Pierre van Zinnen gaat genieten van heroverde vrijheid

sport

Editie: Week 21, Jaargang 21 |

Ook in het wat teleurstellend verlopen laatste seizoen bij D.v.v. Delft, heeft Pierre van Zinnen de sfeer er altijd goed in gehouden. (foto: Roel van Dorsten)

DELFT - Pierre van Zinnen zet na 52 jaar een punt achter zijn succesvolle carrière, eerst als voetballer en later als trainer. Het is voorlopig genoeg geweest voor de goedlachse oefenmeester die het afgelopen jaar Delft onder zijn hoede had.

De passie voor voetbal is niet verdwenen, integendeel, Van Zinnen is nog steeds knettergek van het spelletje, maar de verplichtingen die het trainerschap met zich meebrengen worden hem te zwaar.
“Altijd weer dat heilige moeten op dinsdagavond, donderdagavond en zaterdag en zondag, dat ben ik zat. Moet je je voorstellen, Delft heeft geen kunstgrasveld en dat betekende de afgelopen winter dat we in januari en februari volop moesten improviseren. Buiten goot het van de regen en vervolgens zei ik dan, met mijn 58 jaar, ‘jongens, kom op. We gaan naar buiten.’ Stonden die gasten van 20, 22 jaar in de zeikregen en dan zei er een: ’trainer zullen we maar naar binnen gaan, lekker klaverjassen’. Het hadden mijn eigen woorden kunnen zijn, maar dan moest ik als trainer vol enthousiasme zeggen ‘stel je niet aan jongens, zo erg is het toch niet’. Dat ben ik zat. Bovendien hebben we met Delft, op zijn zachtst gezegd, een teleurstellend seizoen gehad. Ik denk dat we voor het kampioenschap hadden kunnen gaan. Ik ben er voor driehonderd procent voor gegaan, maar helaas gold dat niet voor de hele selectie, met als gevolg een teleurstellende plaats in de middenmoot.”

‘ECHTE VERENIGINGSMENSEN BESTAAN NIET MEER’

Van Zinnen, telg uit een voetbalfamilie pur sang, kan de redenen van het matig presteren wel aangeven. “Echte verenigingsmensen bestaan niet meer,” begint hij zijn beschouwing. “In mijn jeugd had je niet anders. Je ging naar school en naar het voetballen, in mijn geval naar DHC. Toen ik in de senioren speelde, dook je na de training de kantine in en zat je met een clubje tot ’s nachts één uur te kaarten. Je was DHC-er en daar was je trots op. Tegenwoordig komen de meeste spelers niet op de club, maar op het geld af.  Verder lopen ze de godganselijke dag op die mobieltjes te zappen en te appen en hoe het allemaal ook mag heten. De betrokkenheid bij de club is anders. Ik haal het wel eens op. Als je vroeger geblesseerd raakte, dan moest je ’s maandags als de duvel naar de dokter om een verwijsbriefje te halen voor de fysiotherapeut. Dan werd je behandeld en als je mazzel had, kon je in het weekeind weer voetballen. Tegenwoordig hoeven de mannen niet eens een briefje op te halen. Ze kunnen zich zo melden bij de fysio, maar dat vertikken ze gewoon. Alles bij elkaar heeft dat ertoe geleid dat ik een punt achter mijn carrière heb gezet.”

‘HET KAN ZOMAAR ZIJN DAT IK EEN BOEK GA SCHRIJVEN OVER MIJN TRAINERSLOOPBAAN’

Van Zinnen realiseert zich nog niet wat de consequenties zijn van zijn rigoureuze stappen, naast zijn terugtreden uit de voetbalwereld gaat hij ook een dag minder werken bij zijn werkgever, de TU Delft. “Neen, dat klopt, ik besef het nog niet. Ik weet zeker dat ik de voorbereiding zal gaan missen, want dat vond ik altijd een geweldige tijd, maar die winterperiode kan ik missen als kiespijn. Ik verheug me er wel op dat ik meer tijd voor mijn gezin en voor Mats, mijn kleinzoon, krijg. Geweldig joh, zo’n klein ondeugend gozertje. Als hij eraan toe is, ga ik hem en zijn vriendjes misschien wel trainen. Zo’n Wiel Coerver-training waarbij die gassies over hun broekspijpen struikelen. Maar het kan ook zomaar zijn dat ik een boek ga schrijven over mijn trainersloopbaan. Al zeg ik het zelf, ik heb heel wat meegemaakt en daar zit best een leuk boek in. De gekte rondom het voetballen een beetje relativeren. Ik heb Laurens Sandel begeleid tijdens de cursus voor oefenmeester. Ongelooflijk als je ziet wat die gasten allemaal moeten weten. Welke verplichte figuren ze moeten kunnen uitvoeren. Hoe het resultaat wordt verheerlijkt, terwijl het eigenlijk allemaal heel simpel is. Als je een selectie hebt waarin een paar jongens rondlopen die een beetje kunnen voetballen, dan moet je ze als trainer op de juiste plaats zetten en als je dan een beetje geluk hebt en die jongens kunnen het met elkaar vinden, dan word je kampioen. Heb je pech, dan degradeer je. Als trainer van Delft  keek ik wel eens over de schutting bij Full Speed, waar Frans Hogervorst destijds trainer was. Terwijl ik die gasten liet zwoegen op spelpatronen was het bij Frans altijd feest. Kwam ie tijdens de training als Sinterklaas met chocolademelk en speculaas het trainingsveld op. Die gasten hadden een lol. Ik eindigde met mijn ploeg en mijn gezwoeg in de middenmoot en Frans werd kampioen. Ik bedoel maar.”
Pierre van Zinnen houdt koffers vol mooie herinneringen aan zijn sport over. “Zoals de kampioenswedstrijd van de eerste klasse naar de hoofdklasse met DHC. ’s Avonds om zes uur, met achtduizend man langs de lijn. We wonnen met 6-0 en ik was om negen uur al dronken. Geweldig, wat een feest. Ja, ik zal best het een en ander gaan missen, maar aan de andere kant, er is in de voetbalwereld altijd wel ergens wat te doen. Ik sluit dan ook niet uit dat ik weer wat oppak als de jeuk te hevig wordt. Maar geloof me, ik ga eerst intens genieten van mijn heroverde vrijheid.”

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12