Acteur Vincent Linthorst speelt bij Nationaal Toneel en regisseert z'n vader bij Delfts Toneel Gezelschap

Algemeen

DELFT – Vincent Linthorst is acteur. Bij Het Nationaal Toneel, met de Toneelgroep Amsterdam de toneeltop van Nederland. Hij is ook regisseur, bij het Delfts Toneel Gezelschap. Dat nu 'De Huisbewaarder' speelt, van Harold Pinter. Met Rob Linthorst, de vader van Vincent, in één van de drie rollen.

Dat Vincent Linthorst (34) aan toneelspelen is verslingerd, dat mag bepaald niet als een wonderbaarlijk feit geboekstaafd worden. Goed, zijn broers Robert ('Hij is een goeie boekhouder en, bij Delfia, een goeie voetballer') en Martijn ('Hij kan goed schrijven', hij schrijft voor deze krant) kozen een andere weg. Vincent slikte de liefde voor het acteren, die hij met de paplepel kreeg ingegoten, als enige ook door. "Mijn ouders woonden aan het Rietveld, waar je het Falie Begijnhoftheater had en nog steeds hebt. Het Delfts Toneel Gezelschap speelde daar. Mijn ouders hadden de sleutel van dat gebouw. Om de haverklap werd er aangebeld door mensen die daar kwamen repeteren. Wij waren daar als kind ook heel vaak, omdat zowat de hele familie aan toneel deed. Daar is toen de basis gelegd voor mijn huidige toneelcarrière". 

Natuurlijk, als heel klein ventje had hij ook de welbekende toekomstdroompjes. "Toen wist ik nog absoluut niet dat ik acteur wilde worden. Politieman, cowboy, Brandweerman, rijk en beroemd worden, dat wilde ik". Maar het liep anders. "Mijn vader, die onderwijzer was en later leraar, was amateur-acteur. Mijn moeder deed aan kindertoneel. Al heel jong kreeg ik te maken met toneel van wereldliteratuurniveau, waar de jeugd normaal gesproken pas op de middelbare school mee te maken krijgt. 

Toneelspelen, dat was voor mij zó normaal. Ik begreep eigenlijk niet dat het bijzonder was dat ik, toen ik vijftien, zestien was, bijzondere dingen kon en deed". Hij geeft het grif toe: erfelijke belasting speelde een niet onbelangrijke rol. Maar: "Het gaat er ook om of je talent hebt. En vooral of je het leuk vindt of niet. Ik vond het als kind al leuk, terwijl mijn broers meer met voetballen hadden. Van huis uit ben ik best verlegen, maar voor de klas durfde ik wel voor een groep te staan en toneel te spelen". 

Het ging, stelt hij vast, eigenlijk allemaal heel vanzelfsprekend. "Ik heb er nooit bij stilgestaan dat je van toneelspelen je beroep kon maken. Maar ik had wel veel fantasie. Dat heb ik nóg. Als je mij op een fiets zet, dan rijd ik elke keer weer de Tour de France. En die win ik dan ook. Dan is de Koepoortbrug voor mij de Alpe d'Huez".
-Wat heeft bij jou nou het zwaarst gewogen: die erfelijke belasting of jouw talent?
"Mijn vader kan erg goed toneelspelen. Hij heeft nooit een toneelopleiding gehad. Hij heeft zichzelf moeten vormen als amateur-acteur. Hij heeft veel dingen niet geleerd, omdat hij er minder tijd in kon steken. Ik merkte bij mezelf dat ik iets kon wat anderen minder goed kunnen. Dat is dan toch wel talent. Kijk, iedereen kan een toneeltekst uit z'n hoofd leren, maar er zijn er maar weinig die zo'n tekst ook goed kunnen spelen. Als je dan weet dat je iets uitzonderlijk goed kunt, dan ga je daar verder mee. Dat besef kwam dus op de middelbare school". Toch zegt hij ook: "Mijn opa deed aan toneel. Mijn vader is een goeie acteur. Mijn moeder had een groot komisch talent, ze had eigenlijk cabaretière moeten worden". Nee, van een vreemde heeft hij het nou ook weer niet.


Van huis uit meekrijgen, talentvol zijn, tóch is dat nog niet alles, weet hij. "Je moet óók heel graag willen. Het lijkt allemaal wel simpel, maar toneelspelen is vooral heel hard werken. Het is een heel zwaar vak. Met elke nieuwe rol die je gaat spelen, moet je helemaal opnieuw beginnen. Je begint dan weer op nul, want alles is anders. Een ander stuk, een andere rol, een andere regisseur, andere spelers, en dat elke keer weer. Dat is best pittig. Maar ook ontstellend leuk om te doen". 

-In hoeverre speelt ijdelheid bij toneelspelen een rol?
"Eigenlijk ben ik helemáál niet zo ijdel, terwijl toneelspelen in wezen ijdel is. Nee, exhibitionisme, dat vind ik te negatief. Ik speel nu tien jaar in de top van het Nederlandse toneel. Toch ben ik niet echt bekend in Nederland. Dat komt, omdat de mensen naar het personage kijken dat ik speel en niet naar Vincent Linthorst die dat personage zo goed speelt. Dat wil ik zo lang mogelijk zo volhouden. Want als mensen komen kijken hoe Vincent Linthorst z'n rol speelt, dan loop je het risico dat je alleen speelt wat je goed kunt. En voor je het weet, word je in een hokje geplaatst. Kijk maar naar die meneer in de AH-reclames. Een goeie acteur, maar hij zal eeuwig vereenzelvigd blijven met meneer Albert Heijn. Ik wil alles kunnen spelen. Niet een typetje, maar een mens. Met al z'n hebbelijkheden en onhebbelijkheden. Als ik een rol speel, wil ik dat er één iemand is op de wereld die erom kan huilen. Op het toneel gaat het om mensen met wie het niet goed gaat of mis. En niet, zoals op de TV, om hoe slim, knap, snel en doortastend ze zijn". 

-Jouw vader kan toch enige ijdelheid niet ontzegd worden.
"Mijn vader is ijdel, maar niet op een vervelende manier. Laat ik het zo zeggen: hij heeft een bepaalde présence. Als hij er is, wéét je ook dat hij er is. Ik ben rustiger. Meer van in een hoekje de boel een beetje aanschouwen". 

Hij kijkt nog even terug op hoe het allemaal zo gekomen is. "Wij hadden het thuis niet verkeerd, maar we hadden ook niet veel. Als de TV stuk was, was die ook stuk. Ik heb ook nooit het idee gehad later heel veel geld te moeten verdienen. Ik vind het al een godswonder dat ik nu een goed salaris verdien met iets wat ik zo ontzettend graag doe". 

Op school had hij er geen behoefte aan de vlijtige leerling uit te hangen. "Ik ben bijzonder intelligent, maar ik heb ook wel iets van autisme. Ik richt me heel erg op één ding". Huiswerk maken deed hij bij hoge uitzondering. "Ik heb het meeste geleerd door het zelf op en uit te zoeken". Daarbij komt: "Ik ben eigenwijs. Ik neem niet zo maar iets aan. Als ze mij een vraag stellen probeer ik een wedervraag te stellen. Ja, ik was op de middelbare school vrij lastig. En snel afgeleid" 

Hij was twintig toen hij op de Toneelschool in Maastricht belandde. "Dat was precies de goeie leeftijd. Wie er wat jonger aan begon, vond het allemaal nog wel erg indrukwekkend". Hij leerde er veel, op die Toneelschool. "In die zin vooral dat ik er erg in werd bevestigd dat ik toneel wilde spelen. Maar ook qua techniek en bewegen heb ik veel geleerd. Het niveau lag erg hoog, alleen al omdat je klasgenoten had die ook een behoorlijke dosis talent hadden". Hij noemt Tijn Docter, Boris van der Ham (intussen bekeerd tot Tweede Kamerlid voor D66) en Aus Greidanus Jr. "Met hem heb ik ook twee toneelstukken geschreven".

Hij is intussen alweer tien jaar in dienst van Het Nationaal Toneel, in Den Haag. "Ik ben absoluut een trouw persoon. Ik ben zelfs onvoorwaardelijk trouw, al geldt dat naar mijn vrouw toe meer dan naar Het Nationaal Toneel. Ik had al een relatie met mijn huidige vrouw voordat ik naar het toneel ging. We zijn getrouwd, we hebben drie kinderen en we zijn nog steeds bij elkaar. Dat mag je een unicum noemen". 

Want, weet hij, de verleidingen zijn groot en de gevaren legio. "Je bent soms heel eenzaam. In zulke situaties kan het misgaan. Nee, ik heb nooit drugs gebruikt, omdat ik weet dat je eraan onderdoor kunt gaan. Ik ben wel gestopt met roken".
Overdreven zuinig lijkt hij niet om te springen met zijn stem. Waar menige acteur zich bijvoorbeeld een anti-griepprik laat welgevallen, doet Linthorst dat (nog) niet. "Ik ben wel 's verkouden, maar dat kan ik dan wel goed verhullen. Dan is mijn personage ook verkouden. Of als je doodvermoeid bent. Daar moet je niet tegen vechten, dat moet je dan proberen tijdens de voorstelling zo goed mogelijk weg te spelen. Ik heb wel 's met 40 graden koorts gespeeld. Is ook wel 's lekker, alsof je een beetje high bent. En daarna stort je in…" 

Ziek zijn kan eigenlijk niet. "Dan gaat de voorstelling niet door". Maar ook daarvan zegt hij niet wakker te liggen: "Ik heb een heel goeie stem". Daar staat tegenover: "Ik mag nu niet op wintersport. Het risico op blessures is te groot". Vitaminepillen, hoestpastilles, hij doet er wel iets aan om de twee of drie rollen die hij in een theaterseizoen moet spelen tot een goed einde te kunnen brengen. "Maar voor fysieke trainingen heb ik nauwelijks tijd. Mijn vrouw heeft een drukke baan, ze is woordvoerder van staatssecretaris Jet Bussemaker. We hebben drie kleine kinderen, ik acteer en regisseer, dan blijft er heel weinig tijd over om een rondje te lopen". Toch zegt hij ook: "Ik denk wel 's dat de buurt zich afvraagt wat die man toch overdag doet. Ja, het is een raar vak. Je leidt toch een beetje een zigeunerleven. Alleen als we repeteren hebben we een baan van negen tot vijf". 

-De teksten leren, heb je daar een hekel aan?
"Dat is gewoon werk. Sommige acteurs hebben een fotografisch geheugen. Eén keer lezen en ze weten het. Dat heb ik niet. Ik leer samen met de tekst mijn rol. Ik speel op de muzikaliteit van de tekst. Dat gaat me vrij makkelijk af. Op zich is de tekst in je hoofd stampen één van de minst moeilijke onderdelen van het toneelspelen. Dat kan bijna iedereen. Ik leer de tekst letterlijk uit mijn hoofd, ja. Die tekst is mijn partituur". 

Hij zegt het in alle bescheidenheid: "Ik vind mezelf een heel goeie toneelspeler". Maar bekend is hij dus niet echt. Omdat hij nauwelijks op TV is te zien en al helemaal niet in reclamespotjes. "Op TV heb je als acteur zó weinig invloed op wat je moet spelen, daar wordt het effect pas gemaakt in de montage. En ik heb zelf zo'n godsgruwelijke kolerehekel aan reclames, het zou wel gek zijn als ik dan daarin meedoe".


Wat hij wèl graag mag doen, is regisseren. Hij heeft wat dat betreft z'n hart kunnen ophalen bij het Delfts Toneel Gezelschap. Dat speelt 'De Huisbewaarder', van Harold Pinter, in november nog een aantal keren in het theatertje waaraan Vincent Linthorst zijn hart zo heeft verpand. "Als ik nog 's heel rijk zou zijn, zou ik dat theatertje kopen en het huis waarin we gewoond hebben en ik zou een eigen toneelgezelschap beginnen". Vooralsnog heeft hij met de acteurs Rik ter Haar, Felix van Waart en Rob Linthorst van 'De Huisbewaarder' een voorstelling gebrouwen die het aanzien en aanhoren meer dan waard is. 

-Je vader regisseren, hoe ging dat?
"Mijn vader heeft een grote persoonlijkheid, om het zo maar 's te zeggen. En hij kan heel goed toneelspelen. Toch moet je dan af en toe zeggen dat het anders moet, losser, sneller. Ik vond het bewonderenswaardig hoe goed mijn vader mij heeft getolereerd. Ik kan als regisseur namelijk vrij vervelend zijn en enorm doorzeiken over wat ik wil en hoe. Ja, eerlijk gezegd denk ik wel dat hij van mij geleerd heeft. Ik denk dat hij met deze voorstelling en in die grote en moeilijke rol wel een paar stappen heeft gemaakt. Kijk, het niveau was al goed, maar omdat ik elke dag met toneel bezig ben was het ook weer niet goed genoeg". 

-Ben je dan nog bang of jouw voorstelling wordt neergesabeld?
"Nee. Die voorstelling kan niet neergesabeld worden, omdat ik vind dat het een heel goeie voorstelling is. Waarin de acteurs een heel hoog spelniveau bereiken. Maar zou het toch neergesabeld worden, dan neem ik natuurlijk de verantwoordelijkheid. Maar de voorstelling is gewoon erg geslaagd geworden. Aan de andere kant: het is mooi als iedereen het mooi en prachtig vindt, maar van kritiek leer je ook".
Terug naar Vincent Linthorst de acteur. Die dus 'in vaste dienst' is bij Het Nationaal Toneel. 

-Kan je dan zeggen: Die rol wil ik en die niet of moet je spelen wat je voorgelegd krijgt?
"Je mag een rol weigeren, maar dan moet je wel heel goeie motieven hebben. Je komt dan ook voor een Commissie. Maar dat komt nauwelijks voor. Als je in vaste dienst bent, kunnen ze je goed gebruiken. Tegenover een kleinere rol staat altijd wel een grote rol. Het is ook wel zo dat je naar sommige rollen uitkijkt en dat die dan tegenvallen en dat je andere rollen hebt waar je eigenlijk geen zin in had en dat die juist heel erg lukken". Ja, filosofeert hij even hardop, er zal ook wel een tijd komen dat hij z'n vaste dienstverband opgeeft en aan het freelancen slaat. "Over een jaar of vijf, misschien. Maar ik moet zeggen dat ik het ook wel prettig vind om bij een clubje te horen". (PB)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12