Afbeelding

Hemd van het lijf - Tien vragen aan Joost Verhoeff

vaste rubrieken

Editie: Week 52, Jaargang 20 |

1. Waarom wilde je hier, voor Kobus Kuch worden gefotografeerd?
“Omdat het hier voor mij allemaal begonnen is. Mijn vrouw Ushi en ik zijn hier vijfentwintig jaar geleden begonnen. We woonden op de Burgwal en keken uit op het pand. Als ik ernaar keek dacht ik altijd: als dit eens van mij zou zijn. Uiteindelijk raakte ik in gesprek met de eigenaar. Bij hem liep het niet echt en hij gunde mij de kans om het beter te doen.”

2. En toen was je ineens eigenaar van een kroeg?
“Inderdaad. Ik wilde dat altijd wel, maar had nooit het geld. Ronald Koot, van wie ik het bedrijf overnam, was tot de conclusie gekomen dat hij het horecavak niet echt in de vingers had. Hij vond dat ik een duidelijk verhaal had en wilde zelf naar anderen toe bewijzen dat zijn idee, een café in dit pand, helemaal zo gek nog niet was.”

3. Wat was er zo aansprekend aan jouw verhaal dan?
“Ik had zo mijn eigen ideeën over wat horeca inhield. Als je in die tijd als man alleen een kroeg binnenkwam, draaiden de vaste koppen aan de bar en werd gekeken alsof je alcoholist of net gescheiden was. Voor mij was het café een gastvrije plek waar iedereen binnen kan komen en de mensen die aandacht van het personeel willen die ook krijgt.”

4. En daarna kwam KNUS?
“Ja, het Botenhuis in de Delftse Hout stond te koop. Uit een training bleek dat het ondernemen in me zat en ik vond het een prachtige uitdaging. Toen we nieuw mochten bouwen hebben we de architect één opdracht meegegeven. Als een kind het van een afstand zou zien, moest het zeggen dat het op het huisje van Hans en Grietje lijkt. Verder hebben we het pand helemaal zelf ingericht enzovoorts. Dit was dan ook de mooiste uitdaging van ons leven.”

5. Maar uiteindelijk hebben jullie het toch verkocht?
“Ja, net als Kobus. We hebben Kobus maar zes jaar gerund, maar het wel helemaal opgebouwd. Ik word ook nog weleens Kobus genoemd. Bij KNUS was het zo dat we twee werknemers hadden die het graag wilden overnemen. Het horecaleven is slopend en we gunden het ze graag. Daarom hebben we het aan ze verkocht, al was het wel even moeilijk, maar uiteindelijk vinden we zowel in Kobus als in KNUS veel herinneringen terug. Het is eigenlijk net als met een schilderij. De Nachtwacht zal altijd van Rembrandt blijven.”

6. Wat doe je inmiddels allemaal?
“Nadat we KNUS verkochten heb ik een sabbatical genomen, maar na dat jaar kwamen er weer meteen veel dingen op mijn pad. Inmiddels doe ik veel advieswerk voor -vooral startende- ondernemers en zit ik in het kernteam van de Café Top 100. Ook doe ik op bestuurlijk gebied wat bij de Kamer van Koophandel en ik blijf een betrokken Delftenaar, want dit is mijn stad. Daarnaast presenteer ik zo nu en dan nog weleens wat in Delft.”

7. Als ik burgemeester van Delft was, dan...
“... zou ik alle grachten parkeervrij maken. Daardoor zou het stadsbeeld nóg meer floreren. Een servicegarage buiten het centrum en een binnenstad zoals die bedoeld is. Toen ik in het begin in een interview met Stadsradio Delft opperde om de Beestenmarkt parkeervrij te maken stuitte dat ook op veel weerstand, en moet je nu eens kijken hoe mooi. Geparkeerde auto’s ontsieren het straatbeeld. Ik denk ook dat de huizenprijzen daardoor zouden stijgen.”

8. Wat is het geheim van een goedlopend horecabedrijf?
“Ten eerste een goede voorbereiding. Je moet daarbij doorvragen bij jezelf. Verder moet je goed in de gaten houden wat je trots-product is, wat er zo bijzonder is. Het gaat om het totaalverhaal. Kobus heeft dat met de appeltaart, daar is een mythe omheen ontstaan, waardoor hij in de hele regio bekend is. Veel ondernemers denken: we gaan open en het komt goed, maar zo werkt het niet.”

9. Hoe staat de horeca in Delft er momenteel voor?
“Ik ben ontzettend trots op de horeca in Delft. Het is uniek hoe goed hier wordt samengewerkt. Dat zie je bijvoorbeeld met de CouvertExtra, maar ook met de veiling van de barmannenkalender. Daar ben ik echt trots op. Het is niet voor niets zo dat in Delft meerdere cafés in de Café Top 100 staan, waar dat bij vergelijkbare steden niet het geval is.”

Hoe zou jij jezelf omschrijven?
“Als een levensgenieter en een bemoeial. Ik geniet van het leven, maar als ik ergens ben, zie ik overal kansen. Daar kan ik dan mijn mond niet over houden, maar ik breng het op een positieve manier.” (AdW)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12