Dubbel Delft: zondag 19 juli

kijk op de wijk

Voor deze ene keer géén foto in het heden. Dat komt omdat we de beschikking hebben over een ‘Dubbel Delft’ uit begin jaren twintig. Een amateur-fotograaf met historisch besef legde in november 1921 de laatste rit van de stoomtram en de eerste van de elektrische tram vast op exact dezelfde plek: het Kalverbos.

Dubbel Delft dus. Mooi, al die VIP’s met (bol)hoed en wandelstok. Het verhaal van Delft en de tram begint in 1866. In juni van dat jaar wordt de eerste tramlijn van Den Haag naar Delft officieel geopend. Geen zoevende elektrische tramstellen, maar een soort grote koets getrokken door paarden. In 1887 neemt de nieuw opgerichte HTM de paardentram naar Delft over en begint enkele maanden later met een voor die tijd modernere variant: de stoomtram. 

Een kleine, vierkante locomotief die zwaar puffend en roken een soort luxe woonwagen over de rails sleept. De route door Delft gaat over de voor die tijd meest gebruikte straten: via het Kalverbos, het Noordeinde en de Oude Delft naar de Rotterdammerpoort. Rails en trams dus, dwars door de binnenstad. Begin jaren twintig zet de HTM voor het eerst elektrische trams in op de verschillende Haagse routes. Ook Delft krijgt z’n elektrische tram. 

Om te kijken of het allemaal wel gaat langs die smalle Delftse grachtjes is er op 15 november 1921 een proefrit met de nieuwe tram. Bovenleiding is er niet, dus moet de stoomloc de nieuwe tram over het Noordeinde en de Oude Delft door de stad loodsen. Het duurt nog tot 1924 voordat het hele traject tussen Den Haag en Delft geëlektrificeerd is. Uiteindelijk wordt ervoor gekozen om de route van de tram door Delft te verleggen naar de Phoenixstraat / Westvest, waardoor de binnenstad ontzien wordt en de haltes van de tram meer overeenkomen met de wensen van de passagiers. 

De eerste elektrische trams in Delft zijn zware, logge apparaten die met veel kabaal van hun aanwezigheid laten blijken. Ook elektrisch is het bijzonder materieel: op de buitenlijn (dus die naar Delft) maakt de HTM gebruik van 1200 Volt voeding, terwijl dat in Den Haag 600 Volt is. En dus worden in die beginperiode de tramstellen van lijn 1 uitgerust met twee motoren. 

Na de oorlog wordt dit lompe type tram vervangen door de toen revolutionaire PCC-car: een gestroomlijnde en gelaste wagenbak, een moderne elektrische installatie die snel optrekken en afremmen mogelijk maakt en een comfortabel interieur heeft. En de techniek rukt steeds verder op. Wie nu in de tram zit, ziet voorin een computerscherm dat precies laat zien waar de tram zich bevindt, wat de volgende halte is en of er al iemand op de stopknop heeft gedrukt. Wat blijft is het vaak enorm irritante gepiep van de tramstellen in de bocht…

 

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12