Delftse gynaecoloog redde heel wat levens, maar hij ging als het moest ook op een ladder staan

Algemeen

Van Hemel (rechts) met één van zijn couveuses, waarvan er over de hele wereld zo’n 1200 worden gebruikt.

DELFT – De Delftse gynaecoloog Oscar van Hemel ontwikkelde een registratiesysteem voor verloskundigen èn een goedkope maar praktische couveuse voor ontwikkelingslanden.

Om deze twee redenen werd de 73-jarige Delftenaar vorige week vrijdag Koninklijk onderscheiden. “Het is heel bijzonder dat iemand voor twee dingen wordt erkend”, weet zijn buurman en vriend Tom de Neef, die ook bij de onderscheiding aanwezig was. De Neef noemt Van Hemel ‘een unieke, interessante man met doorzettingsvermogen en een vooruitziende blik’. 

De Neef kreeg wel een beetje een dubbel gevoel bij de onderscheiding. Zijn buurman lijdt namelijk aan Parkinson. Hij besefte nauwelijks wat er vrijdag gebeurde. “Het is heel netjes dat hij wordt geëerd, maar het was erg duidelijk dat hij er met z’n hoofd niet bij was.” De aanvraag voor een Koninklijke Onderscheiding werd een jaar geleden al gedaan, maar sindsdien ging het hard achteruit met de gezondheid van Van Hemel. 

Oscar van Hemel, die in 1997 met pensioen ging, begon zijn loopbaan als tropenarts in Oeganda, waar de kindsterfte erg hoog was. Van Hemel ontwikkelde daarom een vrij primitieve houten couveuse. Die was als een soort bouwpakket makkelijk naar andere continenten te vervoeren. “Hij zocht overal naar sponsors en mensen die hem konden helpen”, vertelt De Neef. “Hij regelde dat de bouwpakketten in lege ruimtes in het vrachtvliegtuig mee konden. Delftse ouderen naaiden de afsluitingen rond de twee armgaten in de couveuse. Ook zij liepen met ‘m weg, het was fantastisch hoe hij dat allemaal regelde.” Doordat Van Hemel veel mensen om zich heen verzamelde die hem met de couveuses hielpen, kon hij ze, ruim onder de kostprijs, voor zo’n 200 dollar leveren. Inmiddels worden er in 60 verschillende landen 1200 van zulke couveuses gebruikt. “Sommige staan er al 25 jaar en ze werken nog steeds”, vertelt De Neef, die in 2006 met Van Hemel naar Kenia ging. “Andere moderne couveuses die door andere landen zijn geleverd waren na een jaar al kapot, omdat ze niet tegen de omstandigheden daar konden.” De couveuse van Van Hemel is daarentegen van hout en werkt met een gloeilamp. “Dat kan haast niet kapot gaan”, weet De Neef. Hij vond het ‘fantastisch’ om te zien hoe de couveuses na jarenlange trouwe dienst nog steeds te vroeg geboren baby’s warmte en bescherming boden. “Ik vond het aandoenlijk dat verpleegsters met tranen in de ogen naar hem toekwamen. ‘Dat we u hier mogen zien’, zeiden ze tegen hem.” De Neef weet zeker dat Van Hemel en zijn couveuses heel wat jonge babylevens hebben gered en daar zijn ook heel wat ouders hem dankbaar voor. 

Van Hemel zorgde er bovendien voor dat gynaecologen vanaf de jaren ’80 gebruik gingen maken van een registratiesysteem voor pasgeboren baby’s. Daarin wordt precies bijgehouden hoe zwaar de baby woog, hoe lang de moeder zwanger was, wat voor begeleiding ze had, de hoeveelste geboorte dit voor haar was en nog veel meer zaken. Het is aan Van Hemel te danken dat alle geboorten in Nederland sinds die tijd worden geregistreerd met een systeem waarvoor ook vanuit andere landen interesse is. In 1997 is Van Hemel gepromoveerd op een proefschrift over dit verloskundigenregistratiesysteem. 

De Delftse gynaecoloog was volgens De Neef ook pragmatisch en ‘in het dagelijks leven een beetje een ingenieur’. Hij heeft er nog een mooie anekdote over. “Hij moest in Afrika eens een operatie doen, maar hij dacht dat de operatiekamer niet steriel was.” Van Hemel pakte daarom een ladder, klom erop en ging met de lamp boven de operatietafel aan de slag. Daar bleek inderdaad de nodige viezigheid op te liggen. De Neef: “De mensen van de operatiestaf vertrouwden het daarom niet meer. Die dachten: Een chirurg gaat niet op een ladder staan. Hij was zó pragmatisch.” (JN)


Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12