Afbeelding

Delft werkt steeds meer samen en daar plukken we volgens Verkerk nu en in de toekomst de vruchten van

Algemeen

Editie: Week 41, Jaargang 20 |

Burgemeester Bas Verkerk ziet de toekomst van Delft positief in. (foto: Koos Bommelé)

DELFT – Delft heeft een tweede onderzoek laten uitvoeren naar de stadskracht. Delft op Zondag sprak met burgemeester Bas Verkerk over die stadskracht van Delft.

Het onderzoek is beschreven in het onderzoeksrapport ‘Stadskracht 2.0 – Gemeente Delft sterke stad in de metropool’, dat vorige week werd aangeboden aan de gemeenteraad. Volgens Bas Verkerk is stadskracht ‘een beetje een abstracte term’. “Het gaat erover dat je de krachten goed bundelt en verder kunt. Het is heel goed om eens in de twee jaar door een extern bureau te laten kijken naar de stadskracht. Dat hebben we nu voor de tweede keer gedaan.”

Dat wordt onder andere gedaan om te zorgen dat Delft toekomstbestendig is. “En dat het hier goed werken en wonen is en het ook voor nieuwe mensen een aantrekkelijke stad is om te wonen en te werken. Je moet daarom economische kansen creëren.” De toekomst van Delft ligt volgens Verkerk in het ontwikkelen van de kenniseconomie.

De centrale vraag in het rapport is of Delft - samen met de partners - voldoende is toegerust om de maatschappelijke opgaven waar de stad voor staat succesvol te realiseren. Dat ís Delft, vindt Verkerk. “Als je ziet hoe belangrijk de TU, andere wetenschappelijke instellingen, DSM, Samsung Benelux, Exact, TNO, IKEA, Reinier de Graaf, Fox-IT en Deltares voor de stad zijn… We moeten meer van dit soort werkgevers hebben, des te sterker wordt Delft.” Veel ruimte is er echter niet. “Het is af en toe wrikken op de vierkante meter”, zegt Verkerk. “Daarom is het belangrijk dat onze partners ook meedoen.”

Delft is de afgelopen jaren al veel meer gaan samenwerken met andere gemeentes en organisaties. “Met Rijswijk kijken we naar gezamenlijke kennisinstituten en woningbouw en op ambtelijk gebied werken we al samen. Die samenwerking verloopt goed.” In de glastuinbouwsector wordt ook al samengewerkt.

“Want die sector wordt gedreven door technologie. Daarom is de relatie met het Westland en Oostland nu sterker dan vroeger. We merken daarnaast dat de contacten met Den Haag en Rotterdam steviger worden. Zij willen voor hun Europese positie graag Delft erbij hebben, want het betekent nogal wat als je zo’n kennisgebied als Delft je regio hebt.” Ook op het gebied van rechtspraak verwacht Verkerk meer met Den Haag samen te gaan werken. “Want technologische oplossingen, zoals wij die in Delft brengen, gaan in de toekomst een steeds grotere rol spelen bij het oplossen van conflicten in de wereld. Den Haag kan een conflict juridisch en diplomatiek oplossen, maar technologische oplossingen uit Delft kunnen bij conflicten over water- en energietekorten óók bijdragen aan vrede en stabiliteit in de wereld.”

‘SAMEN KUNNEN WE EEN BELANGRIJKE REGIO IN EUROPA WORDEN’

In het plaatje van de samenwerking met alle omliggende gemeentes, ziet Verkerk de stad Delft als ‘een spin in het web’. “De gebieden hebben elkaar nodig èn ze versterken elkaar”, vervolgt hij. “Samen kunnen we een belangrijke regio in Europa worden. Dan concurreren we niet meer met de regio, maar met andere Europese steden zoals Wenen en Stockholm. Deze regio heeft nu al een hele interessante basis voor ondernemerschap. Als ik een Europees bedrijf zou hebben, dan zou ik hier in Delft gaan zitten.”

Het is echter niet zo, geeft Verkerk aan, dat de stad zich nu alleen nog richt op de kenniseconomie. Ook het toerisme is en blijft belangrijk, benadrukt hij. “Mensen blijven het leuk vinden om in Delft te genieten van onze monumenten en de typische Hollandse manier van winkelen. Als je een echte Hollandse sfeer wilt proeven, moet je naar Delft komen.”

En, ook mooi, het wordt steeds makkelijker om Delft te bereiken. “De stad heeft straks vier sporen en dan kan ook de frequentie van het treinverkeer omhoog. Je bent dan in een kwartiertje in Rotterdam of Den Haag. Als de A4 is doorgetrokken wordt het minder druk op de A13, dan merkt iedereen in Rotterdam en Den Haag hoe dichtbij Delft eigenlijk is.”

‘IK ZOU GRAAG EEN BARRICADELOOS FIETSPAD LANGS DE VLIET EN DE SCHIE HEBBEN’

Tramlijn 19 wordt de komende jaren doorgetrokken tot aan de TU-campus en Technopolis. Als het aan Bas Verkerk ligt, wordt dat echter niet het eindpunt. “Als je bij Technopolis in de verte kijkt, dan zie je Rotterdam Airport al liggen. Eén sterke beweging en je trekt de tramlijn door naar Rotterdam. Dan krijg je meteen nog een verbinding tussen Den Haag en Rotterdam. Dat kost een hoop geld, maar het is een investering die kan worden terugverdiend.” Verkerk heeft op het gebied van bereikbaarheid nog wel een wens. “Ik zou graag een barricadeloos fietspad langs de Vliet en de Schie hebben, zodat je in één keer door kunt fietsen naar Leiden en Rotterdam. Een mooie route. Dan heb je vier, vijf goede verbindingen tussen de gebieden.”

Delft is volgens Verkerk al op de goede weg. “Maar het kan nog sterker en dat gaan we ook meemaken. Delft is zich sterk aan het ontwikkelen in de regio. Ik vind het machtig mooi om te zien dat dit lukt.” In Delft gebeurt het, zegt Verkerk ook. “Onze stad heeft de grote verantwoordelijkheid om te zorgen dat vakmensen hier hun werk kunnen doen. Het is daarom belangrijk dat we een goede gastheer zijn. Dat doen we door goed samen te werken en uitvinders, knappe knoppen, vakmensen en wetenschappers te faciliteren.”

-Volgens het rapport is sinds de Stadskracht 1.0, het vorige onderzoek, progressie geboekt. Op welk gebied?
Verkerk: “Vooral in het ontwikkelen van de kenniseconomie. Dat heeft al geleid tot meer arbeidsplaatsen, meer investeringen en meer bouwwerkzaamheden. Dat levert werk op. Op het gebied van de Metropoolregio zijn we zaken beter gaan afstemmen. Met Rijswijk werken we op ambtelijk gebied samen, zo verlenen we met minder mensen meer diensten. Daar plukt Delft de vruchten van, want die samenwerking leidt tot besparingen.”

- Is in Delft nog wel ruimte genoeg om alle ambitieuze plannen uit te voeren?
“Technopolis ligt al klaar, daar kunnen technologische en wetenschappelijke bedrijven zich vestigen. Op het bedrijventerrein Harnaschpolder kunnen meer traditionele bedrijven zich vestigen. Verder krijgen we nog de gebiedsontwikkeling in de Spoorzone. Dat lijkt me een interessante plek om te wonen en te werken, het is goed bereikbaar en de binnenstad is om de hoek.”

- Delft moet de komende jaren vooral bezuinigen. Is er wel geld genoeg om de plannen te bekostigen?
“De Gemeente Delft heeft dat geld natuurlijk niet. Dat moeten we daarom op een slimme manier uit de markt zelf halen. Dat kan door bedrijven te laten investeren, instituten kunnen geld halen bij de overheden of Europese banken en structuurfondsen. Dan komt het wel goed. Wij moeten als stad zorgen dat het woon- en werkklimaat optimaal is.”

-Wat gaan Delftenaren merken van de toenemende samenwerking?
“Dat de stad beter bereikbaar wordt en dat Delft nóg aantrekkelijker wordt als woon- en werkgemeente.” (JN)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12