Afbeelding

Interview Suzanne Liem

Algemeen

DELFT – Fotografe Suzanne Liem is er, zo bedachtzaam als ze in het algemeen praat, duidelijk over: "Ik heb in dit werk m'n passie gevonden. Als ik tè lang niet fotografeer, voel ik me ook niet lekker".

Suzanne Liem, die voluit Suzanne Ing Sjiang Liem heet, is het product van een Nederlandse moeder ("blond en blauwe ogen") en een vader die in het Indonesische Malang is geboren en die op z'n achtste naar Nederland kwam. "Ing Sjiang", legt Suzanne Liem uit, "betekent altijd gelukkig. Pas later ben ik gaan beseffen hoe lief dat van m'n ouders was om me zo te noemen". 

-Ben je ook altijd gelukkig?
"Meestal wèl. Met, net zoals iedereen, wat mindere perioden ertussen".
Qua uiterlijk is ze een mix van haar vader en haar moeder, vindt ze. "Qua karakter lijk ik meer op m'n vader. Ik wil het altijd iedereen naar de zin maken, ik wil met iedereen goed omgaan. Ik wil ook de voor- en nadelen van beslissingen goed afwegen. Ik kan dus heel erg twijfelen. Wat ik voor een sterrenbeeld heb? Dat wil ik nog 's goed uitzoeken. Ik ben op 23 september geboren, op de grens van Maagd en Weegschaal. Vandaar dat wikken en wegen, waarschijnlijk". 

-Wat voor een kind was je?
"Dat vind ik wel grappig, dat iemand 's tegen m'n vader heeft gezegd dat het leven voor mij één groot feest was. Dat klopte wel. Ik ging altijd onbezorgd door het leven. Ik was in alles geïnteresseerd. Ik heb heel veel mogen leren, ik heb heel veel mogen doen van m'n ouders. Op m'n achtste mocht ik tennissen, ik zat op muziekles bij Pierre van Hauwe. Ik heb in zijn orkest nog xylofoon gespeeld. Ja, ik heb van alles mogen en kunnen ontdekken. Ik heb een werkelijk onbezorgde jeugd gehad".
Suzanne Liem (44) ziet het levenslicht in het Oude en Nieuwe Gasthuis, op de Koornmarkt. Ze is elf als ze met haar ouders verhuist naar Zoetermeer. Ze woont nu sinds twee-en-een-half jaar weer in Delft. "Ik ben er drie-en-dertig jaar weggeweest", klinkt het een tikkeltje schuldbewust. "Ik zal er nu niet zo snel meer weggaan, al weet je maar nooit wat er gebeurt". 

Ze kan goed leren. "Dat ging zó makkelijk, dat was geen probleem". Na het VWO, "ook dat ging makkelijk", besluit ze Rechten te gaan studeren. "Ik heb er heel lang over gedaan om uit te vinden wat ik wilde. Daarom heb ik op het VWO voor een heel breed pakket gekozen. En toen ik zeventien was wist ik het nóg niet. Iets in toerisme. Iets met reizen. En Frans vond ik ook leuk. Omdat ik zo onzeker was, dacht ik: Ik ga Rechten studeren. Ook die studie ging me makkelijk af. Maar echt leuk vond ik het niet. Ik vond het redelijk saai". 

Ze is 23 en Meester in de Rechten, als ze ook nog Juridisch Frans doet. En tijdens haar studie verblijft ze in het kader van een uitwisselingsprogramma acht maanden in Florida. Toch: "Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in kunst. Ik ben ook afgestudeerd op een auteursrechtelijk onderwerp, dat over de internationale kunsthandel ging". 

Dat neemt allemaal niet weg dat ze voor een Verzekeringsmaatschappij gaat werken. "Niet als jurist, maar op de marketingafdeling. In die tijd heb ik nog allerlei diploma's gehaald. Het ging goed met m'n carrière. Maar ik wist ook: er moet nog wel wat anders zijn". 

Ze begint voor zichzelf. In de assurantiebranche, dat wèl. "Ik ben pensioenadviseur geworden. Maar dat was ook niet waar m'n passie lag". Daarbij komt: "Het is leuk om mensen te adviseren. Maar de praktijk was zo: als de mensen het hadden begrepen, gingen ze het ergens anders kopen. Ik verdiende dus niet zo veel". 

-Geld is dus belangrijk?
"Voldoening van wat je doet, dat vind ik belangrijker. Die wereld van dat keiharde verkopen, die lag mij niet zo. Ik was meer adviseur, maar daarmee viel in dat wereldje niet veel te verdienen. Bovendien lag mijn hart daar niet. Dat lag veel meer in de fotografie".

'IK HEB WÈL IETS MEEGEMAAKT'
Ze verkoopt haar assurantiezaak. Ze gaat reizen. En, vanzelfsprekend, foto's maken en dia's. "Ik ben een jaar weg geweest. Daarna ben ik naar de Fotoacademie gegaan, in Amsterdam. Ik was inmiddels 35, het was echt alsof ik opnieuw begon. Dat had ook wel een reden. Die lag in de privésfeer. Ik was 32 toen ik trouwde. Toen ik 34 was, is mijn man overleden. Daarom vooral heb ik mijn kantoor verkocht. En ben ik gaan reizen. Vrienden in het buitenland gaan opzoeken". Maar ook: "Blijkbaar moest ik een reden hebben om m'n hart achterna te gaan. Maar ik wilde toen ook vooral afleiding. En overdenken wat ik verder zou gaan doen". 

-Dat je zo jong weduwe werd, heeft dat je leven erg veranderd?
"Ja, natuurlijk. Ik heb de stap genomen om wat anders te gaan doen. Ik weet niet wat ik anders had gedaan op die leeftijd. Ik betrap me er ook wel 's op dat ik constant aan het relativeren ben. Zo van: er zijn nog andere dingen. Ik heb natuurlijk wèl iets meegemaakt". 

Ze rondt vier jaar studeren aan de Fotoacademie af. En ze geniet vooral met volle teugen. "Dat vond ik echt geweldig, dat er een studie bestaat over je hobby. Dat je met je camera op school zat en dat daar de lessen over gingen. Ja, dat heeft mijn leven echt veranderd. Dat je daar was met mensen die dezelfde passie hebben. Met mensen die je begrijpt en die jou begrijpen". 

Ja, dat kan je wel zeggen, dat ze die liefde voor de fotografie van huis uit heeft meegekregen. "Op m'n achtste, tijdens m'n eerste schoolreisje, had ik al zo'n boxje bij me. Ik was altijd al bezig foto's te maken van mensen om me heen, van familie, van vriendinnetjes". 

Dat is, vindt ze, haar sterke punt en zeker haar passie: "Het fotograferen van mensen". Documentaire fotografie, dat is het hokje waarin ze wel wil worden ondergebracht. "Steeds nieuwe mensen ontmoeten. Ik wil hun verhalen vertellen en in beeld vangen. Tegenwoordig schrijf ik zelf ook verhaaltjes bij mijn foto's. Heel leuk, maar het beeld blijft hoe dan ook het belangrijkst". Verhalen vertellen, aandacht hebben voor mensen die aparte dingen doen, dat is wat ze mooi vindt. "Maar dan moet je wèl op die mensen afstappen". Dat heeft het ooit nogal verlegen meisje moeten leren. "Je moet het vertrouwen van de mensen zien te winnen. Dat valt niet mee, want je maakt toch inbreuk op hun privacy. Het maakt wèl dat je bijzondere ontmoetingen hebt". 

-Zitten de mensen daar wel op te wachten?
"Daar heb ik wel problemen mee gehad. Dat ik dacht: Wat hebben zij daar nou aan? Maar neem nou vorig jaar. Toen heb ik voor jullie krant een fotopagina over de Voedselbank gemaakt. Ik werd gelijk gebeld: Hartstikke bedankt, we zijn er zó blij mee. Dat is dan genoeg voor mij". 

Het liefst, zegt ze, fotografeert ze bij de mensen thuis. "Dat versterkt het beeld dat je van de mensen hebt". En: "Ik hou erg van oudere mensen. Die hebben vaak zó veel te vertellen. Die zijn ook jong geweest. Hebben gedanst en gevreeën en alles. Nee, ik hoef geen bruiloften en partijen te fotograferen voor het geld. Ik kan me concentreren op wat ik fijn vind om te fotograferen". 

-Waaraan kan ik zien dat jij de foto hebt gemaakt?
"Als het een portret is van iemand in z'n eigen omgeving, waarbij ik méér probeer te laten zien dan alleen die persoon. Een goed portret is een portret waarbij iedereen een ander verhaal kan vertellen. Op mijn foto's zie je de persoon, maar ik vind 't leuk als je daarnaast naar de omgeving kunt kijken. Dat je gaat nadenken over wat je allemaal ziet. Er moeten meer dingen zijn om naar te kijken".

'IK TREK ME DAT HEEL ERG AAN'
Suzanne Liem pakt, niet geheel vrij van enige trots, een paar krantenpagina's uit haar tas. "Sinds een paar weken staan er foto's van mij in de NRC. Met een verhaaltje erbij. Daar zitten ook verhaaltjes bij die ik zelf heb geschreven. Het zijn foto's van en verhaaltjes over broers en zussen, waarbij het over hun relatie gaat. Dat is het leuke, dat je zo heel veel kunt vertellen over die mensen en over hoe ze leven".
Dubbelportretten beschouwt ze als 'een specialiteit van het huis'. "Zo'n serie met broers en zussen, daar kan je eindeloos mee doorgaan. En misschien komt er nog wel 's een boek van". 

Ze vertelt over wat ze haar 'weduwenproject' noemt. "Dat gaat over de discriminatie van weduwen. In 2008 is er een rapport over verschenen. Daaruit blijkt dat over de hele wereld veel vrouwen worden gediscrimineerd omdat ze weduwe zijn. In India, bijvoorbeeld, is dat een groot probleem, maar ook in andere landen. Zelfs in Europa en in Noord-Amerika. In India is het gebruik dat vrouwen die gaan trouwen bij de familie van de man gaan wonen. Overlijdt de man, dan zegt de familie: Je mag niet meer hier blijven wonen. Vaak worden die vrouwen dan gewoon op straat gezet. Maar neem ook Spanje. Vrouwen krijgen daar een veel te laag pensioen. Niet meer dan 500 euro per maand. En als de vrouwen niet door hun kinderen worden gesupport hebben ze een groot probleem. Ik trek me dat heel erg aan. Ik heb heel fijne familie, voor mij was het goed geregeld. Ik dacht: als ik door mijn fotografie aandacht kan vragen voor dit redelijk onbekende probleem, dan zou ik daar veel voldoening uit halen". 

Ze weet waar ze over praat, want ze is al in India geweest. Ze is op zoek naar subsidie om ook in Afrika te kunnen fotograferen. "Dit project staat nog in de kinderschoenen, maar ik wil er een boek van maken. De eerste reis naar India heb ik zelf gefinancierd. Het moet nu een project worden, met subsidies en sponsoring. Want het is zó iets oneerlijks, er moet echt ruchtbaarheid aan dit probleem worden gegeven. Als ik zó inhoud kan geven aan mijn vak en mijn passie, als ik ook nog wat verandering kan teweeg brengen in de mentaliteit – maar dan ben ik wel heel groot aan het denken – dan zou ik daar heel blij van worden. Maar, nogmaals, het is een project van de lange adem". 

Aan projecten heeft Suzanne Liem bepaald geen gebrek. Zo maakte ze een serie portretten en ook een boek over kinderen waarvan de ouders uit verschillende culturen afkomstig zijn. "Dat was geïnspireerd op Obama. Is hij blank? Is hij zwart? Is hij gekleurd? Ik wil gewoon laten zien: Dit is het. Trek zelf je conclusie of het belangrijk is of niet". Het was, weet ze, wel even zoeken naar 'slachtoffers'. Ook in deze krant deed ze een oproep. Niet zonder succes. "Dat heeft toch wel een stuk of vijf kandidaten opgeleverd. Het probleem was dat Delft redelijk blank is en dat in Rotterdam veel donkere ouders wonen. Maar ik heb toch vijftien kinderen gevonden, in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Tien komen er in het boek, dat in mei uitkomt".
Wat ze wel graag kwijt is, is dat ze gelukkig is met haar 'lieve partner' Jeroen Beelen, u weet wel, van het Toeristen Informatie Punt. "Hij staat heel erg achter wat ik doe, maar hij denkt ook kritisch mee. Daardoor wordt het allemaal weer beter. Je hebt mensen nodig die je feedback geven. Anders zit je alleen maar in je eigen wereldje". 

-Vind jij jezelf een goeie fotograaf?
 
"Ehhh, nou ja, ehhh, ik vind eigenlijk wel dat ik goed kan fotograferen. Het is met fotografie als met leren zwemmen en leren lezen. Je moet het heel veel doen. Hoe meer je met een bepaald onderwerp bezig bent, hoe beter je wordt. Ik ben me nog steeds aan het ontwikkelen, maar ik weet dat ik het kan. Dat zelfvertrouwen heb ik. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat alles wat ik fotografeer goed is". 

-Waarin word je nog steeds beter?
"Technisch word je beter, omdat je steeds beter de grenzen van je camera leert kennen. Je weet ook steeds beter hoe je je beeld nóg sterker kan maken. Je traint jezelf om door de lens te kijken en dingen weg te laten of juist toe te voegen. Het is, nogmaals, net als met zwemmen. Hoe meer je het doet, hoe beter je weet: dat is wèl iets en dat nièt". 

-Welke rol speelt de kwaliteit van je apparatuur daarin?
"Het is natuurlijk heel belangrijk om een goeie camera te hebben. Maar, zullen alle fotografen zeggen: het oog is het belangrijkst. Ik heb er wel voor gezorgd dat ik de beste apparatuur heb. Maar om nou te zeggen: hoe beter je spullen, hoe beter je foto's, dat is te simpel. Tenzij je een natuurtalent bent, want dan kan je met elke camera goeie foto's maken". (PB)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12