Tekst en foto: J.W.Stolk
Tekst en foto: J.W.Stolk

Van Teems tot Trappenhuijs

Algemeen

DELFT - Markt 23, een hoekpand met een sierlijke gevel, gelegen aan de zuidoostzijde. Eind zestiende eeuw droeg het de naam ‘Teems’.

Een teems was een koperen zeef die bovenop een melkbus werd geplaatst. De naam is mogelijk aan het pand gegeven door koperslager Jan Klaassen (Claeszn.) die in 1599 niet met Katrijn huwde, maar met Lijntje Leenderts. Na hen werd het pand door anderen bewoond, waaronder kramer Pontius Bourbon en vervolgens Hendrick van Anckeren. Hendrick was zilversmid en leerde het vak aan zijn zoon Jacob, die de volgende hoofdbewoner van Markt 23 werd. Jacob was tevens kashouder, hetgeen betekent dat hij een winkel exploiteerde waar hij zijn gouden en zilveren objecten aan de man bracht. De Markt was van oudsher een toplocatie voor edelsmeden. Hier bevond zich het stadhuis en de Nieuwe Kerk. Hier werden markten en festiviteiten gehouden. Het hart van de stad. Gerenommeerde edelsmeden waren gevestigd aan zowel de noord-, west- als de zuidzijde van de Markt. De gevel heeft door de tijd veranderingen ondergaan en is op dit moment in de stijl van het Neo-Classisisme. Ook naam “Teems” is verdwenen en vervangen door “‘t Trappenhuijs”. De juwelen van edelsmid Van Anckeren zijn evenmin nog achter het glas te vinden. Die hebben plaatsgemaakt voor een ander soort juweeltjes: souvenirs van het prachtige Delft.