Aad Meuleman voor het Delftse Stadhuis, wat afgelopen twintig jaar zijn tweede thuis werd. 'De sfeer tijdens raadsvergaderingen is er onder Van Bijsterveldt toch wel beter op geworden'.
Aad Meuleman voor het Delftse Stadhuis, wat afgelopen twintig jaar zijn tweede thuis werd. 'De sfeer tijdens raadsvergaderingen is er onder Van Bijsterveldt toch wel beter op geworden'. Foto: Koos Bommelé

Aad Meuleman blikt terug op bijna twintig jaar in de gemeenteraad

Algemeen

DELFT – Aad Meuleman wordt gezien als het geweten van de Delftse gemeenteraad. Na de komende verkiezingen houdt de 65-jarige fractievoorzitter van Stadsbelangen Delft het echter voor gezien. Met Delft op Zondag blikt hij terug op twintig bijzondere jaren.

Door: Jesper Neeleman

Het verhaal van Meuleman en de politiek begint niet in de raadszaal, maar de feestzaal. Via het carnaval leert hij Aad Bonthuis kennen. "Net als Aad Bonthuis was ik kritisch over bepaalde zaken in de stad", blikt Meuleman terug. "Dan kun je aan de zijlijn gaan roepen, maar dan moet je je ook beschikbaar durven te stellen, vind ik." En dat deed Meuleman, toen Bonthuis hem begin jaren '90 benaderde lid te worden van Stadsbelangen. Die partij werd in die jaren gekscherend wel de carnavalspartij genoemd, vanwege de gezamenlijke hobby van enkele partijleden.

De carnavalspartij deed het echter uitstekend bij de verkiezingen van 1994. Stadsbelangen behaalde vijf zetels, Aad Bonthuis werd wethouder. Meuleman, nummer zes op de kieslijst, viel net buiten de boot. Hij werd 'steun-fractielid', iets wat tegenwoordig commissielid heet. Vanaf 1998 werd hij volwaardig raadslid.

Wat dit voor tijd was? "We moesten toen fors bezuinigen." Lachend: "Tien miljoen gulden. Dat was toen nog een heel bedrag. Bonthuis was wethouder en had onder meer het buurtwerk in z'n portefeuille. Dat zijn moeilijke bezuinigingen. Als je besluit de riolering niet te vervangen merkt niemand dat." Sluit je een buurthuis en de Eland, zoals toen het geval was, dan ben je al gauw de politieke kop van jut.

Meuleman herinnert zich nog goed dat iedereen in die tijd onbeperkte spreektijd had. "Vergaderingen gingen soms door tot 2, 3 uur 's nachts. Dan ging iemand om 12 uur 's nachts nog even vier A4'tjes voorlezen." De dossierkennis van mederaadsleden was toen wat groter dan nu het geval is, vindt Meuleman. "Steeds vaker merk ik dat maar wat wordt geroepen en niemand het meer verifieert. Daar doet ook de pers aan mee. Die schrijven op wat iemand zegt, zonder te checken of het klopt. Daar kun je altijd mee wegkomen. Vroeger werd minder gauw iets geroepen. Want als je dat vervolgens niet kon onderbouwen, dan ging je af." Of het spannend was, om plots in de raad te zitten? "Het bracht natuurlijk wat spanning met zich mee. Maar ik had in Aad Bonthuis een hele goede mentor. Het ging allemaal best goed."

-Wat vond je de mooiste periode in de raad?
"Die hele periode dat we beslissingen namen over de Spoorzone. De beste beslissing die we hebben genomen. Als we dit niet hadden gedaan, hadden we er nu nog over zitten praten. Momenteel zie je de resultaten van de besluiten van toen. Verder kijk ik positief terug op de gesprekken rond de benoeming van Marja van Bijsterveldt als burgemeester. Die waren heel constructief. Een verademing. "

-Heb je het idee dat je afgelopen twintig jaar je stempel hebt kunnen drukken op de gang van zaken in Delft?
"Je beslist natuurlijk wel mee. Maar helaas hebben we alle jaren dat ik in de raad zat alleen in de oppositie gezeten. In 2002 nodigde Jan Torenstra ons wel uit om mee te toen in het college dat toen werd gevormd. Een belangrijk punt voor ons was dat we een parkeergarage onder de Markt wilden. Maar dat was niet bespreekbaar. Dan zouden we, vind ik, niet geloofwaardig zijn richting de mensen die op ons hadden gestemd. Dus werd het een breekpunt. Torenstra zei nog wel dat, als we in het college zaten, we veel konden bereiken. Daar had hij een punt."

-Heb je daar geen spijt van?
" Ik heb nooit spijt van een beslissing. Je neemt ze. En ik zou nu weer hetzelfde hebben gedaan. Die garage was toentertijd een van de belangrijkste principes voor Stadsbelangen. Maar achteraf moeten we natuurlijk blij zijn dat die garage nooit is gerealiseerd. Denk alleen maar aan de ellende die de bouw van de Koepoortgarage (de huidige Marktgarage, red.) heeft opgeleverd. Daar word je niet vrolijk van.


-Heb je veel gelachen in de raadzaal?
"Zeker toen er nog geen sprake was van spreektijd, was er best tijd voor wat satire. Ik weet nog dat er tijdens de begrotingsbehandelingen nooit een euro verschoof, wat de oppositie ook zei. Toen had ik aangekondigd dat de partij die dit wel voor elkaar kreeg, een weekend naar keuze kreeg. Het CDA slaagde erin 10.000 euro te verschuiven. Toen had ik twee edities van het tijdschrift Weekend mooi ingepakt, tijdens de vergadering mochten ze er één kiezen. Ik weet ook nog goed dat Pvda-raadslid Ton Jacobs zijn afscheidswoordje hield. Dat deed hij nogal uitgebreid. Na veertig minuten onderbrak Bonthuis hem met de woorden: 'Meneer Jacobs, op 13 april begint het nieuwe college, verwacht u tegen die klaar te zijn met uw betoog?' Het bleef verder altijd binnen de fatsoensnormen. Na afloop gingen we vaak wel een biertje drinken met elkaar. Iedereen bleef dan nog even. Dat was goed. Dan spreek je elkaar even in een andere setting, los van de meningsverschillen. Maar dan krijg je populistische opmerkingen dat we borrelen op gemeenschapsgeld en wordt zoiets weer afgeschaft."

-Wat zal je verder altijd bijblijven?
"Vroeger hadden we natuurlijk geen mobieltjes. We hadden toen eens een vergadering bij de TU en het had heel hard gesneeuwd. De vergadering duurde tot half 3 's nachts. Heel wat vrouwen waren toen hartstikke bezorgd over hun mannen."

-Was dat niet vermoeiend, die vergaderingen tot diep in de nacht?
"Veel raadsleden doen dit naast hun normale baan. Ik vroeg me weleens af: als je al de hele dag hebt gewerkt, heeft zo'n nachtelijke discussie dan nog veel zin? Het lastige is dat we veel fracties hebben in de raad. En iedereen wil geluid maken. Als elke partij wat zegt, ben je zo twee uur verder."

-Wat is je minst goede herinnering?
"Dat waren de enorme bezuinigingen van de afgelopen acht jaar. Die hadden een forse impact op de stad en de sfeer. En het werden steeds meer bezuinigingen. Een hele nare periode. Daarnaast had ik het idee dat het vorige college de raad niet goed informeerde, vanwege alle lijken die steeds weer uit de kast rolden. Ik ben daar wat wantrouwig van geworden."


-Heb je iets geleerd van je werk als raadslid?
"Ik kijk verder dan de stoeptegel voor m'n voordeur. Ik weet nu dat overal haken en ogen aan zitten en allerlei belangen spelen. Veel mensen beseffen niet altijd dat het best lastig is met zoveel meningen en belangen te maken te hebben en dan een besluit moet nemen. Dan wordt al gauw geroepen: 'Ik stem niet meer op je'. We vinden het in de raad heel wat als er drie insprekers zijn. Dan gaat iedereen daar even goed voor zitten. Maar Delft heeft volgens mij 100.000 inwoners. Je kunt echter niet naar alle mensen luisteren en het iedereen naar de zin maken. Dat is het lastige van raadslid zijn."

-En vrijwel niemand volgt de raadsvergaderingen…
"Veel mensen interesseert het niet. Ik heb bewondering voor de mensen die in belangenverenigingen zitten. Tegelijkertijd vraag ik me weleens af in hoeverre ze hun wijk, of vooral zichzelf vertegenwoordigen. Lastig. Want ik wil iedereen serieus nemen. Ik snap overigens wel dat de meeste mensen geen interesse in politiek hebben. We leven in een maatschappij waarin we minder aandacht voor elkaar hebben. Ieder leeft z'n eigen leven. En als je in veiligheid leeft en geen problemen hebt, waarom zou je je dan met politiek bemoeien? Het is begrijpelijk, maar wèl jammer."

-Heeft dit werk je veranderd?
"Ik heb het gevoel alsof ik 24 uur per etmaal raadslid ben. Zo gedraag ik me. Ik ben best spontaan van aard, maar heb wel jarenlang het idee gehad dat ik in een porseleinkast liep. Op feestjes of als ik ergens was kon ik me wat minder makkelijk uiten, want mensen kijken anders tegen je aan als je raadslid bent. Zo ben ik wel enige spontaniteit verloren."

-Was het een moeilijk besluit om te stoppen?
"Nee. Na twintig jaar hoor ik weer dezelfde discussies voorbijkomen, gevoerd door weer nieuwe raadsleden. Die nieuwe gezichten hebben soms wel hun charmes, maar afgelopen jaren heb ik regelmatig gedacht: Dit hebben we toch al eens besproken?"
Aad Meuleman miste in zijn bijna 20 jaar als raadslid welgeteld één raadsvergadering. Zijn dochter studeerde die dag af in Zwolle. In Delft stond ondertussen een motie van wantrouwen tegen Rik Grashoff op de agenda. "Ik dacht dat ik hiervoor op tijd terug kon zijn. Maar ik had me niet gerealiseerd dat er vijftien klassen aan de beurt waren voordat m'n dochter aan bod kwam. Ik kon pas om 21.00 uur weg uit Zwolle en kwam toen ook nog eens in de file."

Niet alle raadsleden bezoeken zo trouw de vergaderingen, valt ook Meuleman op. "Als we in mijn beginjaren om 18.00 uur moesten vergaderen, dan was iedereen er om 18.00 uur. Nu zie je dat sommigen dan eerst met hun gezin willen eten. Dat begrijp ik wel, maar als je raadslid bent dan ben je raadslid. Als je eten met je gezin belangrijker vindt, moet je misschien geen raadslid worden. Het besturen van de stad moet niet afhangen van je thuissituatie. Ik vind dat je er altijd moet zijn. Mijn advies aan iedereen die raadslid wil worden: Weet waar je aan begint."

Zijn jarenlange ervaring heeft hem een soort zesde politieke zintuig opgeleverd. Hij was er al meerdere keren getuige van hoe coalities achter de schermen en al ruimschoots voor de verkiezingen werden beklonken. "Dan zie je bewegingen ontstaan. Je ziet hoe politici elkaar plots vaker gaan opzoeken. Ik zie dat gewoon gebeuren. Dat is het spel dat van tevoren al wordt gespeeld. Ook nu."

-Waar ben je, terugkijkend, trots op?
"Dat ik al die jaren deel uitmaakte van een fractie die altijd bij elkaar bleef. We hadden weleens felle discussie, maar zijn er altijd met elkaar uitgekomen. Ik zal de politiek straks van een afstand blijven volgen. Want als je afscheid neemt, moet je niet meer op de voorgrond willen staan. En als je mij ergens bij betrekt, dan hou ik m'n mond niet. Dus kan ik beter weggaan. Jarenlang hoorde het bij me. Na de verkiezingen van 2018 zet ik een knop om." Hij wil zich dan storten op vrijwilligerswerk. "Liefst in de wijkzorg. Ik heb veel bewondering voor de mensen die dit werk doen." Dus komt hij ze straks graag een handje helpen.