Afbeelding

365 Dagen Delft – Grootse plannen

Algemeen

Wekelijks presenteren Ingrid van der Vlis en Gerrit Verhoeven hier een archiefschat. Nieuwsgierig geworden? Op www.stadsarchiefdelft.nl verschijnt zelfs dagelijks een nieuw verhaal, 365 dagen lang!

De noordelijke dwarsbeuk van de Oude Kerk ziet eruit alsof hij er eigenlijk niet bijhoort. De rest van de kerk is relatief laag en gebouwd in sober baksteen. Maar dit gedeelte is hoog, met grote gotische vensters en opgetrokken in kostbaar natuursteen. Er lagen plannen om de hele kerk in dezelfde stijl te verbouwen. Waarom is dat eigenlijk nooit gebeurd? Rond 1500 was sprake van religieuze hoogconjunctuur. Delft had twee grote parochiekerken met elk tientallen altaren. Ongeveer honderdvijftig priesters konden hier een goede boterham verdienen met missen en andere plechtigheden, in dienst van de kerken, broederschappen, gilden of rijke families. In 1503 ontstond in de Oude Kerk een cultus rond een beeld van Onze Lieve Vrouwe van Zeven Smarten. Deze devotie werd gestimuleerd door hertog Filips de Schone, die hoopte met een 'nationale' Mariacultus het gevoel van eenheid in de Nederlanden te bevorderen. De Delftse voorvechter was Dirck Adamszoon van der Burch, vice-pastoor van de Oude Kerk. Hij rapporteerde in brieven aan het hof welke wonderen hier gebeurden en hoe de devotie gedijde. Van heinde en verre kwamen pelgrims af op speciale missen, preken en processies. Mede dankzij hun vrijgevigheid konden de kerkmeesters de beroemde Mechelse architect Rombout Keldermans inhuren voor grootse verbouwingsplannen. Zij wilden de hele kerk geleidelijk ombouwen in natuursteen, als een heuse kathedraal. Begonnen werd met de noordelijke dwarsbeuk, want daar stond het lucratieve beeld van Maria. Maar de tijden waren al aan het veranderen. De ideeën van Luther en andere hervormers sijpelden door in de Nederlanden. Volgens hen ging de Rooms-Katholieke Kerk ten onder aan uiterlijkheden en onbekwame en inhalige geestelijken. Luther wilde terug naar de basis: het geloof, de Bijbel en Gods genade. Deze denkbeelden sloegen aan; gelovigen werden terughoudend om bij te dragen aan steeds grotere en steeds rijker versierde kerken. Omstreeks 1520 viel de verbouwing van de Oude Kerk stil door geldgebrek. De kolossale noordbeuk aan de verder zo sobere kerk markeert het einde van het rijke roomse leven van de Middeleeuwen.