Puck de Keyser (18) kan nog niet helemaal geloven dat iedereen haar zelfgeschreven muziek zo mooi vindt

Algemeen

Puck de Keyser hoopt dat haar muziek later tot veel verder dan de huiskamer zal reiken.

DELFT - Puck de Keyser is pas achttien lentes jong, speelde in vele bandjes maar ze maakt nu ook haar eigen muziek. Muziek met alleen haar stem, een gitaar en veel gevoel. Haar palmares als singer-songwriter is nog niet lang en indrukwekkend, maar iedereen die haar tot nu toe heeft horen spelen is vol lof. Dat is maar goed ook, want zelf is Puck de Keyser de bescheidenheid zelve.

Puck begon al jong met muziek maken. Toen ze nog een klein meisje was kreeg ze blokfluitles, toen ze iets groter was leerde ze hoe je op een keyboard en een piano moet spelen en twee jaar geleden, toen haar vader bij het vuilnis een gitaar vond, leerde ze ook dáár muziek uit te krijgen. Als ze vertelt over alle bandjes waarin ze heeft gespeeld, raken we promt de tel kwijt. We tellen er vijf. Of zes. “Maar het zijn er nog wel meer geweest. Ik wilde elke stijl proberen. Nu weet ik wat ik leuk vind”, zegt ze.
Dat is dus gitaar spelen en daarbij zingen. Het liefst eigen nummers. Toen ze nog piano speelde schreef ze ook al haar eigen muziek. Haar eerste nummer schreef ze voor haar opa en oma toen ze – in 2005 – vijftig jaar getrouwd waren. “De tekst is natuurlijk onwijs kinderachtig, maar het was géén slecht nummer. Het zat gewoon prima in elkaar. Ik kan ‘m nog steeds spelen.” Muziek maken op de piano vond ze leuk en het ging haar goed af. “Maar ik zat vast. Toen kwam de gitaar en ging een nieuwe wereld open”, vertelt ze. 

Ze heeft haar van het vuilnis afkomstige gitaar inmiddels ingeruild voor een betere. Daar kan Puck nu, vertelt ze, zo’n dertig eigen nummers met eigen teksten en eigen muziek op spelen. In werkelijkheid heeft ze al veel meer muziek geschreven. “Ik heb misschien nog zo’n zeventig nummers die niet af zijn of die niet goed genoeg zijn. Misschien vond ik ze op het moment dat ik ze schreef wel goed, maar nu denk ik: Mwah.” 

Ze probeert, zegt ze, ‘originele nummers’ te schrijven. “En het moet harmonisch klinken, het moet blijven hangen. Ik begin meestal met de muziek, daarna schrijf ik de tekst. De melodie moet altijd goed zijn. Je kunt wel een goede tekst schrijven, maar als de muziek erbij niet klopt dan komt het nooit over. Dan zijn het losstaande dingen.” 

- Je moet wel bruisen van de inspiratie als je zoveel nummers schrijft... 
Puck de Keyser: “Dat klopt. Dat is ook het grootste probleem met leren; ik ben snel afgeleid. Dan hoor of lees ik iets en denk ik: Leuk, dat kan ik in een liedje verwerken! Dat kan ook gebeuren als ik iemand een punt hoor maken. Dan hoef ik het niet eens met ze eens te zijn. Ik kan me goed inleven in personen, dus ik voel vaak met ze mee.”
 
- Wat ga je nu eigenlijk met die eigen nummers doen?
“Ik heb ze even snel opgenomen in de oefenruimte SPOD. Ik wil straks een demo maken van m’n beste nummers die ik goed genoeg vind en die goed bij elkaar passen. Verder ga ik 12 februari optreden tijdens Open Podium in Vlaanderen. Ik wil kijken waar dit me allemaal kan brengen. Ik hoop lekker veel te kunnen optreden. Het is sowieso leuk als je je muziek opneemt, als je het voor publiek kunt spelen is dat nóg leuker.” 

‘IK MAAK MUZIEK VOOR DE LOL, MAAR IK WIL WÈL DAT HET KLOPT’ 

- Speel je altijd alleen?
“Nee. Johan, een drummer, doet zoveel mogelijk mee. Verder doet er soms nog een gitarist mee. Meestal ben ik dus wel met een begeleidende band, maar de andere muzikanten moeten wèl mijn taal spreken. En ik wil met mensen werken waar ik op kan bouwen. Ik maak muziek voor de lol, maar ik wil wèl dat het klopt. Ik heb in zóveel bands gezeten dat ik weet dat sommige dingen niet werken. Je hoeft niet elkaars beste vriend te zijn, maar je moet wel hetzelfde doel voor ogen hebben. Sommigen vinden het niet erg om dronken op het podium te staan. Ik heb daar niks mee, ik kan me eraan storen als dat de muziek niet ten goede komt.” 

- Hoe omschrijf je je eigen muziek?
“Als pop met jazz-, blues- en rock-‘n-roll-invloeden. Het heeft ook wel iets singer-songwriters-achtigs.” 

- Welke complimenten krijg je vaak?
“Dat m’n timing goed is en dat ik een eigen geluid heb. Ik ben technisch geen wereldwonder, maar ik maak wel muziek met m’n gevoel.” 

- Wat vind je jouw beste nummer?
“Dat is één van de eerste nummers die ik schreef: The Whiskeyman. Het nummer heeft een soort filosofische tekst. Ik zing dat ik een oud mannetje ben die aan de bar whiskey drinkt. Het nummer gaat over mezelf, maar zonder dat ik echt zeg dat het over mij gaat. Iedereen heeft wel iets wat ‘ie er mooi aan vindt, terwijl het echt een heel simpel nummer is, zowel de muziek als de tekst. Muziek hoeft ook niet moeilijk te zijn.”

‘ERGENS WIL IK GELOVEN DAT IK GOEDE MUZIEK MAAK, MAAR MISSCHIEN HOU IK MEZELF VOOR DE GEK’ 

- Volgens de muzikale kenners in de stad maak je goeie muziek...
“Nadat Eric Geevers van SPOD m’n muziek is gaan verspreiden is het opeens zó snel gegaan. Iedereen is opeens heel positief. Ergens wil ik wel geloven dat ik iets goeds maak, maar misschien hou ik mezelf voor de gek. Wie ben ik om te zeggen dat het wel echt goed is wat ik doe?” 

- Ben je zo bescheiden?
“Ja. Ik zal nooit zeggen: ‘Goh, wat ben ik goed!’ Ja, ik heb wel sterke kanten, maar ik ben me ook bewust van m’n negatieve punten. Je moet als muzikant natuurlijk wel een bepaalde zelfverzekerdheid hebben, zeker op het podium. Daar moet je er vanuit gaan dat je het recht hebt om daar te staan.” 

- Heb je nog een bepaald doel voor ogen?
“Ik wil zo ver komen als ik kan komen. Ik zou er alles voor over hebben om te kunnen leven van de muziek. Dan wist ik het wel. Je bent echter afhankelijk van heel veel factoren. Elke kans die ik krijg wil ik aanpakken. Dat is m’n plan.” 

- Heb je wel eens een talentenjacht op tv overwogen?
“Dat is wel eens door m’n hoofd geschoten, ja. Ik heb echter het idee dat mensen je dan heel erg gaan vertellen wat je moet doen en hoe je eruit moet zien. Als ik iets word dan wil iets worden wat ik zelf heb bedacht. Ik heb in m’n puberteit al lang genoeg geprobeerd wat ik wel en niet wil zijn, daar ben ik nu wel klaar mee. Een talentenjacht op tv past niet zo in m’n straatje. Ik laat me leiden door m’n gevoel. Ik ga dus niet in een glitterpak rondhuppelen omdat Gordon dat vraagt.” (JN)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12