Dubbel Delft

Arm der wet, Koddebeier, Ballenjatter, Beis, Blauwe Pet, Blauwe meetbuisjes, Boele, Broeder(s) van liefde, Bromsnor, Chibatta, Diender, Flik(ken), Garde, Govie, Hermandad, Rus, Skowtu, Smeris, Snor, Sterke arm der wet, Stille, Tennisbal, Wout(en), allemaal 'koosnamen' voor de politieagent (M/V).

Ze zijn in Delft heel wat verhuisd. Zo was er begin jaren '20 ook een Bureau van Politie op de Markt, in wat ooit het Boterhuis was. Delftse boter was een belangrijk exportproduct. De stad zag er streng op toe dat deze niet met 'vreemde' boter werd vermengd. Delftse boter werd verpakt en verhandeld in het boterhuis. Andere boter, de 'uytlandse boter', werd op de Boterbrug verhandeld. Het stadsboterhuis kreeg zijn huidige vorm door twee oude panden samen te voegen en er een nieuwe voor- en achtergevel voor op te trekken. Een klus in 1765 uitgevoerd door stadsarchitect Nicolaas Terburgh. Binnen werd de scheidingsmuur op de begane grond vervangen door een zware balk op houten zuilen. De voorgevel werd versierd met decoratieve, gebeeldhouwde botervaatjes. De achtergevel is opmerkelijk. Aan de plaatsing van de vensters is te zien dat er twee panden zijn samengevoegd. De daken ervan gaan schuil achter de forse in- en uitzwenkende geveltop met een ronde opening waarin een stenen botervaatje staat. Het pand heeft, inclusief de kelder, heel wat verschillende bewoners gehad. De kelder voornamelijk horeca. Boven, sinds 1987, de firma Van Waay & Soetekouw. De basis voor het bedrijf werd gelegd rond 1935 toen de heer Soetekouw, stoffeerder, en de heer Van Meekeren, woninginrichter, besloten te gaan samenwerken onder de naam Soetekouw en Meekeren. Het bedrijf kreeg al snel regionale bekendheid door het gebruik van een voor die tijd moderne, vooruitstrevende textielcollectie. Eind jaren '50 nam de heer Van Waay de belangen van de heer Van Meekeren over. Men ging vervolgens verder onder de naam Van Waay & Soetekouw. Vanaf dat moment profileerde Van Waay & Soetekouw zich met een uitgesproken, moderne collectie. De Delftse gemeentepolitie ging uiteindelijk op in Haaglanden, en verhuisde onder meer naar de Oude Delft, de Westvest en de Jacoba van Beierenlaan.