altijd zo geweest bij mij. M'n make-up ook. Ik heb zoiets van: Laat het maar zien. Zie er gewoon leuk uit. Loop niet in van die dertien-in-een-dozijn-spullen. Wat dat betreft kunnen we nog heel wat leren van andere landen. Ik hou erg van gekleurd, ja. Maar nu dacht ik: Laat ik me nou maar 's niet zo erg uitdossen. Maar bij het openen van exposities, ja, dan trek m'n leuke dingen wel uit de kast". (PB)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12