Ger Dekker begon als rechtsback, maar groeide uit tot een veelscorende spits. Dat is hij nog steeds. (foto: Roel van Dorsten)
Ger Dekker begon als rechtsback, maar groeide uit tot een veelscorende spits. Dat is hij nog steeds. (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met Ger Dekker?

sport

DELFT - BEC bestaat officieel niet meer, maar voor Ger Dekker (53) blijft de club een belangrijke rol in zijn leven spelen.

Dat terwijl Dekker als jonkie bij DHC begon met voetballen. "Ik weet niet eens meer hoe ik daar terecht kwam, waarschijnlijk speelde dokter Pijl daar een rol in. Ik zat bij Dirk van Puffelen op school en op mijn negende stapte ik over naar BEC. Het leuke is dat ik met jongens als Ronald de Vreede, Frank Loomans en Kees Kruis, met wie ik toen samen speelde, nog steeds elke week voetbal. Mijn jeugdtrainers waren Jaap Meijer en ome Piet van Berkum."

- Wanneer debuteerde je in het eerste?
"Op mijn vijftiende. Winus Schook was trainer en ik werd rechtsback gezet. Dat was in een elftal met mannen als Jan Olsthoorn, Martin van den Bos, Ton van den Hoeven, Jan Smits en Theo Bosman. Ik maakte samen met Peter den Os de overstap. Zijn broer René vertrok al snel naar FC Den Haag. Net als Chris Treling en Arie de Weerd trouwens."

- Hoe beviel dat?
"Hartstikke goed. Er gebeurde altijd wel wat bij onze wedstrijden. Op een gegeven moment werd ik naar voren geschoven. Ik was een wat luie, bonkige spits, maar van elke twee kansen die ik kreeg, maakte ik er één. Dat kon, omdat Dennis van Berkum en Pieter van den Hoeven het vuile werk voor me opknapten."

- En qua resultaten?
"In de competitie vielen die niet altijd mee, maar in de Haagsche Courant Cup deden we het vaak wel goed. We stonden in de halve finale met 4-0 voor tegen Tonegido, maar verloren uiteindelijk met 4-5. Ook kegelden we het grote Scheveningen eens uit dat toernooi. Dat was heel wat voor een ploeg die tussen de derde en vierde klasse schommelde."

- Wat staat je het meest bij?
"Dat was de beslissingswedstrijd tegen Delft. We waren allebei laag geëindigd in de competitie en speelden op het terrein van Oliveo om degradatie af te wenden. Er stonden een paar duizend mensen langs de lijn en uiteindelijk wonnen we met 2-1. Peter den Os scoorde de eerste goal en Moos Loomans de winnende. Na die wedstrijd waren we al lang en breed bij BEC in de kantine, toen Willem Berkien en Ed Bodde helemaal onder de bagger aankwamen. Zij waren door de baggersloten in de polder naar de Brasserskade komen lopen. Wedstrijden tegen Delft waren sowieso altijd bijzonder. Ik herinner me nog een krantenkop 'Dokter Jansen en Ger Dekker hebben een goede dag'. Ik scoorde twee keer en dokter Jansen mocht twee jongens met een beenbreuk helpen."

- Welke trainers heb je gehad?
"Ik debuteerde onder Winus Schook en daarna kwam Frans de Vries. Dat was vooral een trainer bij wie we veel moesten lopen en dat was niet mijn favoriete bezigheid. Erna kwamen Peet van der Helm en Leen Drevijn van DHC en ik denk dat we onder hen de mooiste tijd hadden."

- Hoelang ben je doorgegaan?
"Na de fusie met DVC zijn we gestopt in de standaardcompetitie, maar zijn we wel zondag 1 gebleven. Alleen speelden we in de reserve vierde klasse of zoiets. We spelen nog elke zondag. Het is mooi om te zien dat Jan Olsthoorn, op zijn drieënzeventigste, er de balen van heeft als op vrijdag de training niet doorgaat. Verder gaan we elk jaar een weekend weg, blijven we na de trainingen zo nog tot een uur of drie in de kantine hangen en ook op zondag brengen we na de wedstrijd nog uren in de kleedkamer door. We zijn vrienden voor het leven."