Full Speed heeft geen kind aan SEP en zo hoort het ook, dit seizoen

sport

DELFT – ‘Full Speed wint van SEP, maar het had net zo goed andersom kunnen wezen’. Dat was, begin oktober vorig jaar, op deze pagina de kop boven een terugblik op de derby Full Speed-SEP. Full Speed won met 1-0, maar, inderdaad, 0-0 of 0-1 had ook gekund. Afgelopen zondag, bij SEP-Full Speed, bleek hoe de tijden zijn veranderd.

Full Speed won op z’n sloffen. Het staat dan ook riant bovenaan en op de drempel naar de derde klas. SEP zal zich nog het vuur uit de sloffen moeten lopen om het vierdeklasserschap veilig te stellen. We kijken terug met Thomas Rijgersberg, de SEP-jongeling die in de tweede helft inviel. Hij moest, bijna letterlijk, opboksen tegen Full Speed-spits Steven Suiker. Die met koppen en schouders boven z’n tegenstander uitstak. 

Thomas Rijgersberg (19) krijgt bij SEP overigens wel waar voor z’n contributie. Hij speelt op zaterdag in de A1 en op zondag is hij nogal eens present bij SEP 1. “Ik train, twee keer per week, bij de A1”, zegt Rijgersberg, die aan z’n eerste jaar als senior bezig is en dispensatie heeft om in de A1 uit te komen. Het is ook nog ’s zijn eerste seizoen bij SEP. “Ik heb hiervoor vijf seizoenen bij Vitesse Delft gespeeld. Daar speelde ik in de A1. Ik was er een beetje het plezier in het voetbal kwijtgeraakt. Iemand van SEP vroeg of ik daar wilde komen voetballen. Ik heb een gesprek met de trainer gehad. Daar hield ik een goed gevoel aan over en dus heb ik voor SEP gekozen. Daar heb ik tot nu toe geen spijt van. Ik heb in elk geval het voetbalplezier weer terug”. 

Hij speelt en traint dus met de A1, waarvan hij ook aanvoerder is. De invalbeurt tegen Full Speed was de zesde keer dat hij dit seizoen in het eerste elftal mocht komen opdraven. Nee, moe is hij dan niet, na zo’n weekend voetballen en nog eens voetballen. “Voetballen is een grote hobby van mij”. Het A1-elftal van SEP komt uit in de tweede klas. “Misschien dat dat niveau toch wat te laag is voor mij”, zegt hij in alle bescheidenheid. “Maar ik ben aanvoerder, ik probeer het team wèl op sleeptouw te nemen. Bij het eerste kan ik meer m’n eigen spel spelen. En daar wórd ik gecoacht”. 

Een vaste plek in het eerste elftal, dat gaat nu misschien nog wat te ver, vindt hij ook zelf. “Maar dat is natuurlijk wèl mijn doel. Ik wil nu zo veel mogelijk minuten in het eerste pakken. En dan volgend seizoen proberen een basisplaats in het eerste te hebben”.
Rijgersberg weet wat hij, als voetballer, kan en wat niet. “Ik ben een centrale verdediger die hard werkt voor het team. Ik ga op inzet de duels in, ga volop de strijd aan. Opbouwen is niet bepaald mijn grootste kwaliteit. Ik train daar wel op, en ik niet alleen. Het gaat ook steeds ietsje beter, maar ik denk niet dat het ooit m’n sterkste punt wordt. Ik denk dat ik op den duur wel het niveau van de tweede klas zou moeten kunnen halen. Daar doe ik ook m’n best voor, want ik wil altijd het hoogst mogelijke halen”. 

Vijf minuten na de rust mocht hij een geblesseerd geraakte SEP-verdediger vervangen. En zo kwam hij tegenover Steven Suiker te lopen. Die hem behoorlijk zoet hield. Het fysieke verschil viel te nadrukkelijk in Suikers voordeel uit. “Het enige wat ik kon doen is lichtjes duwen en proberen hem een beetje uit balans te brengen. De kopduels waren niet te winnen voor mij. Toch vind ik dat ik wel redelijk ben ingevallen. De trainer zei tegen me, toen ik erin moest, dat ik lekker de duels moest aangaan, een lekkere wedstrijd moest spelen en m’n best moest doen”. SEP verloor intussen kansloos. “Full Speed is op alle fronten beter”, is Rijgersberg realistisch. “Als ik alle tegenstanders, die ik gezien heb, bekijk, dan heeft Full Speed het beste team. Ze zijn allemaal groot en fysiek sterk, ze laten de bal goed rondgaan”. Nee, dan SEP. “Wij zijn veel te wisselvallig. We winnen, bijvoorbeeld, van Spaland, de nummer twee, maar dan verliezen we weer van de ploeg die op de op één na laatste plaats staat”. En wat hem ook opvalt: “Sommige wedstrijden beginnen we als team slecht en dan blijkt het moeilijk dat nog om te draaien”. Dat neemt niet weg dat hij er toch wel vertrouwen in heeft dat SEP ook volgend seizoen vierdeklasser is. “En misschien dat we dan ’s aan promotie kunnen denken. Maar dan moeten er wel een paar behoorlijke spelers bijkomen, ja”.


Thomas Rijgersberg had dus nogal wat te stellen met Steven Suiker, 25 jaar jong en 1 meter 96 hoog. Hij is bezig aan z’n eerste seizoen bij Full Speed, dat in totaal vier ex-spelers van DHC 2 mocht verwelkomen. Suiker speelde sinds z’n vijfde voor geen andere club dan DHC. In de jeugd was hij niet uit de eerste elftallen van de verschillende leeftijdscategorieën weg te slaan, in de senioren forensde hij tussen eerste en tweede elftal. “Het laatste jaar speelde ik in het tweede”. Dát het ook zijn laatste seizoen werd, kwam hierdoor: “Drie keer trainen was voor mij niet meer te doen”. Hij zwoegt en zweet zich namelijk naar een bestaan als accountant en dat vereist heel wat studeerwerk. 

Het was dus niet dat hij per se in een eerste elftal wil spelen, bijvoorbeeld. “Nee, hoor. Ik wil het gewoon naar m’n zin hebben. Voetbal is een hobby, zeker als je al niet zo veel vrije tijd hebt. Dan heb ik geen zin in gezeur om het voetbal heen. Dus ging ik me afvragen: Moet ik wel bij DHC blijven? Het is een geweldige club, mijn roots liggen er, ik ben er bij wijze van spreken geboren, het was dus best een heel moeilijke beslissing. Maar ik sta er nog steeds achter, ik heb er absoluut geen spijt van”. Via zijn vriend Erik Nieuwenhout belandde hij bij Full Speed. “Een leuke vereniging. Geen club die alleen maar spelers haalt. Nogmaals, ik heb nog geen seconde spijt gehad. Al scheelt het natuurlijk ook dat het zo goed gaat”. 

- Wat ben jij voor een voetballer?
“Ik blink niet uit door m’n virtuoze voetenwerk. Ik ben een soort Gerald Sibon. Een aanspeelpunt, een gevaarlijke kopper, met een neusje voor de goal. Maar ik ben niet van de fluwelen acties”. 

- Het lijkt wel alsof je liever kopt dan schopt.
“Verdedigend èn aanvallend koppen, ik kan het allebei. Ik sta overigens pas de laatste twee jaar in de spits. Ik ben begonnen als verdediger. Door m’n lengte werd ik dan, als het nodig was, naar voren gestuurd om nog wat te forceren”. 

- Jij bent de zoon van Hans Suiker, die die Keepersschool runt. Waarom ben jij nooit keeper geworden?
“Dat is een interessante vraag. Ik heb in de E’tjes wel een paar wedstrijden gekeept, maar m’n vader zei: Ga jij maar lekker voetballen. Volgens mij zei hij dat om me moe te krijgen. Ik help hem nu bij zijn Keepersschool, elke vrijdagavond. Ik blijf keepen ook leuk vinden. Ik denk dat ik er wel een beetje aanleg voor heb, al is m’n techniek niet helemaal zoals die zijn moet. Maar dat had ik wel kunnen leren, denk ik”. 

Intussen speelde hij bij Full Speed lang niet alle wedstrijden, dit seizoen. “Een wedstrijd of zeven, acht”, schat hij. De oorzaak: “Een spierscheuring. Ben ik wel een week of vijf mee aan het klooien geweest. Is me helaas wel vaker gebeurd, óók bij DHC. Daar had je die Wetravelden, kreeg ik last van m’n liezen en m’n onderrug en zo. Ik heb korte spieren, het heeft met instabiliteit en immobiliteit te maken, en daar kreeg ik dan van die fijne oefeningen voor”. Boze tongen beweren dat Suiker die blessures ook te wijten heeft aan zijn andere niet geringe hobby: wielrennen. “Ik heb de Mont Ventoux beklommen. Ze zeggen dat mijn laatste blessure daarmee te maken heeft, maar ik denk toch van niet”. 

- Over trainen gesproken: merk je dat je nu twee keer in de week traint en niet meer drie keer?
“Ik moet zeggen dat ik nu minder last heb van m’n benen en zo. Dat is eigenlijk wel raar. Hoewel: de training op vrijdag was vaak een dooddoener. Met afwerken op doel en zo. Dan was je niet echt zo gemotiveerd. Werd je ook wat makkelijker. Als je twee keer per week traint, kun je je daar beter voor opladen”. 

- Hoe is het met het niveau van het voetbal? Ben je er wat dat betreft op achteruit gegaan of op vooruit?
“Er is toch wel een groot verschil met DHC 2, vooral ook qua tegenstanders. Reserve Hoofdklas, tegenstanders als VVSB 2 en Westlandia 2, dat is toch wel een stuk beter dan de vierde klas. Nu heb je tegenstanders, nou, dan zie ik niet echt voetbal, nee. Wat dat betreft is Full Speed me niet tegengevallen. Het gaat steeds beter, er zit ook nog aardig wat ruimte in voor verdere verbetering. Natuurlijk is het belangrijk dat er goeie spelers zijn bijgekomen. Maar het mooie is: ook in de wedstrijden waarin die nieuwe jongens niet meededen ging het goed. Dus met hetzelfde elftal als vorig seizoen. Heeft alles met vertrouwen te maken, denk ik”. 


“Full Speed heeft het beste team. Qua breedte van de selectie en qua gemiddeld niveau heeft Full Speed de sterkste ploeg. Al spelen we natuurlijk wèl in een soort kampioensroes”. 

- Op welk niveau moet Full Speed nu meekunnen?
“Middenmoot derde klas. De kans is aanwezig dat er nog één of twee goeie spelers bijkomen. Als de basis blijft en met een enkele versterking moet zelfs tweede klas wel haalbaar zijn, maar dan moet wèl alles op z’n plek vallen”. 

- Waarom hebben jullie van SEP gewonnen?
“Een kwestie van verschil in kwaliteit. En ook van een stukje rust in je spel, óók in een derby. Toen SEP na een minuut of tien was uitgeraasd, zag je dat wij die wedstrijd gewoon gingen winnen”.
 

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12