Botenbezitters laten de moed niet zakken na inbraak, diefstal en vernielingen

Algemeen

DELFT – Negentien botenbezitters hoorden begin deze week het slechte nieuws dat hun trots ten prooi is gevallen aan vandalen. In de nacht van maandag op dinsdag werd ingebroken bij de Delftse Watersportvereniging.

Door: Jesper Neeleman

Op het terrein van de watersportvereniging aan de Buitenwatersloot liggen in de winter zo'n negentig boten op de kade. Vandalen hielden in de nacht van maandag op dinsdag flink huis op dit terrein. Zeilen werden kapot gesneden, kabels doorgesneden, interieurs overhoop getrokken, zand in motors gegooid, twee motoren en andere waardevolle spullen werden weggenomen.

Als we woensdagmorgen komen kijken, is Frans Bosman zojuist zijn eigen boot binnengestapt. De Rijswijkse botenbezitter staat te midden van zijn eigen spullen, die verspreid over de vloer liggen. "Het meeste is er gelukkig nog", zegt Bosman, terwijl hij alle kastjes, vakjes en hokjes controleert. "Maar ze zijn echt overal in m'n boot geweest. Ik mis twee boormachines. Verder is er gelukkig niks gesloopt." Dat geluk heeft niet iedereen. De vandalen lijken te hebben geprobeerd zoveel mogelijk schade te veroorzaken. "Het is een triest verhaal", zegt Bram van der Spek, secretaris van de vereniging, als we zijn neergestreken in de kantine. "De schade is enorm."

Het slechte nieuws kwam 's morgens om half 6, toen één van de leden werd gebeld door een man die dat moment naar z'n werk fietste. Hij had een buitenboordmotor voor het hek aangetroffen. Waarschijnlijk door de raddraaiers achtergelaten toen ze werden gestoord. Later die dag kwamen zowel de botenbezitters als de politie ter plaatse. En hoe meer ze rondkeken, hoe meer ze aantroffen. Eén van de vandalen had in één van de boten z'n grote boodschap achtergelaten. Bij andere boten was zand in de motor gegooid. "Dat is verschrikkelijk", weet Jeroen Schellart, penningmeester van de vereniging. "Als er maar één zandkorrel achterblijft is dat al funest. "Zo'n motor moet helemaal uit elkaar worden gehaald, schoon worden gemaakt en weer in elkaar worden gezet." Verder is veel bedrading stuk geknipt. "Het is allemaal heel vervelend. En dat is zacht uitgedrukt", zegt Van der Spek.

Even verderop in de kantine zit een groep van tien mannen in een kring te praten. Er wordt gelachen. Sterke verhalen worden verteld. De mannen komen hier dagelijks. Het clubhuis is voor hen een soort buurthuis. Er heerst hier allesbehalve een bedompte stemming. "Het heeft geen zin om lang hierover te treuren", zegt Van der Spek. "We laten ons het plezier van onze boten en het varen niet door dit ontnemen", voegt Schellart eraan toe. Dat blijkt wel als we weer buiten op de werf zijn. Het oudste en 86-jarige lid staat met een mondkapje op z'n boot te schuren. Z'n inventaris was overhoop gehaald, maar hij heeft het inmiddels opgeruimd. De boten gaan in april het water weer in. Bij de Delftse Watersportvereniging valt tot die tijd nog bijzonder veel te herstellen, te repareren en te doen. Bram van der Spek heeft woensdagmorgen echter andere prioriteiten. "Nou", zegt hij, na een zoveelste ronde over de werf. "Ik ga zo maar weer eens richting de politie."