Afbeelding

Wat IK zeggen WIL

vaste rubrieken

Editie: Week 8, Jaargang 22 |

Staat van Delft
DELFT - Het College van B en W maakte in de Staat van Delft onlangs de balans van hun beleid op. Uit de artikelen die hierover verschenen blijkt tevredenheid. Maar hoe zou de lezer deze terugblik hebben ervaren? Ik beperk me tot twee van de genoemde zaken, te weten de aandacht voor de communicatie naar de  burger en de wijze waarop de wethouders terugblikken. Zo wordt onder het hoofdstuk  ‘Bestuur, organisatie en communicatie’ vermeldt: “Gemeentelijke  communicatie is actief en tijdig: de Delftenaar moet weten wat de gevolgen van het beleid zijn…” Daarbij wordt dan aangegeven dat de doelstelling, een zes, gehaald is. Waarschijnlijk heeft men daar dan haar eigen meetmethodes voor. Ik vraag mij af of het gevolg van het beleid bij de burger wel wordt beseft. Begrijpt de burger de maatregel als hem de reden van het beleid niet wordt verklaard? Vroeger toen we nog lokale kranten hadden die nieuwsgaring als doel hadden en verslag deden van de raadsvergaderingen en daar commentaar op gaven, hadden we een referentiekader waar de burger zijn waarnemingen op kon toetsen. Nu moet de burger het met een subjectieve en beperkte Stadkrantinformatie doen en met de informatie  die doorgaans uit de huis-aan-huisbladen wordt verkregen. Kranten die een andere doelstelling hebben dan het nieuws verslaan. Als tweede heb ik me verbaasd over de tevredenheid, beter de zelfgenoegzaamheid van de wethouders in hun columns. Met geselecteerde feiten werd een positief beeld geschetst van de bezuinigingen, of waren het hervormingen? Geen spoor van empathie voor de hieraan verbonden negatieve consequenties. Maar dat paste dan ook niet in het doel van de terugblik, namelijk een promotie voor de coalitiepartijen bij de komende verkiezingen. Of het college hiermee haar doel bereikt heeft? Ik betwijfel het. Misschien dat het de burger met een zeer slecht geheugen inspireert, maar anderen - waaronder ik mijzelf reken - zullen in deze promotie nu niet de stimulans vinden om op 19 maart op de collegepartijen te gaan stemmen of überhaupt naar het stemhokje te gaan.

C. v.d. Lingen, Delft    


          
Horeca

DELFT - In 2012 ging 60 procent van de Delftse horeca de fout in, blijkt uit cijfers van de Nederlandse voedsel- en warenwet. Van de zeventien gecontroleerde eetcafés of lunchrooms kregen er tien een boete of waarschuwing. Van de 41 gecontroleerde restaurants waren er 27 in overtreding. Drie afhaalchinezen, drie shoarmazaken en twee toko’s werden gecontroleerd, allen waren in overtreding. Het aantal in Delft geconstateerde overtredingen lag een stuk hoger dan het landelijke gemiddelde. Zoals gebruikelijk reageerde de branche laconiek en wilde men het liefst de resultaten wegwuiven. De resultaten zijn in mijn ogen ronduit teleurstellend en passen niet bij een stad die zich profileert als ‘toeristenstad’. Natuurlijk zijn er goede horecaondernemers die het niet verdienen om negatief in het nieuws te komen. Delft kent op elk gebied horecazaken waar het een lust is om iets te eten. Maar Delft kent ook rotte appels en deze appels verzieken het voor de gehele mand. Menigeen is ongerust na de berichten over de voedselveiligheid. Diverse personen uit mijn nabijheid gaan niet meer uit eten of laten eten thuis brengen. Ze hebben te veel vervelende ervaringen. De goede horecaondernemers lijden onder de ondernemers die met hun praktijken klanten voorgoed wegjagen. Boetes worden niet voor pietluttigheden uitgedeeld door de controleurs, dus een al te laconieke reactie past niet. Delft kent een Nachtburgemeester die mij aan Loeki de Leeuw doet denken. Hij schrijft in zijn column lovende artikelen en hij lijkt alles grandioos of fantastisch te vinden. Helaas was niet elk restaurantbezoek voor iedere Delftenaar een groot feest. Om deze mensen niet verloren te laten gaan als klant voor de horeca, zou de nachtburgemeester veel minder een lopend reclameblok behoren te zijn. Zo af en toe een wake-call van de Nachtburgemeester kan geen kwaad, zeker als dit soort resultaten naar buiten komen!

J.M.T. van der Linden, Delft

 

Selectief toezicht?
DELFT - Na het slopen van een volledige keuken is het blijkbaar, als aannemer van een woningcoöperatie, niet nodig om je rommel tijdig op te ruimen. Niet alleen het spoor tussen de woning via de lift en hal naar de container laten voor wat het is, maar ook gewoon de puincontainer het hele weekend laten staan. Ondanks dat de container vorige week vrijdagmiddag meer dan gevuld was - ook van andere klusjes - met brandbaar materiaal, bleef de container vlak voor de ingang van het appartementgebouw staan. Toen op zaterdag enkele mannen van Toezicht Openbare Ruimte wel rond de Avalex vuilcontainer een doosje met adres opraapten om een bewoner te bekeuren, heb ik melding gemaakt en vriendelijk doch dringend verzocht ook wat aan de situatie van de puincontainer te doen. Gezien het brandgevaar is het volgens mij - en de APV - zelfs zo dat deze niet mag overnachten. Zeker niet een heel weekend en dan nog wel zo dicht bij het gebouw. Net als grof vuil bij de container achterlaten is dit dus een vorm van ‘verkeerd aanbieden’. Gezien de hoeveelheid mag dit wel tienvoudig bekeurd worden. Of het nu om een aannemer of bewoner gaat maakt niet uit. De woningbouwcoöperaties en hun aannemers zouden juist een voorbeeldfunctie moeten hebben.
M.J.A. Rust, Delft

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12