De 'vrienden van het groene laken', met van links naar rechts Andreas, Cees Huizer, Dolf en Robèrt. (foto: Jesper Neeleman)
De 'vrienden van het groene laken', met van links naar rechts Andreas, Cees Huizer, Dolf en Robèrt. (foto: Jesper Neeleman)

Wat er in het leven ook gebeurt, gelukkig is er altijd nog de Jessehof

Algemeen

DELFT – De zomer is losgebarsten, maar er gebeurt genoeg. Verhalen liggen voor het oprapen, alleen moet je er wel naar op zoek – en jezelf uitnodigen. Dus gaat Delft op Zondag deze zomer voor de rubriek 'onverwachts bezoek' onverwachts op bezoek. Deze week deel 1: De Jessehof.

Een makkelijk begin, want het is een inloopcentrum waar letterlijk iedereen welkom is. Ook wij. Dit 'interkerkelijke diaconaal centrum' is deze zomer vijf dagdelen per week open voor iedereen die behoefte heeft aan een gesprek, een luisterend oor of een kop koffie.

'HIER KUN JE JEZELF ZIJN'

Maandagmiddag om 14.15 uur, als de deuren pas net open zijn, zit er al zo'n veertig man binnen. "Meerderen staan voor tweeën al voor de deur te wachten", vertelt vrijwilligster Ria Vermeulen, die vandaag sleutelhoudster is. We vergelijken de plek met een buurthuis, maar dat is het volgens de 57-jarige Delftse toch niet. "Er komen zelfs mensen voor uit Overschie. Ze komen voor de gezelligheid en saamhorigheid. Hier kun je jezelf zijn, er wordt niet gekeken naar afkomst of hoe je eruit ziet. We hebben een weggeeftafel, mensen krijgen koffie, fris of soep. Daarvoor vragen we een vrijwillige bijdrage." Dat mag ook 5 cent zijn, maar zelfs een dergelijk bedrag zit er voor sommigen niet in. En dat is ook prima. "We merken in de Jessehof wel dat de bezoekers steeds minder te besteden hebben."
De Jessehof bestaat nu vijf jaar. Ria is er al vanaf het begin bij betrokken. Niet alleen de armoede, maar ook de eenzaamheid neemt toe, merkt ze. "Veel mensen voelen zich buitengesloten. Als ik dan even met ze kan kletsen en ze kunnen hun verhaal kwijt, dan geeft dat me al veel voldoening. Het gebeurt weleens dat bezoekers een cake meenemen, om te vieren dat ze jarig zijn. Want verder hébben ze niemand meer om dat mee te vieren. Dan proberen we er hier met z'n allen toch iets feestelijks van te maken."
Terwijl ze vertelt over de toenemende toeloop, wordt ons voor de vierde keer koffie aangeboden. We bedanken. De vrijwilligster vervolgt haar weg richting de tafel verderop. "Daar zit altijd een groepje van de GGZ", legt Ria uit. "Daarnáást zitten altijd de ouderen, en de groep hier links van ons noemen we de stamtafel. Daar zitten meestal mannen."

'BILJARTERS ZIJN ARTISTIEK'

Weer verderop de biljarttafel, waar we Cees Huizer aantreffen, in afwachting van zijn beurt. "Ik kom hier bijna elke dag biljarten en gebruik maken van de pc's", vertelt hij. Vandaag speelt hij met en tegen z'n biljartmaten Andreas, Dolf en Robèrt. "We zijn de vrienden van het groene laken", zegt Huizer. Dolf vreest dat die term een verkeerde indruk gaat wekken bij de lezers. Wat hij verder kwijt wil, is dat twee van z'n drie biljartvrienden vaak vals spelen. En dat hij muzikant is, net als Robèrt, een Franse chansonnier. "Biljarters zijn artistiek aangelegd", vervolgt Huizer. Hij ook? "Nee, ik heb geen artistieke kant. Wel ben ik momenteel – op verzoek van de Erasmus universiteit en gesteund door m'n psychiater - mijn memoires op papier aan het zetten. En ik kan je een primeur geven. De titel ervan wordt: 'Cees, the gentleman en het feestbeest'. Ik heb een turbulent leven achter de rug." Dat blijkt nog steeds aan de gang. "Dit weekend heb ik nog vastgezeten, in een cel van Parnassia. Ik stond erop dat ik werd meegenomen door de ambulance. Toen ze me niet naar het ziekenhuis wilden brengen, ben ik een beetje boos geworden."

'HIER HEB IK AANSPRAAK'

We gaan verder bij de stamtafel. Hier zit Martin Bentvelsen, eveneens een vaste bezoeker. "Ik woon hier pal boven", vertelt de 65-jarige Delftenaar. "Daar zit ik maar in m'n eentje. Ik heb wel een zoon, maar die woont in Brabant, dus die zie ik niet elke dag. Daarom kom ik hier vaak. Heb ik een beetje aanspraak, want ik heb hier veel mensen leren kennen. Ik ben blij dat ik hier wat te doen heb."
Een stukje verderop aan de stamtafel leest Emanuel Figaroa de krant. Hij komt ongeveer één keer per week, vertelt hij, terwijl hij naar de pagina blijft staren. "Ik lees hier een krantje, ik ga schaken of klaverjassen, als ze me vragen." Emanuel houdt dus wel van spelletjes, merken we op, maar dat is een misvatting, reageert. "Daar hou ik juist niet van. Klaverjassen en schaken is denksport. Ganzenbord, dát is een spelletje." Hij legt z'n krant neer en praat plots honderduit. Over yoga, de tien geboden, Mozes, roken, fitness, zijn veganisme, de regering, hun strijd om geld en macht en frisdrank.
Na dik een uur in de Jessehof melden ons keurig af bij Ria Vermeulen. Zij vertrekt als de laatste bezoekers weg is, na vijven. Tegenwoordig zonder andermans problemen mee naar huis te nemen, anders hou je het geen vijf jaar vol...