Wie heeft er nog controle over de Spoorzone en alle miljoenen die daarmee zijn gemoeid?

Algemeen

Het rijk financiert ‘alleen’ de Spoortunnel en een ondergronds stationsgebouw. Veel andere onderdelen van het Spoorzone-plan zijn voor rekening van Delft. Volgens onderzoek van de Delftse Rekenkamer zijn nog steeds niet alle risico's hiervan goed in beeld

DELFT - De Algemene Rekenkamer concludeerde deze week dat de Tweede Kamer veel te gebrekkig is geïnformeerd over de geldbesteding bij ProRail, de organisatie die in Delft de Spoortunnel aanlegt. Dat onderzoek leidde meteen tot boze reacties vanuit het parlement. Logisch: ontoereikende informatie leidt er toe dat de Kamer te weinig grip heeft op het spoorwegbeleid.

In Delft is eigenlijk hetzelfde aan de hand. Vier dagen voor dat Kamer-rapport vond in het stadhuis aan de Markt een debat plaats over de vraag: Heeft de gemeenteraad wel voldoende vat op het Spoortunnel-project? Onze eigen lokale Rekenkamer deed daar begin 2010 al onderzoek naar. De uitkomst: ‘Burgemeester en wethouders geven helemaal geen financiële informatie en ook geen risico-profiel over de Spoorzone. Daarmee wordt het de raad onmogelijk gemaakt zijn controlerende taak uit te voeren’. Een keiharde conclusie. 

En nu ligt er een vervolgrapport, om te peilen of vooruitgang is geboekt sinds het aantreden vorig jaar van een nieuw gekozen Delftse gemeenteraad en een andere wethouder. Slotsom van deze recente studie: ‘De raad is nog steeds niet volledig ‘in control’, grotendeels door het gebrek aan financieel inzicht’. De onderzoekers stellen dat de risico-analyses van B en W beter kunnen, en ook adviseren ze de gemeenteraad tot het soms inhuren van experts om beslagener ten ijs te komen.
Maar terwijl het Binnenhof op de achterste benen stond over het aangetoonde gebrek aan controle, reageerden Delftse raadsleden vorige week in de Spoorzone-commissie uitgesproken lauw. PvdA’er Bazelmans: “Of we als gemeenteraad ‘in control’ zijn bij de uitvoering van de Spoorzone? Dat is onmogelijk, en ook niet gewenst...” Jos van Koppen (Onafhankelijk Delft) vond het jongste onderzoek naar het controlerend vermogen van de gemeenteraad zelfs weggegooid geld: “We kunnen het allemaal toch niet behappen. Niemand mag van ons verwachten dat we alles begrijpen...” Raadslid Koerts van de ChristenUnie: ‘Wij als raad hebben ons er allang bij neergelegd dat we niet veel kunnen. Als de wéthouder maar ‘in control’ is...” 

VVD en D66 schaarden zich achter de suggestie om eventueel hulp in te roepen van deskundigen, maar GroenLinks (Herrema) vond externe ondersteuning juist weer ‘niet nodig’. CDA’er Van Tongeren zag meer heil in contact met andere gemeenten waar soortgelijke infrastructuur-projecten spelen: “Om te leren van elkaar...”
Deze collectie standpunten weerspiegelt aardig hoe raadspartijen denken over hun rol in de beheersing van het Spoorzone-karwei. Als toehoorder op de publieke tribune vond ik het eerlijk gezegd een schokkende ervaring. Een raad die breeduit toegeeft ‘zich er maar bij neer te leggen dat we niet veel kunnen’: dat is een verbijsterend brevet van onvermogen, en bovendien zeer zorgelijk omdat met de Spoorzone honderden miljoenen euro’s gemeentegeld is gemoeid. 

Want voor het goede begrip: ProRail (dus het rijk) financiert ‘alleen’ de tunnel en een ondergronds stationsgebouw. Veel andere onderdelen van het Spoorzone-plan moeten rechtstreeks uit de stadsportemonnee worden betaald, zoals een nieuw wegenstelsel, de bouw van parkeergarages en fietsenstalling, een stadskantoor op het ondergrondse station, een park, het plan voor 1500 huizen plus vele kantoren rondom het tracé van de straks ondergrondse spoorlijnen. Ook de risico’s van al deze plan-onderdelen komen op het bordje van Delft. 

Risico’s, die dus nog steeds niet allemaal in beeld zijn, volgens het jongste onderzoek. “We weten nu wel dat we het niet weten...”, werd daarover vorige week half grappend gezegd in de raadscommissie. Dat is echter allerminst grappig. Natuurlijk, elke gemeenteraad wil en moet ‘op hoofdlijnen’ besturen, en de details overlaten aan de wethouder en ambtelijke staf. Maar uiteindelijk is het wel de gemeenteraad die de verantwoordelijkheid draagt, en niet een individuele wethouder. 

Het is ook onterecht om achteraf , zoals SP-raadslid Bongers vorige week deed, nog eens cynisch uit te halen naar ex-wethouder Grashoff (GroenLinks), die acht jaar geleden de grote animator werd van het treintunnelplan. Zeker, Grashoff heeft de zaken destijds veel te rooskleurig voorgesteld. Hij was degene die voorrekende dat de stad Delft het totale project, dus inclusief de NS-spoortunnel en stationsbouw, geheel voor eigen rekening zou kunnen aanleggen. Iedereen met gezond verstand kon op z’n klompen aanvoelen dat dit niet waar kon zijn. Maar de gemeenteraad ging er in mei 2008 mee akkoord! Het advies van buiten om eerst nog eens goed onderzoek te doen naar de risico’s, vonden de politieke partijen toen ‘niet nodig’.

De bevolking van Delft mag zich in de handen knijpen, dat kort daarop, in juni 2008, het rijk op eigen initiatief wél met zo’n second opinion kwam. Daaruit werd schrijnend duidelijk hoe klakkeloos meegaand de gemeenteraad was geweest. Het rijksrapport becijferde namelijk dat alleen al de tunnelaanleg en de bouw van een nieuw station 505 miljoen euro zou gaan kosten, in plaats van de 422 miljoen die Grashoff had begroot. Gelukkig was toenmalig minister Eurlings zo wijs hieruit de slotsom te trekken dat Delft de tunnel- en stationsbouw niet op eigen houtje aan kon. Hij besloot dit Spoorzone-deel voor rekening van het rijk te nemen. 

Oef! Delft ontsnapte dus op het laatste moment. Als het besluit van de weinig kritische gemeenteraad was doorgezet, dan had de stad meteen al een strop van 83 miljoen euro geleden door die miscalculatie bij de start. Bovendien diende zich, kort nadat ProRail was begonnen met de tunnelaanleg, een grondwaterprobleem aan. Dat zou Delft tientallen miljoenen extra hebben gekost, alweer door te grote politieke naïviteit van de gemeenteraad. CDA-voorman Van Tongeren, die nu wil praten met andere gemeenten ‘om te leren’ van elkaars infrastructuur-aanpak, hoeft dus helemaal de stad niet uit! Scherp kijken naar wat in het verleden in éigen huis is misgegaan: daaruit valt al heel veel te leren. 

Helaas lijkt die analyse nog altijd niet doorgedrongen. Dat bleek toen in diezelfde commissievergadering van vorige week het nieuwste pijnpunt ter sprake kwam: de onzekerheid over de plannen voor forse aantallen huizen en kantoren in de Spoorzone. Daarover had Grashoff berekend dat 78 miljoen euro in de stadskas zou vloeien, als aandeel in de toekomstige winst op die bouw. Hij had dat contractueel vastgelegd met twee projectontwikkelaars (Ballast Nedam en NS-Spoor). Maar nu diepe crisis heerst op de huizen- en kantorenmarkt, blijkt dit contract juridisch waardeloos. De twee projectontwikkelaars hebben zich er in elk geval onderuit weten te wurmen. En ook dat mag de gemeenteraad, met zijn controlerende functie, zich aanrekenen. Waarom is destijds niet stevig doorgevraagd of die inkomstenbron van 78 miljoen euro, zo hard nodig voor de financiering van de andere Delftse onderdelen van het Spoorzone-project, wel echt gegarandeerd was? 

De huidige wethouder Junius (CDA), vorig jaar aangetreden, zit nu met de gebakken peren. Hoe pakt ze dat aan? Haar eerste reactie roept twijfels op. In de raadscommissie van vorige week liet ze een ambtenaar een overdreven enthousiast verhaal opdissen. Delft gaat nu zélf die woningbouwplannen rond het spoor uitvoeren, klonk het wervend. “Het wegvallen van de projectontwikkelaars biedt nieuwe kansen. We kunnen het nu kleinschaliger zelf doen. Dat moet gaan lukken, want de Spoorzone is een toplocatie!”. De strop zou dan volgens de wethouder geen 78 miljoen euro bedragen, maar slechts 7 tot 27 miljoen euro. Maar stelt ook de huidige wethouder de zaken hiermee niet weer veel te gunstig voor - wat juist de makke was van haar voorgangers? 

De aanleg van een treintunnel was en is een goed plan. Voor de stad, op de lange duur, en ook voor het reizigersverkeer in westelijk Nederland. Met de uitbreiding naar vier sporen kan straks om de tien minuten een Randstad-metro gaan rijden. Het is verstandig dit hele perspectief in het vizier te houden. Maar laat de gemeenteraad bij de verdere uitvoering alsjeblieft niet langer met een lamlendige houding z’n politieke controletaak verwaarlozen. 

Door jarenlange verschraling in de krantenwereld is er, jammer genoeg, geen journalist die het functioneren van het stadsbestuur nog constant kritisch volgt. Als alternatieve waakhond zou de Delftse Rekenkamer, die voortreffelijke rapporten publiceert, zich komende jaren puur met de Spoorzone kunnen bezig houden. Ook kan het geen kwaad als burgers aan hun raadsleden laten weten dat ze geen genoegen meer nemen met slap gejammer. Openheid en financieel inzicht, en een krachtiger raad, zijn echt noodzaak, want de bodem van de stadskas is inmiddels bereikt. Elke volgende Spoorzone-strop gaat vanaf nu keihard ten koste van iets anders in Delft.

Henk de Kat, Delft
(oud-redactiechef Delftsche Courant en voormalig Randstad-redacteur Haagsche Courant)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12