'Kijk, hier was uw snor nog zwart', zegt mevrouw Van Schelven tegen auteur Kader Abdolah (rechts). Links Ton van Schelven. (foto: Jesper Neeleman)
'Kijk, hier was uw snor nog zwart', zegt mevrouw Van Schelven tegen auteur Kader Abdolah (rechts). Links Ton van Schelven. (foto: Jesper Neeleman)

Kader Abolah heeft nu dankzij Ton van Schelven meerdere boeken over zichzelf

Algemeen

DELFT – Ton van Schelven (93) knipte jarenlang stukjes van en over de Delftse auteur Kader Abdolah en maakte hier meerdere boekwerken van. Vorige week was de grote overhandiging. Delft op Zondag was erbij.

Samen met Kader Abdolah gaan we langs bij Ton van Schelven, die met zijn 90-jarige vrouw in Delfshove woont. "Ik heb deze boeken al een hele tijd", begint de 93-jarige Delftenaar. "Ik kan ze maar niet weggooien." Kader Abdolah zegt het erg bijzonder te vinden en heeft als dank een fles wijn meegenomen. Hij ontmoet, in binnen- en buitenland, vaker lezers, vertelt hij. Midden in zijn verhaal breekt mevrouw Van Schelven in. "Ik wil even zeggen dat ik stofdoof ben", zegt ze. "Dat is helemaal niet erg", reageert de auteur. "Mijn vader is doofstom geboren. Ik was altijd bang dat ook mijn kinderen doof geboren zouden worden maar, dank het leven, dat is niet gebeurd."

Het gesprek gaat nog even verder over doofheid. "Toen ik jong was, was ik er niet gelukkig mee dat ik een doofstomme vader", bekent Abdolah. "Maar nu besef ik dat ik het er wel voor heeft gezorgd dat ik nu ben wie ik ben. Ik moest plaatsvervanger voor m'n vader zijn. De man des huizes." Dus wist hij al gauw wat discipline inhield en hoe hij contact met mensen moest hebben.

Ook Van Schelven doet een bekentenis. Hij weet waar Abdolah woont en had daar eigenlijk al eens in z'n scootmobiel langs willen gaan. "Maar ik was bang dat u zich dan wellicht bedreigd zou voelen", zegt Van Schelven. "Ik kan goed rennen, hoor", reageert Abdolah. "U had gewoon langs kunnen komen. We zijn stadgenoten." Van Schelven heeft jarenlang de stukjes van Abdolah uitgeknipt, vooral zijn column Mirza in de Volkskrant. "Ik ben ooit begonnen met Martin Bril", vertelt hij. Ook de columns van Bril had hij jarenlang uitgeknipt en ingebonden. Twee maanden nadat hij die aan de schrijver overhandigde, overleed Bril. "Gelukkig ben ik nog niet dood", grapt Abdolah.

Dus kan hij vandaag met volle teugen genieten van zijn eigen werk in een nieuw jasje. "Al die stukjes van de afgelopen vijftien jaar. Dit is een feest! Zelf heb ik hier niets van bewaard.", zegt hij, bladerend door één van de boeken. "En kijk op deze foto eens hoe knap ik toen was. M'n kinderen zullen hier ook heel blij mee zijn. Ze zullen het met plezier meenemen als ik dood ga." Zo ver is het nog niet. De boeken zullen tot die tijd een mooie plek krijgen in de vitrine van zijn boekenkast.