Afbeelding
Foto: Tiemen van der Reijken

De bevrijding in 1945 en de komst van de Canadezen

Historie

Er zijn in een oorlog over het algemeen maar weinig momenten van vreugde, maar op 6 mei 1945 was dat moment aangebroken. Duizenden Delftenaren waren naar de Markt gekomen waar precies om 16.00 uur de rood-wit-blauwe vlag vanuit de toren wapperde.

Door: Joop W. de Blij

Dit was het moment waar iedereen de afgelopen vijf jaar naar had uitgekeken: de bevrijding van ons land en de verlossing van de Duitse dwingelandij. Er werd gewacht op de terugkeer van Burgemeester Van Baren, die om 17.00 een toespraak zou houden. Ondertussen werd er gezongen en gedanst. Niet alleen op de Markt, maar overal in onze stad was het feest. Daarom heeft men zeer vermoedelijk de schoten niet gehoord die een kwartier later in de Wippolder werden afgevuurd op mensen van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Een patrouille hardleerse Duitsers uit de Vesting Hoek van Holland waren naar Delft gekomen en in gevecht geraakt met onze mensen. Voor twee Delftse gezinnen heeft de vreugde van de bevrijding maar een half uur mogen duren. Twee vrouwen werden weduwe en drie kinderen hadden geen vader meer. In tientallen steden en dorpen in Nederland heeft deze verschrikkelijke apotheose zich afgespeeld, met als triest dieptepunt de schietpartij in Amsterdam waar de Duitsers op 7 mei hun mitrailleurs leegschoten op de feestende menigte op de Dam. Resultaat: 31 dodelijke slachtoffers. Het feit dat pas op 8 mei 1945 de echte bevrijders konden worden begroet, heeft zeer vermoedelijk te maken gehad met boven staande schietpartijen. Het moest in die dagen waarin het aan echte leiding nog ontbrak wel mis gaan. De Duitsers wilden niets met onze BS te maken hebben. Dit waren in hun ogen terroristen. De geallieerden waren er nog niet. Wel 120.000 Duitsers, die zich in Noord- en Zuid Holland en Utrecht (de Festung Holland) ophielden. Deze wilden niets weten over een aanstaande capitulatie, die in de meeste gevallen al was ingegaan.Waar waren die geallieerden in die zo belangrijke dagen eigenlijk? De Opperbevelhebber generaal Eisenhouwer had met zijn ondercommandanten beslist dat de overgave van het Duitse Rijk de eerste prioriteit moest hebben. De geallieerden trokken na het echec van Arnhem, daarom via de snelste weg, dus via de oostelijke provincies, door naar het noorden. Dat kon pas na half maart van start gaan. Na de Rijn te zijn overgestoken, zwenkten de geallieerden noordwaarts om de vijand ten oosten van het IJsselmeer te verdrijven. Tegen het midden van april waren Groningen en Leeuwarden vrij. In dezelfde periode veroverden divisies van het 1e Canadese leger Arnhem, staken de IJssel over en stond de 1e Canadian Infantry Division aan de Grebbelinie. Deze hindernis dorst generaal Eisenhouwer echter niet te nemen. Dat werd mede ingegeven door het feit dat Westelijk Nederland onder de zeespiegel lag en de Duitsers al meerdere keren hadden gedreigd de boel onder water te zetten. Voeg daarbij die 120.000 Duitse militairen en de keuze krijgt een logisch karakter. Dat is echter nog niet alles. Terwijl de voornoemde 1e Canadian Infantry Division sinds april tegenover de sterke Duitse Pantherstellung in de Grebbelinie lag, sijpelden er geruchten door naar de geallieerden dat er met de Duitsers over een wapenstilstand kon worden gesproken. Ook dat was een reden om niet aan te vallen. De Duitsers hielden zich daar echter niet aan en de oorlog ging door.

Geallieerde intocht in Delft
Ondertussen had het westen van Nederland als gevolg van bovenstaande strategie, een verschrikkelijke Hongerwinter beleeft. Uiteindelijk kregen de Canadezen op 8 mei de opdracht om hun opmars naar West Nederland uit te voeren. Een dag eerder, maandag, was de Britse 49e Infanteriedivisie aan haar opmars door de provincie Utrecht begonnen. Zoals we gezien hebben ging het hier om de 1st Canadian Infantry Division. Deze divisie, die gedurende vele maanden in Italië in actie was geweest, kwam pas in maart 1945 naar Nederland. Daarvan waren het delen van het 1st. Brigade die in Delft aankwamen. Dit waren het 48th Highlanders of Canada samen met delen van het Three Rivers Tankregiment. Die achtste mei 's ochtends om kwart over acht, reden de eerste Canadese legerwagens Delft binnen uit de richting Zoetermeer. Al bij de Pauwmolen stond een menigte te wachten en zagen de jeeps, de vrachtwagens en de Brencarriers met de Canadese soldaten. Ze reden via de Oostsingel naar de Markt, waarna Commander in Chief van de 48th Highlanders of Canada zich naar Oude Delft 126 begaf: het BS districtsbureau. Ook delen van het Three Rivers Tankregiment waren in Delft aangekomen. In een ommezien waren de tanks en de wagens in janpleziers veranderd en bijna onzichtbaar door de mensen die erop geklommen waren of er aanhingen. Er werden bloemen gewisseld en de Canadezen wierpen sigaretten uit en zwaaiden met Nederlandse vlaggen. Rond elf uur volgde de intocht van de geregelde troepen in Delft. Onder daverende ovaties trokken deze Schots- Canadezen even later het centrum in. Overal braken de Delftenaren door de afzetting heen waardoor de troepen, tanks en jeeps nauwelijks meer vooruit konden. Meisjes en jongens klommen op de wagens en sigaretten en snoepgoed werden uitgedeeld. Bij de Nieuwe Kerk aangekomen verlieten sommige gelovigen de kerk om hen uitbundig te begroeten. De Canadezen zetten onvermoeid handtekeningen, deelden bloemen uit en zoenden baby,s. En natuurlijk liepen ze hand in hand met Delftse meisjes.

Negatieve kant
De negatieve kant van sommige Delftenaren kwam ook aan het licht; er werd gestolen en gebedeld dat het een lieve lust was. Volgens de krant Veritas haalden sommigen de auto's leeg en roofden honderden sigaretten en plunderden ze de zakken van de soldaten als ze omhoog werden gehesen… Volgens Trouw waren veel meisjes te opdringerig en niet bepaald kuis. Maar de feestvreugde overheerste alles en wie erbij was zou het nooit meer vergeten. Later volgde een ontmoeting met burgemeester Van Baren. Deze begroette Commander J.P.E. Bernatchez in het Engels en de Commander prees in zijn speech het passieve en actieve verzet. Het werd een geanimeerde receptie waar de Oranjebitter niet ontbrak. Een van de Canadezen wilde een pistool van een BSer bekijken, maar per ongeluk ging dat af waarna een andere soldaat in de kuit werd geraakt. Toen men hem vroeg of hij getroffen was antwoordde hij laconiek: "I don't know. I see some blood". Na de receptie betrad het gezelschap het balkon van het stadhuis. De kapel van de Gist- en Spiritusfabriek speelde beide volksliederen en een klein meisje bood de Brigadier bloemen aan. Later vertrouwde Bernatchez iemand uit zijn gevolg toe dat hij liever tien veldslagen leverde dat één speech afstak… De weken daarna kwam ook de andere kant van de geallieerde bevrijders aan de oppervlakte. Wanordelijkheden door drank en vrouwen. Dat was niet onbegrijpelijk als men beseft dat deze jonge soldaten al vele maanden van huis waren. Vaak moest de politie er aan te pas komen als het tijdens cafébezoek flink uit de hand liep. Daar was inmiddels al weer van alles te verkrijgen, mede door de grote hoeveelheden whiskey uit de Canadese legervoorraden. Regelmatig werd er assistentie gevraagd om dronken Canadese vechtersbazen in te rekenen die een kroeg kort en klein aan het slaan waren, of er moesten Delftenaren uit het water worden gehaald die daar door bezopen Canadezen in waren gegooid. De politie schakelde dan altijd direct de Canadese Militaire Politie in. Deze huisden in het voormalige Kringhuis van het (foute) Studentenfront, aan de Koornmarkt 49. Een ander probleem lag in de romantiek waar vaak te jonge Delftse meisjes bij betrokken waren. Met alle gevolgen van dien.
In Delft hadden de Canadezen, bij elkaar zo'n 1000 man, onderdak gekregen in het nieuwe scheikundegebouw aan de Julianalaan en een gedeelte in het gebouw voor werktuig- en scheepsbouw. Ook in het botenhuis van roeivereniging Laga lag een gedeelte. De staf huisde in het de HBS in de Mijnbouwstraat.
Tegen het najaar van 1945 werd duidelijk dat de Nederlanders en de Canadezen genoeg van elkaar begonnen te krijgen. De heerlijke dagen van na de bevrijding waren vergeten en het bezettingsleger stond terugkeer naar het normale leven in de weg. Daarbij wilden natuurlijk ook de Canadezen naar huis. Door gebrek aan scheepsruimte hadden de Canadese soldaten langer dan de Britten op repatriëring moeten wachten. Toen de oorlog met Japan in augustus 1945 ten einde kwam, was er voldoende scheepsruimte en konden de soldaten terug. Toch duurde dat nog maanden. De laatste Canadezen waren op 31 mei 1946 uit Nederland verdwenen, toen het hoofdkwartier Canadian Forces in the Netherlands officieel werd opgeheven.
Wie wel bleven, althans voorlopig, waren de 4500 baby's van Canadese soldaten-vaders. Voor veel vrouwen en later de opgroeiende kinderen met hun roots in Canada, begon de ellende toen pas goed.