Drie Delfts-blauwe vazen in het Prinsenhof zijn tastbare herinnering aan de stedenband Delft-Aarau.
Drie Delfts-blauwe vazen in het Prinsenhof zijn tastbare herinnering aan de stedenband Delft-Aarau.

"Met de archiefoverdracht is alles netjes afgesloten"

Algemeen

DELFT - In 2017 besloot de Delftse Gemeenteraad om de 'ouderwetse' stedenbanden met de steden Kfar Saba, Estelí, Tshwane, Freiberg en Adapazari te beëindigen. Anderhalf jaar later blijkt dat de formele banden dan wel beëindigd zijn, maar de contacten niet. Delft op Zondag onderzoekt in deze serie hoe de stichtingen die de stedenband vorm geven, na het raadsbesluit verder zijn gegaan. Deze aflevering: Aarau in Zwitserland (een toegift)

Door Esdor van Elten

Op twee januari 2016, ruim een jaar voordat de gemeenteraad van Delft besloot àlle stedenbanden te verbreken, kwam er al een einde aan de stedenband tussen Delft en het Zwitserse Aarau. "Of beter gezegd, het bestuur van de stichting Delft-Aarau besloot haar werkzaamheden te beëindigen", vertelt voormalig voorzitter Leonie Zweekhorst. "We hadden al langer het idee dat het draagvlak in Delft minimaal was." Samen met Nel Duijvesteijn, voormalig secretaris-penningmeester van de stichting, blikt zij terug.

Uitwisselingen als basis
Aarau ligt in het noorden van Zwitserland en is de hoofdstad van het kanton Aargau. De banden met Delft ontstonden in 1969 (dit jaar 50 jaar geleden dus), door inspanningen van de toenmalige burgemeesters van de steden, die elkaar bij een congres ontmoetten. "Van het begin af aan zijn de vriendschappelijke uitwisselingen de basis geweest", meent Leonie. "In die tijd was reizen in Europa nog geen gemeengoed. Door bij elkaar in gastgezinnen te verblijven werd het voor meer mensen haalbaar naar het buitenland te gaan." Geregeld waren er uitwisselingen, waar niet alleen Delftse burgers, maar ook de burgemeesters en soms ook de ambassades bij betrokken waren. Ook waren er uitwisselingen en contacten tussen scholen en culturele organisaties. "Als stichting namen we ook wel verenigingen mee naar de uitwisselingen", herinnert Nel zich. "Volksdansgroep Radost, de Drumguards... Wij gingen naar hun volksfeest Maienzug, zij kwamen naar onze Koninginnedag. De eerste jaren was de organisatie van de stedenband in Delft in handen van ambtenaren. In 1989 werd deze gemeentelijke stedenband overgedragen aan een bestuur van vrijwilligers. Nel raakte in 1996 bij de stichting betrokken door een uitwisseling naar Aarau en Leonie kwam in aanraking met deze stichting door zich op te geven als gastgezin in 2007. "Bij elkaar logeren, daar leer je meer van dan op jezelf in een hotel te zitten." In2007 2013 werd zij voorzitter. De laatste, zo zou blijken.

Te weinig draagvlak
De kracht van het begin, de uitwisselingen, bleken ook de zwakheid van de stedenband: "Naarmate reizen buiten de grenzen gewoner werd, nam de interesse voor de uitwisselingen af", aldus Leonie. Mensen willen ook niet meer zo graag bij een gastgezin slapen." De uitwisselingen, eerst jaarlijks, werden vervolgens tweejaarlijks en zelfs driejaarlijks. De stichting probeerde het breder te zoeken: "We probeerden het bedrijfsleven in beide steden met elkaar in contact te brengen, organiseerden excursies naar bijvoorbeeld YES! Delft, we legden wederzijdse contacten in de zorg en bij de TU... Maar uiteindelijk bleek er onder deze doelgroepen, net als onder de burgers van Delft, toch te weinig draagvlak te zijn. Toen ook nog de, toch al geringe, subsidie van de stichting werd stopgezet dreigde te worden, besefte het bestuur dat doorgaan geen reële optie meer was. "In Aarau was de situatie anders, omdat de stedenband daar nog steeds alleen in handen van het Gemeentebestuur lag. Maar ze hadden begrip voor onze situatie", aldus Leonie.

Visie
In januari 2016 was de opheffing van de stichting een feit. "De gemeentelijke stedenband bestond formeel nog steeds", benadrukte Leonie. Afschaffing moest immers een Raadsbesluit worden." Hoewel het bestuur het wel een beetje aan voelde komen, kwam het besluit om àlle stedenbanden af te schaffen wel onverwacht. Er was Leonie en Nel veel aan gelegen alles netjes af te sluiten. Dat is gelukt. Als sluitstuk daarvan werd in januari dit jaar het archief van de 47-jarige stichting officieel aan het Stadsarchief overhandigd. Wat blijft zijn; naast de herinneringen èn de vriendschapsbanden op persoonlijk vlak, de banden die tussen een aantal organisaties zijn gesloten.
Een tastbare herinnering zijn de drie Delfts-blauwe vazen die nu in Museum Prinsenhof staan. Deze vazen zijn in 1918 als huwelijksgeschenk aan een Nederlands echtpaar aangeboden. En na 3 generaties en diverse omzwervingen door Europa, uiteindelijk in Aarau terechtgekomen. Een bestuurslid uit Aarau heeft deze vazen in 2011 aan de stad Delft geschonken waardoor ze nu dus weer 'thuis' zijn. "En wij persoonlijk hebben er ook goede herinneringen aan", benadrukt Leonie. "We hebben veel fantastische mensen leren kennen, mooie dingen beleefd samen met alle betrokkenen in Delft en Aarau."